Hilarische, wrange en vlijmscherpe stand-up-solo over angst voor het onbekende

But I try. Die drie woorden, uit ‘Modern Love’ van David Bowie, staan in koeienletters op een bord dat theatermaker en actrice Kim Karssen in de lucht heeft gestoken. Het publiek zingt ze luidkeels mee. Na het fantastische We’re all alone in this together eerder dit jaar, over de gendergebonden dubbele standaard (de voorstelling komt na de zomer terug in de theaters, ga die vooral zien!), maakte Karssen nu een soort stand-up comedyshow voor De Parade: OC/DC. Over angst.

De intussen vertrouwde Karssen-signatuur is weer volop aanwezig: haar timing is spot-on, het is knotsgek, empowering, slim, wrang, hilarisch én confronterend. Allemaal tegelijkertijd.

Karssen vertelt over haar bezoek aan het Mediapark in Hilversum, waar ze was uitgenodigd voor een interview bij de NPO. Die eenvoudige anekdote is alles wat ze nodig heeft om gedurende een half uur in duizelingwekkend tempo niet alleen haar eigen angsten en gêne onder de loep te nemen, maar ook voelbaar te maken hoe makkelijk die angst zich voor karretjes laat spannen; hoe doodeenvoudig het eigenlijk is een politiek te bedrijven die, bijvoorbeeld, doelbewust inspeelt op de angsten van burgers.

Er is iets heel aanlokkelijk aan je gedachteloos te laten meevoeren met de massa, genoegen te nemen met hoe de dingen nu eenmaal zijn. Verandering, iets nieuws proberen, is altijd spannend, want er valt maar beperkt voor te sorteren op het onbekende. Het kan ook misgaan. Ons desondanks, tegen de kudde in, te blijven engageren, tóch niet op te geven: dat vergt moed. Maar, zo zingen we uiteindelijk in koor in deze Paradetent, begeleid door David Bowies new-wave klanken: we kunnen het allicht proberen.


Nick Livramento Silva
Foto Casper Koster

Openhartige hiphop over vaderschap

Over moed gesproken: in een piepklein tentje vertelt acteur Nick Livramento Silva in I’d rather dance alone over het moment dat hij (of dan toch zijn gelijknamige personage) vader werd. „Meteen in love” was hij, toen hij zijn pasgeboren dochtertje voor het eerst in de ogen keek. Eén ding stond vast: hij zou het anders aanpakken dan zijn eigen vader. Die ging er meteen vandoor.

In veelal rijmende, hier en daar wat sleetse rapteksten (de voorstelling houdt het midden tussen een monoloog en een hiphop-optreden) biecht Livramento Silva op hoe ook hij al snel door vluchtneigingen wordt overvallen. Vroege verlating blijkt in zekere zin overdraagbaar, zo maakt Livramento Silva inzichtelijk: het veroorzaakt een bindingsangst, of überhaupt een weerstand ergens vol voor te durven gaan, die het aannemelijk maakt dat de geschiedenis zich herhaalt. „Het is niet zo dat ik vrij wil zijn”, zo psychologiseert de acteur zijn eigen gedrag, „Het is bevrijd willen zijn van het gevoel van niet voldoen.”

Ten bate van zijn dochtertje probeert Livramento Silva zich los te maken van het gemankeerde man- en vaderbeeld dat hij als kind meekreeg. Het leidt in deze bijzonder openhartige, kwetsbare voorstelling tot een even simpel als krachtig inzicht: „Ik ben mijn vader niet.”


Patsy Kroonenberg

Foto Caroline de Winter

Angst, aanstekelijk ongemak en een zingende bultrug

Bindingsangst en de weerstand ergens vol voor te durven gaan zijn ook issues waar het fictieve personage Evelien, uit Het slaapverwekkende bestaan van Evelien, mee lijkt te kampen. Ze is een beetje een merkwaardige vrouw, deze Evelien. In een zachtgeel decor, gekleed in zachtgele kleding, staart actrice Patsy Kroonenberg, die haar verzon en vertolkt, ons aan met ogen waarin angst, begeestering en aanstekelijk ongemak om voorrang strijden. Zonder al te veel zelfcensuur geeft de jonge vrouw haar van de hak op de tak springende gedachten klank.

Een kind hebben lijkt haar geweldig, zegt ze. Van een klif vallen lijkt haar eng. Goudvissen worden van nature minstens twee keer zo groot; het schijnt de vissenkom te zijn die ze klein houdt. Ze snapt niet hoe de wereld werkt, zegt ze. Ze kan de dood niet oplossen, maar ze kan wel banden plakken. Ze houdt van eieren. Of we wisten dat het dna van een goudvis voor 60 procent gelijk is aan dat van een mens? O ja, ze kan een zingende bultrug nadoen.

Gaandeweg gaan Eveliens onderwerpen weliswaar wat met elkaar resoneren, toch voelt het alsof Kroonenberg daarin nog een slag had kunnen maken. Het wil maar niet echt iets wezenlijks betekenen. De voorstelling is op z’n sterkst als Kroonenberg de taal laat voor wat die is en zonder reserves voor het absurdisme gaat. Het laat zich moeilijk verklaren, maar het ontroerendste moment in deze solo is het moment waarop de bultrug begint te zingen.


Just van  Bommel 
Foto Isabelle van Putten

Eenpersoons circusspektakel over… tja, alles

Van een vleugje absurdisme zijn ook Emma van den Elshout en Just van Bommel niet vies. Na Het showtje (2022) en Het spektakeltje (2023) maakte het duo voor De Parade nu Het circusje, een geestig, queer en inhoudelijk verrassend rijk ‘eenpersoons-circusspektakel’.

In een glitterend circusdirecteurpak heet Van Bommel (die alle rollen vertolkt, vandaar dat ‘eenpersoons’) ons welkom in de circustent. Hij vertelt altijd wat moeite te hebben met beginnen, omdat beginnen impliceert dat de boel ook weer eindigt. Eigenlijk, zo filosofeert de acteur voort, is het hele concept van beginnen en eindigen misschien wel problematisch, of op zijn minst misleidend. Want gaat de boel in werkelijkheid niet altijd gewoon dóór, zij het steeds weer in een net iets andere vorm?

Het klinkt allemaal wat theoretisch zo, maar het makersduo weet de thematiek vermakelijk over het voetlicht te brengen. De monoloog voert langs de volgens het duo onrealistische belofte van eeuwige liefde (‘I love you voor effe’), langs een snelcursus evolutieleer (van dooie rots, berg bacteriën, vis en dino, helemaal tot aan onszelf, de ‘doorgeëvolueerde aap’). Van Bommel stipt aan hoe wreed de mens zich opstelt ten opzichte van andere dieren, en hoe hoognodig het is daar iets aan te veranderen. Net als Karssen belichten Van Bommel en Van den Elshout de angst van de conservatieveling voor verandering, en voor voortschrijdend inzicht. Ze benoemen de immense ruimte die valt te ontwaren tussen de verschillende binaire polen.

Over alles, is misschien het meest accurate antwoord op de vraag waarover deze ambitieuze voorstelling wil gaan. Bovenal is Het circusje een pleidooi voor beweeglijkheid; voor een progressieve levenshouding, voor fluïditeit. Voor de acceptatie dat alles zich altijd weer evolueert into something new, of je wilt of niet. „Het houdt nooit op met ophouden”, spreekt Van Bommel, intussen gekleed in een saterachtig kostuum op bokkenpoten. Alles is in beweging, niets blijft voor eeuwig zoals het was. En wij, wij passen ons aan, in een eeuwigdurend proces van transitie.

Is dat eng? Jazeker is dat eng, zou David Bowie zeggen. „But I try.”