Wie denkt aan Antarctica, het meest zuidelijke continent op aarde, denkt al snel aan uitgestrekte ijsvlaktes en pinguïns. Dat beeld klopt: 98 procent van Antarctica is bedekt met ijs en er zijn meer dan 40 miljoen pinguïns te vinden.
Maar Antarctica is zoveel meer dan een bevroren woestenij en een pinguïn-walhalla. Het beslaat bijna 10 procent van het totale aardlandoppervlak en maar liefst 60 procent van de wereldwijde zoetwatervoorraad bevindt zich hier. Het gebied is van groot geopolitiek en wetenschappelijk belang. Antarctica is gelegen aan enkele belangrijke zeeroutes voor militaire en handelsdoeleinden. Het is ook een uitstekende locatie voor apparatuur voor satellietcommunicatie om bijvoorbeeld militaire inlichtingen te verzamelen. Het continent is cruciaal voor klimaatonderzoek, astrofysica, oceanografie en vele andere wetenschappen.
Bovendien zit Antarctica tjokvol waardevolle mineralen zoals koper, goud, zilver, uranium, diamanten, kobalt, mangaan, ijzer en steenkool. Mineralen die nodig zijn voor bijvoorbeeld telefoons, computers, zonnepanelen en elektrische voertuigen. En in mei bleek dat Rusland in dit gebied een olie- en gasvoorraad heeft gevonden die zo groot is dat deze wel veertien jaar aan de mondiale vraag naar olie en gas kan voldoen.
Oude aanspraken
Het is onbeslist van wie Antarctica en al zijn rijkdom is. Meerdere landen menen dat een deel hen toebehoort. Sinds begin twintigste eeuw beweren zeven landen – het Verenigd Koninkrijk, Argentinië, Australië, Chili, Frankrijk, Nieuw-Zeeland en Noorwegen – dat ze historisch recht hebben op Antarctisch gebied. Maar behalve deze landen onderling erkent niemand deze oude aanspraken op territoriale soevereiniteit in Antarctica. Tijdens de Koude Oorlog hebben de Verenigde Staten en Rusland zich voorbehouden om in de toekomst ook dergelijke aanspraken te maken. En weer andere geïnteresseerde landen dienen zich aan, zoals China. Slechts 15 procent van Antarctica is nog niet opgeëist.
Omdat verschillende landen dezelfde gebieden opeisen, dreigt een geopolitiek conflict. In de jaren veertig en vijftig waren er al eens beschietingen over en weer tussen Argentinië en het Verenigd Koninkrijk. De laatste jaren is het risico op een conflict verder toegenomen. Het is namelijk interessanter geworden voor landen om bepaalde delen Antarctisch gebied te hebben, bijvoorbeeld om daar mijnbouw te ontwikkelen. Er zijn niet alleen meer minerale hulpbronnen ontdekt in Antarctica, deze worden ook beter bereikbaar door klimaatverandering en technologische ontwikkelingen.
De recente Russische olievondst zet de verhoudingen op scherp. Het Verenigd Koninkrijk, Chili en Argentinië menen dat deze olie in ‘hun’ territorium ligt. Na bekendmaking van deze vondst heeft Chili snel zijn territoriale aanspraak kracht bijgezet met een parlementaire defensiebijeenkomst op Antarctica. Argentinië eiste dat Rusland openbaart of het wetenschappelijke of economische bedoelingen heeft met deze ontdekking. De Britten riepen experts bijeen voor een analyse. Daarbij verhoogt ook de huidige spanning tussen westerse landen en Rusland de kans op een conflict vanwege het militaire strategisch belang van Antarctica.
Mijnbouw verboden
Op dit moment voorkomt het Antarctische verdragssysteem dat landen elkaar in de haren vliegen om territorium en grondstoffen in Antarctica. Het hoofdverdrag in dit stelsel, het Verdrag inzake Antarctica uit 1959, bevriest de historische aanspraken van landen op Antarctisch gebied. Dit verdrag schrijft ook voor dat er geen nieuwe aanspraken kunnen worden gemaakt zolang het verdrag van kracht is.
Verder zijn onder de huidige regels alleen wetenschappelijke activiteiten toegestaan op Antarctica. Militaire activiteiten en commerciële mijnbouw zijn onder het verdrag en onder het aanvullende, in 1991 overeengekomen, Antarctisch Milieuprotocol nadrukkelijk verboden.
Het Antarctische verdragssysteem is niet universeel geaccepteerd: slechts 57 landen hebben het hoofdverdrag getekend. Sommige landen vinden het systeem oneerlijk. Het opereert buiten de Verenigde Naties om en legt het beheer over Antarctica in handen van een select genootschap van 29 landen, waaronder de Verenigde Staten, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Australië en ook Nederland en België. Niet elk lid is gelijk. Landen zoals China, India en ook Nederland kunnen uit de club worden gezet als zij onvoldoende belangstelling voor Antarctica tonen door op grote schaal wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Dat kan de eerste twaalf leden die het verdrag in 1959 ondertekenden niet gebeuren.
Rusland noemt het geologisch onderzoek, anderen zien illegale voorbereiding op oliewinning
Het Antarctische verdragssysteem staat onder druk en met name Chinese en Russische activiteiten vergroten die druk verder. Beide landen maken gebruik van het feit dat regels onduidelijk en niet volledig zijn. Zo is het maar de vraag of het seismisch onderzoek waardoor Rusland onlangs olie vond in Antarctica wel toegestane wetenschappelijke activiteiten zijn, en niet verboden mijnbouwactiviteiten. Wat Rusland geologisch onderzoek noemt, is volgens anderen prospectie, een illegale voorbereidende fase van oliewinning. In de praktijk is de scheidslijn vaag en het Antarctisch verdragssysteem bevat geen definities ter onderscheid van deze activiteiten.
Ook China doet aan dergelijk juridisch koorddansen. Wat China onderneemt in Antarctica balanceert op de grens tussen verboden militaire activiteiten en het toegestane gebruik van militair personeel en materieel voor wetenschappelijk onderzoek. In februari opende China een vijfde onderzoekstation op Antarctica. Vanuit deze basis kan China legaal astronomisch onderzoek doen, maar ook illegaal Australië bespioneren, bijvoorbeeld door data van ruimteraketten van het Arnhem Space Centre (in het noorden van Australië) op te vangen. De basis is ook geschikt voor biologisch onderzoek en bioprospectie – het zoeken naar biologisch materiaal voor commerciële doeleinden, zoals voor geneesmiddelen of cosmetica. Het Antarctische verdragssysteem is wederom niet duidelijk of dat laatste wel mag.
Het is de grote vraag hoe lang het Antarctische verdragssysteem het houdt. Als landen het verdrag opzeggen, staan in ieder geval Rusland en China klaar om territorium en grondstoffen in Antarctica op te eisen.
Gemeenschappelijk erfgoed van de mens
Het laatste zetje naar het graf voor het Antarctische verdragssysteem is de mogelijke opheffing van het mijnbouwverbod in Antarctica. Vanaf 2048 kan het eerdergenoemde 29-landengenootschap dit verbod aanpassen. Ook Nederland beslist hier dus over mee. Voordat deze partijen het mijnverbod kunnen opheffen moeten zij volgens het Verdrag inzake Antarctica wel eerst een bindend mijnbouwregime overeenkomen. Maar elk land dat simpelweg niet tevreden is met zo’n regime of over andere ontwikkelingen kan zich ook volledig terugtrekken uit het Antarctische verdragssysteem.
Het huidige stelsel van internationale afspraken lijkt dus niet lang meer houdbaar. Maar wat dan? Er zijn verschillende mogelijkheden. Zo zouden landen Antarctica kunnen opdelen en elk voor hun eigen deel beslissen of daar wel of niet mijnbouwactiviteiten mogen plaatsvinden.
Een andere oplossing is om van Antarctica een ‘gemeenschappelijk erfgoed van de mens’ te maken. Deze gezamenlijke zone zou vervolgens ofwel een beschermd milieugebied kunnen zijn ofwel onder centraal beheer kunnen worden geëxploiteerd.
Dat laatste is al de afspraak voor de internationale diepzeebodem. Dat systeem kan als blauwdruk dienen voor Antarctica. Landen beheren de minerale hulpbronnen in de diepzeebodem samen via een internationale organisatie, de Internationale Zeebodem Autoriteit. Deze organisatie stelt de regels op voor mijnbouwactiviteiten door landen en particuliere bedrijven en ziet toe op de naleving ervan.
De tijd dringt
De wereld heeft tot 2048 om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Dat lijkt misschien ver in de toekomst, maar dat is amper genoeg tijd om te onderhandelen en overeenstemming te bereiken over een volledig pakket aan mijnbouwregels of een voortgezet mijnbouwverbod in Antarctica. Het duurde decennia voordat er op grote lijnen overeenstemming was over de diepzeemijnbouw en de onderhandelingen over nadere regelgeving slepen zich al tientallen jaren voort. Landen hadden eveneens twee decennia nodig om in 2023 tot een overeenkomst te komen ter bescherming van de biodiversiteit op volle zee.
Het is onduidelijk of er überhaupt voldoende politieke wil is om mee te werken aan zo’n complex multilateraal verdrag voor Antarctica. Als de internationale gemeenschap er niet in slaagt om tot een nieuwe overeenkomst te komen, ontketent dat waarschijnlijk een wedloop om grondstoffen en territorium in Antarctica. Dat kan voor het zuidelijke continent desastreus uitpakken.
Lees ook
Waarom bouwt China een nieuw onderzoeksstation op Antarctica?