De Nederlandse regering mag niet zomaar vluchten schrappen op Schiphol om de geluidshinder van de luchthaven te beperken. Hiervoor moet altijd eerst een Europese procedure worden gevolgd.
Dat heeft de Hoge Raad vrijdag geoordeeld. Het gaat om de langlopende zaak van KLM en andere luchtvaartmaatschappijen en internationale brancheorganisaties voor de luchtvaart tegen de Nederlandse staat, luchthaven Schiphol en de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV), een organisatie van omwonenden van het vliegveld.
Het vorige kabinet wilde eind 2023 al een capaciteitsbeperking op Schiphol invoeren – van maximaal 500.000 naar hoogstens 440.000 vluchten – als eerste stap van een plan om de overlast van het vliegverkeer te beperken. Maar dat is door de lange juridische procedure niet gelukt. Daarmee leek het eerste deel van het krimpplan achterhaald, maar de luchtvaartmaatschappijen hebben hun zaak bij de Hoge Raad doorgezet om duidelijkheid te krijgen over toekomstige beperkingen van Schiphol.
Volgens de Hoge Raad had het vorige kabinet bij zijn eerste krimpplannen voor Schiphol al een Europese procedure moeten volgen die is verplicht bij zogeheten geluidsgerelateerde capaciteitsbeperkingen van een luchthaven. Voormalig minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) stelde in 2022 dat de eerste stap van zijn plan om het vliegtuiglawaai te beperken slechts bestond uit het naleven van bestaande afspraken. Daarvoor, zo was Harbers’ oordeel, zou geen Europese procedure nodig zijn.
De rechtbank in Haarlem gaf Harbers ongelijk (in april 2023), maar het gerechtshof in Den Haag schaarde zich drie maanden later in hoger beroep achter het kabinet. Nu kiest de Hoge Raad de lijn van KLM c.s. Het hoogste rechtscollege van Nederland volgt het advies van de advocaat-generaal die in april van dit jaar al stelde dat de staat de capaciteit van Schiphol niet zonder meer mag beperken.
„Deze uitspraak is slecht nieuws voor de omwonenden”, stelde stichting RBV in een eerste reactie. In maart stelde een andere rechter – in een zaak van RBV tegen de Nederlandse staat – juist dat de overheid heeft gefaald in het beschermen van burgers tegen de geluidsoverlast van het vliegverkeer.
Balanced approach
EU-regels – en internationale luchtvaartafspraken – schrijven voor dat een land eerst alle mogelijke maatregelen moet hebben genomen om geluidshinder te beperken voordat het aantal vluchten op een vliegveld kan worden beperkt. Dit wordt de ‘evenwichtige aanpak’ of ‘balanced approach’-procedure genoemd.
Nederland is het eerste land in Europa dat deze procedure is gestart voor een grote luchthaven. Ook Brussels Airport Zaventem hangt mogelijk een balanced approach-procedure boven het hoofd omdat de (demissionaire) Vlaamse regering hier de geluidshinder wilde aanpakken.
Het voormalige kabinet wilde de geluidsoverlast van Schiphol verminderen en presenteerde daarvoor in juni 2022 een plan. Dat moest zorgen voor 20 procent minder ernstig gehinderde omwonenden over de hele dag en 15 procent minder slaapgestoorden in de nacht. Het eerste deel van dat plan, waarover de Hoge Raad nu uitspraak heeft gedaan, bestond uit twee stappen.
Ten eerste wilde toenmalig minister Harbers met een tijdelijke ‘experimenteerregeling’ het aantal vluchten op Schiphol verlagen – van maximaal 500.000 naar 460.000 per jaar. Dat moest in eerste instantie gebeuren vanaf november 2023. Minder vluchten betekent minder vliegtuiglawaai.
Ten tweede moest er een einde komen aan het gedogen van vluchten die te veel lawaai maken. Dat gedogen is al vijftien jaar aan de gang; de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) mag geen sancties opleggen aan luchtvaartmaatschappijen die te veel geluid maken zolang zij zich houden aan afspraken over onder meer baangebruik en vliegroutes.
Die afspraken zouden ‘binnenkort’ in de wet worden opgenomen, en tot die tijd moest de ILT doen alsof de afspraken al wettelijk waren verankerd, maar dat is in vijftien jaar nog niet gelukt. Dat had onder meer te maken met de trage besluitvorming in het parlement en, later, ook met de stikstofdiscussie.
Nieuwe werkelijkheid
De Hoge Raad deed zijn uitspraak over het eerste deel van Harbers’ krimpplannen voor Schiphol, de krimp en het beëindigen van het gedogen.
Krimp van de Amsterdamse luchthaven is niet van de baan. Er loopt al enige maanden een tweede procedure waarvoor het vorige kabinet wel de procedure bij de Europese Commissie volgt. Dit gaat over het tweede deel van Harbers’ plannen: een pakket van geluidsbeperkende acties inclusief een lager maximum aan vliegbewegingen.
Twee maanden geleden presenteerde het kabinet deze aangepaste plannen voor de luchthaven na uitgebreide gesprekken met de Europese Commissie. Harbers wilde toestaan dat Schiphol in 2025 toch meer vluchten uitvoert dan hij twee jaar geleden had bepaald.
De geluidshinder wilde het kabinet nu bestrijden met extra operationele maatregelen. Dat zijn onder meer minder vluchten tussen 23.00 en 07.00 uur, een nachtelijk verbod op zeer lawaaiige vliegtuigen, en een sluiting van de Aalsmeerbaan en de Zwanenburgbaan tussen 13.00 en 15.00 uur.
Bovengrens
Deze maatregelen leveren zo’n reductie van geluid op, verwachtte het kabinet, dat het aantal vluchten maximaal 460.000 tot 470.000 zou kunnen zijn.
Luchtvaartmaatschappijen, omwonenden en andere betrokkenen hebben inmiddels hun reacties ingediend op dit aangepaste plan. Die zienswijzen verwerkt het ministerie nu in een definitief voorstel. En dat gaat deze zomer, mogelijk begin augustus, naar de Europese Commissie. De Commissie geeft vervolgens een advies en daarna zou het nieuwe kabinet de plannen kunnen verankeren in wet- en regelgeving.
Dat houdt onder meer in dat er een nieuw luchthavenverkeersbesluit (LVB) wordt opgesteld voor Schiphol. Daarin moet staan wat de bovengrens is van het jaarlijkse aantal vluchten. Hoelang het opstellen van een nieuw LVB duurt is onduidelijk. Hiervoor moet in elk geval een milieu-effectrapportage (MER) worden opgesteld.
Bovendien is nog onbekend wat het nieuwe kabinet van plan is met de krimp van Schiphol. Minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) toonde zich bij zijn kennismaking met de Tweede Kamer geen voorstander van een capaciteitsbeperking van de Amsterdamse luchthaven. „Ik ga zeker niet zeggen: laat Schiphol maar krimpen”, aldus Madlener. „Op de luchthaven werken heel veel mensen; velen zijn afhankelijk van het vliegveld. Krimp is niet het doel van dit hoofdlijnenakkoord. En dat is ook niet iets waarop u mij kunt afrekenen.”