Het woningtekort in Nederland is het afgelopen jaar opnieuw opgelopen. Daardoor zijn er nu 400.500 woningen te weinig in Nederland, 10.300 meer dan vorig jaar.
Dat stelt onderzoeksbureau ABF Research in het rapport Primos Prognose 2024, prognose van bevolking, huishoudens en woningbehoefte, dat vrijdag naar minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting, BBB) en de Tweede Kamer gaat.
Om op een voor de politiek acceptabel tekort van 2 procent van de woningvoorraad, die in totaal nu 8.402.000 woningen bedraagt, uit te komen, zouden 231.800 woningen gebouwd moeten worden.
De belangrijkste oorzaak van de toenemende vraag naar woningen is de groei van het aantal huishoudens in Nederland, onder meer doordat meer mensen alleen wonen. De afgelopen vijftien jaar nam het aantal huishoudens met 14,5 procent (ruim 1 miljoen) toe tot 8,4 miljoen. Het aantal inwoners steeg minder hard, met 8,8 procent tot 17.943.000 begin dit jaar. De onderzoekers schatten dat het aantal huishoudens de komende vijftien jaar met ruim 10 procent stijgt, tot 9,3 miljoen.
Het toekomstige woningtekort wordt elk jaar ingeschat aan de hand van prognoses over migratie, geboorte- en sterftecijfers en nieuwbouwtempo. Migratieaantallen kunnen per jaar behoorlijk verschillen en zijn moeilijk te voorspellen.
Andere cijfers zijn beter te voorspellen. Zo worden al jaren minder kinderen geboren in Nederland. Volgens onderzoeksbureau ABF leidt dit op korte termijn niet tot minder vraag naar woningen.
Extra woningen in Randstad
Om het woningtekort in te lopen, moet het aantal te bouwen woningen de komende jaren omhoog. Het kabinetsdoel moet volgens ABF omhoog naar 993.200 extra woningen tot en met 2030. Daarvan moet bijna de helft komen in al flink bebouwde en ‘gespannen’ regio’s als Noord- en Zuid-Holland.
Door stikstofproblematiek, lange procedures, de gestegen bouwkosten en hogere rente is de bouwproductie de afgelopen jaren teruggevallen. Inmiddels trekt de nieuwbouw weer aan. NVM-makelaars verkochten 14.700 nieuwbouwwoningen in de eerste helft van dit jaar, een verdubbeling ten opzichte van een jaar geleden. Het gaat vooral om nieuwe woningen binnen de huidige stadsgrenzen, zogenaamde binnenstedelijke woningen.
Vorige kabinetten maakten met provincies en gemeenten afspraken voor de bouw van bijna een miljoen woningen tot en met 2030. Hiervan zijn 390.000 woningen opgenomen in ‘harde’ bouwplannen. Dat wil zeggen dat ze onder een onherroepelijk bestemmingsplan vallen. Voor een belangrijk deel van deze geplande woningen is al een bouwvergunning afgegeven of is de bouw al begonnen.
Voor de ruim 580.000 woningen in ‘zachte’ bouwplannen is nog geen vergunning afgegeven of wordt de uitvoering opgehouden door juridische procedures of onenigheid tussen provincies en gemeenten. De Tweede Kamer buigt zich momenteel over een wetsvoorstel dat de minister van Volkshuisvesting meer mogelijkheden moet geven om vastgelopen bouwtrajecten door te laten gaan.
De meeste bouwplannen betreffen de Randstad, waar nu 42,6 procent van de bevolking woont. In zijn prognose voorspelt ABF dat dit cijfer over vijftien jaar is opgelopen naar 44,2 procent. In gemeenten als Ede, Amsterdam, Gouda en Eindhoven neemt het aantal inwoners toe met 11 tot 13 procent. In bijvoorbeeld Limburg wordt juist verdere krimp verwacht. In Sittard, Heerlen en Maastricht neemt de bevolking naar verwachting tot 2039 met 7 tot 8 procent af.
Lees ook
Zorgen torenhoge huizenprijzen voor een nieuwe woningcrisis?