Het klinkt bijzonder hedendaags om de stad als bos te zien. Er verschijnen tegenwoordig tal van boeken en rapporten over hoe de natuur in de stad kan gedijen. Maar een 17de-eeuwse bezoeker van Amsterdam zag dat ook al. Als je vanaf het raadhuis de stad overziet, schreef deze Friedrich Lucae in 1666, weet je niet of het een bos in de stad is of een stad in het bos.
Het Grachtenmuseum in Amsterdam besteedt deze maanden aandacht aan de rol van bomen in de binnenstad met een kleine tentoonstelling en het werk van drie kunstenaars. Het is onderdeel van een serie tentoonstellingen in dit museum over natuur en klimaat in relatie tot de grachten. Het uitgangspunt is dat de ‘Gouden Bocht’ – de bocht bij Herengracht tussen de Leidsestraat en de Vijzelstraat, die haar naam dankt aan de rijkdom van de bewoners, onder meer verworven via de VOC en de WIC – ook een Groene Bocht was. Er hangt een schilderij van Gerrit Adriaensz. Berckheyde van de gracht zonder bomen, wat er kaal uitziet. Maar dit is volgens de bijbehorende tekst een verbeelding van de kunstenaar. Op een voorstudie van het werk zijn de net aangeplante bomen wel te zien. De vele bomen langs de Amsterdamse grachten waren een bijzonderheid en een voorbeeld voor steden in de hele wereld, vertelt de audiotour.
Iepenziekte
In de tentoonstelling wordt de geschiedenis van de ‘bebossing’ van de grachten kernachtig verteld. De eerste illustratie van een rij bomen aan de gracht dateert van 1585. Voor die tijd stonden bomen in de stad alleen bij kloosters en op begraafplaatsen. In eerste instantie waren het vooral linden in de stad, later kregen iepen de overhand. Die zijn sterk, kunnen op verschillende soorten grond groeien en hebben een wat transparante kroon.
De iepen bleken wel vatbaar voor de zogeheten iepenziekte. Diverse golven van de ziekte zorgen voor kaalslag. Maar Amsterdam heeft de iep allerminst opgegeven. Er zijn nieuwe varianten die resistent zijn. Een fotoreeks toont hoe tussen 2006 en 2017 tamelijk smalle boompjes – van de Amerikaanse cultivar New Horizon – uitgroeiden tot redelijk forse exemplaren. De tentoonstelling meldt dat in het historisch centrum van Amsterdam meer aandacht zal komen voor de boomspiegels. Daar is gemeentelijk geld voor beschikbaar.
Negen boomspiegels
Ook het Grachtenmuseum zal daaraan meewerken. Dat is hard nodig, want tegenover het pand liggen in een boomspiegel naast een zak tuinaarde een paar lege flessen, een stuk karton en een vuilniszak. Afgelopen weekend zijn negen boomspiegels aan de Gouden Bocht schoongemaakt en ingezaaid met bloemenzaad.
Tegenover die boomspiegel, voor de gevel van het museum, is kunstenaar Jasper Riehm, ook wel bekend als That Weird Plant Guy, begonnen aan zijn werk Botanical Connections. Daarin gebruikt hij wilgentakken die door de gemeente gesnoeid zijn en anders als biobrandstof gebruikt zou worden. Op dit moment is het nog een wat schamel bosje in een plantenbak, maar de kunstenaar belooft dat zijn werk deze maand nog flink gaat groeien. Wilgen staan erom bekend makkelijk en snel te groeien. Elders in de stad heeft That Weird Plant Guy her en der al bogen van wilgentakken aangelegd. Zelf schatte hij in april dat het er zo’n vijftien tot twintig zijn.
Lees ook
Ze zijn multifunctioneel, ze slaan CO2 op en ze staan ook nog mooi – er wordt gewerkt aan een comeback van de wilg
In de ochtendschemering
Hoe de bomen vanzelfsprekend onderdeel zijn van het Amsterdamse stadslandschap, laat kunstenaar en documentairemaker Agnes de Ruijter met vier videoloops. De Ruijter maakte eerder de fraaie documentaire Boom in Amsterdam. In het museum toont ze ‘gewone’ bomen, waaronder mensen in de schaduw zitten, aan het werk zijn, of waar ze alleen maar in de ochtendschemering staan.
Een zijzaaltje met lommerrijke wandschilderingen lijkt heel goed bij de rest van de tentoonstelling te passen. Maar die schilderingen dateren al uit 1776, heten Arcadische droom en gaan over het platteland in plaats van de stad. Het vormt wel een fraaie ambiance voor de installatie van kunstenaar en muzikant Bert Barten. Hij maakt elektronische muziek op basis van de sapstromen van bomen.
Via koptelefoons kunnen bezoekers naar een ambient compositie van Barten luisteren, en achterover leunend in strandstoelen heb je daarbij prima zicht op Pascal Amblards plafondschildering De droom van verbondenheid. Geen oud werk, maar daterend uit 2022.
In de tuin van het museum zijn resten te zien van de ruim honderd jaar oude paardenkastanje die in november 2023 is omgewaaid. De stobbe steekt schuin de tuin in, een paar schrijven van de stam tonen de imposante omvang van de kastanje. „We gaan de boom missen”, staat er bij.