Column | Haagse politici lezen in hun vakantie het liefst over politiek

Eddie van Marum van BBB heeft thuis een boek over de grutto, deze zomer wil hij het gaan lezen. Voordat hij staatssecretaris Herstel Groningen werd, vorige week dinsdag, was Van Marum fauna-expert. Hij was ook contra-expert bij mijnbouwschade én uitvaartondernemer, gespecialiseerd in het toonbaar maken van overledenen na zware ongelukken of moord. Na zijn beëdiging, in de tuin van het Catshuis waar journalisten kennismaken met het kabinet-Schoof, vertelt hij over een vrouw die blééf wachten op haar overleden zoon, omdat ze hem nooit dood had kunnen zien. Je helpt mensen ermee, vindt hij, als dat wél kan.

Dan bedenkt hij dat er een boek is dat hij nog veel liever wil lezen: Als de dood begint te ruiken van Edwin Spieard. Spieard maakt óók overledenen toonbaar, hij schrijft over zijn werk na de aardbeving in Turkije, vorig voorjaar. „Ik heb”, zegt Van Marum, „een gesigneerd exemplaar.”

Van premier Dick Schoof mogen de ministers en staatssecretarissen één of twee weken met vakantie, niet langer. Het maakt PVV’er Barry Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat, weinig uit. Hij vindt met vakantie gaan „gedoe”. Hij ontspant zich het beste, zegt hij, als hij thuis het gras maait. „Dat klinkt vast heel stom.” Hij leest veel, zegt hij. „Maar geen boeken, alleen artikelen. Het liefst over economie.”

In de laatste week voor het zomerreces van de Tweede Kamer, dat tot begin september duurt, vraag ik aan zoveel mogelijk ministers, staatssecretarissen en Kamerleden wat ze gaan lezen. En wat opvalt: behalve Madlener die geen boek noemt, lijken PVV’ers een voorkeur te hebben voor thrillers. Bijna niemand neemt romans mee op vakantie. Haagse politici, weet ik aan het eind van de week, lezen het liefst over politiek. Of over thema’s waar ze in de Tweede Kamer zelf over gaan, of waar ze bezorgd over zijn. Jan Paternotte van D66 neemt Tyranny of the Minority mee, van Steven Levitsky en Daniel Ziblatt. Op de stapel van VVD’er Thom van Campen ligt De Clan van Orbán van Tijn Sadée, op die van Kati Piri, GroenLinks-PvdA, Politics On the Edge van Rory Stewart. Caroline van der Plas gaat over de Armeense genocide lezen en Kamerlid Folkert Thiadens van de PVV: Uncomfortable Conversations with a Jew, van de zionistische activist en actrice Noa Tishby.

Marieke Koekkoek van Volt promoveerde vorige week op internationaal handelsrecht, ze kreeg veel boeken cadeau. Na het laatste debat voor de vakantie, waarin de coalitiepartijen ruzie met elkaar kregen en Geert Wilders tegen Schoof zei dat zijn verhaal „slappe hap” was, stuurden een oom en tante haar The Book of Hope, van de Britse chimpansee-expert Jane Goodall. Het debat was een circus genoemd, de Tweede Kamer een kleuterklas. Marieke Koekkoek denkt dat het erom ging welke mannetjesaap de baas is. „En dat”, zegt ze, „is nog onbeslist.”