Dijkdoorbraak aan de Rijn? ‘Kwalijk’ dat zo’n ramp onverzekerbaar blijft, vindt verzekeringsadvocaat

Door klimaatverandering neemt de kans toe: een dijk, dam of sluis die het begeeft in de Rijn, Maas, Noordzee of IJsselmeer. Wie in Nederland betaalt eigenlijk de enorme schade, als het zover komt?

Getroffen huishoudens krijgen voorlopig geen vergoeding van de verzekeraars. Zij achten de schade als de waterwerken van de grote rivieren en wateren (‘primaire waterkeringen’) het begeven, alleen verzekerbaar als de overheid meehelpt. Verzekeraars pleiten al jaren voor zo’n ‘publiek-private samenwerking’.

Maar de overheid is dat niet van plan, bleek uit een Kamerbrief die de vorige minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers (VVD) eind juni verstuurde. Bij dit soort grote rampen blijft de huidige praktijk van kracht: een overheidsloket vergoedt alleen een deel van de schade, direct vanuit de schatkist.

De rekening van klimaatschade wordt hiermee doorgeschoven naar toekomstige belastingbetalers, vinden verzekeringsadvocaten van Kennedy Van der Laan. „Er wordt gezegd: als het zover is, kijken we tegen die tijd wel wat we doen om de schade te betalen. Dat vind ik kwalijk”, zegt een van hen, Noor Wasmus. Zij is gespecialiseerd in overstromingsschade. „Overstromingen zullen waarschijnlijk het grootste klimaatprobleem zijn waar wij mee te kampen krijgen. Twee derde van ons land heeft kans op overstromingen. Dit moet op een solidaire manier opgelost worden”, aldus Wasmus aan de telefoon.

Verzekeringspool

Het idee van de verzekeraars was: door in een pool samen te werken, zouden ze de enorme schades die zouden ontstaan bij doorbraak van een primaire waterkering, voor een belangrijk deel kunnen afdekken. Zo’n overstromingspolis voor een primaire waterkering had dan wel wettelijk verplicht moeten worden voor alle huishoudens, of voor huishoudens in overstromingsgebieden, bijvoorbeeld als onderdeel van de nu al verplichte opstalverzekering. „Daardoor dek je eigenlijk met heel Nederland dit probleem en kunnen de kosten per persoon lager uitvallen”, zegt Wasmus.

Zonder zo’n verplichting zouden waarschijnlijk alleen mensen in een hoogrisicogebied interesse hebben in een overstromingsverzekering, waardoor deze voor hen onbetaalbaar zou worden. En voor de verzekeraars niet te regelen, omdat ze dan te veel risico zouden lopen op hoge uitbetalingen.

Om de kosten te dekken van een verplichte verzekering voor alle huishoudens – ook die geen risico lopen – zou de maandelijkse premie van opstal- en inboedelverzekering moeten stijgen met minstens 3 euro voor ieder huishouden met een koopwoning. Huishoudens met een huurwoning (alleen inboedelverzekering-) zouden maandelijks 1 euro extra moeten betalen. Als wordt gekozen voor verplichting voor iedereen die enigszins risico loopt op overstromingsschade, komt het neer op minstens 4,50 euro (koop) en 1,50 euro (huur), aldus de Kamerbrief van Harbers.

„Een relatief hoge premie-afdracht”, schreef Harbers. Wasmus verbaast dat: „Dat lijkt mij niet een extreme lastenverzwaring. Waarschijnlijk is er op dit moment geen politiek draagvlak om de lastenverzwaring op te leggen. Je maakt je natuurlijk niet erg geliefd als je elk huishouden verplicht elke maand wat extra te betalen.”

Overheid wil geen verandering

Essentieel voor een verzekeringspool zou zijn dat de overheid voor een deel van de schade garant zou staan. De potentiële schade van een overstroming van een grote rivier of een doorbraak van een zeedijk is namelijk enorm. De verzekeraars zouden de eerste 6 tot 8 miljard euro kunnen betalen. „De feitelijke schade bij overstroming vanuit primaire keringen kan aanzienlijk hoger zijn dan dit bedrag”, schreef Harbers. De overheid zou dan alsnog voor een potentieel groot bedrag moeten bijspringen. Het vorige kabinet koos er dan ook voor om door te gaan met de huidige manier van het betalen van overstromingsschade: volledig door de overheid.

Dat werkt via de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Die wet treed alleen in werking als de overheid een overstroming tot ramp verklaart, zoals dat in Limburg gebeurde bij de overstromingen in 2021. „Maar wat bijvoorbeeld in Limburg is gebleken, is dat mensen jarenlang zaten te wachten of hun schade nu wel of niet vergoed zou worden via de Wts”, ziet Wasmus. „De afhandeling was heel langzaam. En uiteindelijk bleven mensen toch echt nog met een groot schadebedrag achter.”

Wasmus en haar collega bij Kennedy Van der Laan, Frits van der Woude, vinden deze keuze niet te begrijpen. „Als er bijvoorbeeld in 2050 een overstroming zou plaatsvinden, dan wordt die wet aangesproken. En op dat moment moeten de belastingbetalers daarvoor betalen. Waardoor je eigenlijk de kosten van zo’n ramp doorschuift naar de volgende generatie”, aldus Wasmus.

Als iedereen vanaf nu een verzekering zou moeten afsluiten, zou er juist langzaam een groot fonds worden opgebouwd voor schadebetaling. „Dan zou eigenlijk iedereen generaties lang meewerken aan de opbouw van zo’n fonds. En eigenlijk echt solidair die schade dragen.”

Vereniging Eigen Huis had direct na de Kamerbrief van eind juni al laten weten teleurgesteld te zijn over de beslissing van Harbers om niet voor de oplossing te kiezen via verzekeraars. Of die Wts toegepast gaat worden, is immers onzeker. „Een overstromingsverzekering zou huiseigenaren meer zekerheid bieden. Welke schades en welk deel daarvan gecompenseerd wordt, is dan afhankelijk van de gekozen polis”, aldus Eigen Huis. Volgens de belangenvereniging moet nu zo snel mogelijk worden gekeken naar aanpassing van de Wts, zodat huiseigenaren alsnog zekerheid krijgen. Momenteel vindt er een evaluatie plaats van de Wts; het resultaat wordt eind 2024 verwacht.

Toch nog rol voor verzekeraars?

Onderzocht wordt of de verzekeraars bij de afhandeling van de Wts wél een rol zouden kunnen spelen, zodat er één gespecialiseerd loket kan komen waar mensen met schade zich kunnen melden. Eigen Huis vindt dat een logisch initiatief, advocatenkantoor Kennedy Van der Laan ook. Wasmus: „Nu moeten ambtenaren zo’n ramp afhandelen, die zijn daar helemaal niet gespecialiseerd in. Verzekeraars doen natuurlijk niet anders. Die zou je heel goed kunnen gebruiken bij zo’n ramp. Maar let wel: de rekening van die inzet komt alsnog bij de overheid, en dus weer de toekomstige belastingbetaler.”