Rode bakjes, groene bakjes, grote bakjes, kleine bakjes, hoge bakjes, platte bakjes, ronde bakjes en ga zo maar door. Wat er aan keukenplastic staat uitgestald op de zolder van de Amsterdamse culturele vrijplaats Splendor, daar zou een Amerikaanse huisvrouw uit de fifties nog jaloers van worden. „We gaan nu echt beginnen”, zingt plasticware-consulente Olivia Trommel (bariton Mattijs van de Woerd) op de noten van de aria ‘La ci darem la mano’ uit Mozarts Don Giovanni. „Wie wil er nog wat snoepen?’’
Terwijl Taylor Swift vrijdagavond in de Arena een feestje bouwt, doet in Splendor het Kofferbak Collectief hetzelfde: ze repeteren aan hun nieuwe voorstelling Plastic Party! Op muziek uit verschillende Mozart-opera’s creëren ze een ‘vrolijk consuminder-drama’, geïnspireerd door de iconische Tupperware Party’s. Vaste regisseur David Prins, die toevallig ooit eens zo’n party bezocht, schreef het humoristische Nederlandstalige libretto.
„Plasticware failliet? Ik geloof mijn oren niet!’’ Doordat er in het Nederlands wordt gezongen, zit je – ook al val je halverwege een repetitie binnen – in minder dan een oogwenk helemaal in het verhaal. Bij het zingen is dat wel een uitdaging, legt sopraan en initiatiefneemster Klaartje van Veldhoven (huisvrouw Karin) tijdens de dinerpauze uit. Het zit hem in het vinden van de balans tussen een operaklank met voldoende body en een goed verstaanbare tekst. „We zijn in de klassieke muziek niet gewend om naar onversterkt Nederlands te luisteren”, vult Van de Woerd aan. „Zodra je hoort dat er in het Nederlands wordt gezongen, dan wil je ook echt alle lettergrepen verstaan.” En juist het Nederlands is voor zangers soms lastig. Prins: „In het Italiaans eindigen woorden op een klinker, en dat zingt lekker. In het Nederlands heb je dat niet. Vaak zingen zangers een noot alsnog helemaal op de klinker en plakken ze iets als ‘-ngst’ aan de volgende noot. Dan gaat de verstaanbaarheid snel naar beneden.” Als de balans eenmaal is gevonden, dan is het genieten, vindt Van Veldhoven „Je merkt dat het publiek gelijk op je reageert. Het komt veel meer aan dan wanneer je in een andere taal zingt.”
Mobiele opera
Plastic Party! is de derde voorstelling van Het Kofferbak Collectief, waarvan de kern bestaat uit Van Veldhoven, Van de Woerd en accordeoniste Renée Bekkers. Bij deze voorstelling doen ook mezzosopraan Michaela Riener en cellist Charles Watt mee. Het initiatief werd in de coronazomer van 2020 uit nood geboren, toen ze een openlucht-mini-opera gebaseerd op Bachs Bauern-Kantate op poten zetten. Een gouden greep, recenseerde NRC destijds. Twee jaar later volgde Bakkie Bach, rond Bachs Kaffee-Kantate. En nu is er dus mobiele opera nummer drie, waarvan wederom alle spullen in één – vooruit, twee – kofferbakken passen.
Het idee voor Plastic Party! ontstond in 2023, nadat ze hoorden dat Tupperware op een faillisement afstevende. Van Veldhoven: „Dat nieuws sloeg in als een bom. Hoe is het mogelijk dat zo’n bedrijf bijna failliet kan gaan in deze tijd, met alle aandacht voor duurzaamheid en hergebruik?” De ironie van deze vraag, terwijl de wegwerp-verpakkingen van het avondeten op tafel liggen, ontgaat haar niet. „Ja, dit is natuurlijk een slecht voorbeeld’’, zegt Van Veldhoven, terwijl ze op het plastic van haar supermarktsalade tikt. „Wegwerpplastic is er, dus gebruik je het. Eigenlijk zou je je eigen bakje mee moeten nemen, daar geloof ik echt in. Onze voorstelling is een ode aan dat duurzame plastic.”
Vanaf deze week gaat het ‘oogverblindende plasticware’ in de kofferbak. De routekaart van het Kofferbak Collectief is gevarieerd: de ene keer staan ze ‘gewoon’ in een concertzaal, de andere keer in een koffiehuis of schuur. „We worden soms gebeld door de meest bizarre plekken waarvan je niet eens wist dat ze in Nederland bestonden. Vorige week stonden we nog in het prachtige Bomenmuseum in Doorn’’, zegt Van Veldhoven, waarna de herinneringen over tafel vliegen. Bekkers: „Weet je nog die keer dat we in een boerenstal waren? Bij het omkleden vlogen de zwaluwen letterlijk over je hoofd.” Zo brengt het Collectief opera op locaties waar je het niet zou verwachten. Van Veldhoven: „Er zit weinig opsmuk omheen. We gebruiken minimale middelen, maar de muziek is onverwoestbaar en de uitvoering is van hoge kwaliteit. Het draait puur om wat we willen brengen. Ik heb het gevoel dat de muziek daardoor direct aankomt bij de mensen.”