Buiten de Turks-Islamitische Culturele Stichting in het Haagse Transvaalkwartier hangen zaterdag Turkse én Nederlandse vlaggen. Op het binnenplein verzamelen zich tientallen mensen voor Turkije – Nederland, de kwartfinale van het EK, op grote schermen bij de stichting te zien. De wedstrijd is nog niet begonnen, maar wie nietsvermoedend langsloopt zou denken dat Turkije al heeft gewonnen; jongeren zingen Turkse liederen, spelen op trommels, rode fakkels worden ontstoken.
Voorzitter Tahsin Cetinkaya deelt Turkse vlaggen uit aan de kinderen die klaar zitten voor de wedstrijd. Om zijn nek hangen twee sjaals: een rood, de ander oranje. „Voor ons is vanavond eigenlijk een win-win situatie. Als Turkije verliest, zijn we ook blij dat Nederland wint. We juichen voor ons vaderland, maar we hebben ook respect voor het land waar we in wonen. Respect voor je land is onderdeel van onze cultuur.” Hij grinnikt. „Net zoals toeteren.”
Wolvengroet
Aan de muur hangt een grote poster van de geschorste voetballer Merih Demiral die de ‘wolvengroet’ brengt. Onderaan de tekst ‘Türk, halki seninledir’: Turk, de mensen staan achter je. Demiral werd geschorst toen hij zijn twee goals tegen Oostenrijk vierde met de ‘wolvengroet’; een gebaar dat veel Turken gebruiken als symbool voor trots op hun land, maar dat ook wordt gebruikt als signaal van de Grijze Wolven, een ultranationalistische en extreemrechtse Turkse groepering.
„De wolvengroet is een teken van de Turk”, zegt de dertigjarige Safa Dundar. „Net zoals Nederland de leeuw heeft, hebben wij de wolf.” Voor de wedstrijd is het handgebaar hier en daar te zien, maar zodra het Turkse volkslied wordt gezongen gaan bijna alle handen in de lucht. Pinken en wijsvingers omhoog, ring- en middelvingers tegen de duimen geduwd. Als het Wilhelmus wordt gezongen, gaan de handen weer omlaag – en zingen ze mee.
Gebedskralen
Het is een spannende wedstrijd. Elke keer dat een speler in de buurt komt van de Nederlandse doelman Bart Verbruggen wordt hard op de trommels geroffeld en nog harder gezongen. Door de handen van de 41-jarige Sari Cicek glijdt al sinds het begin van de avond een tasbih – een islamitisch gebedssnoer. De houten kralen dansen negentig minuten onafgebroken langs zijn vingers. „Het helpt voor de wedstrijd.”
Cicek is de wedstrijd komen kijken met zijn dochter. „Nederland is mijn tweede land, voor mijn kinderen het eerste. Winnen of verliezen maakt dus niet uit, zolang het maar vriendelijk gebeurt. Vriendelijk spelen is het belangrijkste.”
Het getrommel stopt in de 70ste minuut, als Nederland de gelijkmaker scoort, nadat Turkije in de eerste helft op voorsprong kwam. Als de wedstrijd eindigt met 2-1 voor Nederland – Oranje scoort snel na de eerste keer nog een keer – is de sfeer heel even niet zo feestelijk meer. De muziek is gestopt, hier en daar valt een traan, er wordt geknuffeld.
Maar de Nederlandse toeschouwers worden gefeliciteerd. En dan worden de rode vlaggen die om schouders zijn gedrapeerd vervangen voor oranje en klinkt uit de speakers het EK-lied ‘Allemaal voor Nederland’. De feestelijkheid is terug, zij het in een andere kleur.
Lees ook
een reportage over Turkije – Nederland vanuit het stadion in Berlijn
Drie jonge jongens overleggen waar ze na de wedstrijd naartoe gaan. Een van hen zegt niet te treuren om de uitslag. „Ik ben voor Nederland, echt, ik zweer het op m’n moeder.” Hij pakt zijn telefoon uit zijn broekzak en loopt gehaast weg. „Net nu ik dat zeg belt ze me.” Wat ze nu gaan doen? Met een sarcastische toon: „Rellen natuurlijk.”
Na de wedstrijd loopt voorzitter Cetinkaya naar de Marktweg, ook wel bekend als de ‘mooiste Oranjestraat van Nederland’. De hele straat is verpakt in oranje, van huizen tot afvalcontainers. Voor deze avond zijn ook Turkse vlaggen opgehangen. De straat is aangekleed door een groep buurtbewoners en ondernemers. Cetinkaya is onderdeel van de organisatie, net zoals de 54-jarige Nelis Ludwig. Zodra de mannen elkaar zien slaan ze hun armen om elkaar heen. Ze feliciteren elkaar. „Wat hebben we allebei goed gespeeld hè?”
Er wordt vuurwerk afgestoken, gejuicht, gedanst. Rode, blauwe en witte fakkels steken boven de menigte uit. „Bij ons is het feest”, vertelt Ludwig. „De Schilderswijk is voor iedereen.”
Onrust
Verderop in de wijk, bij de Vaillantlaan, is de sfeer iets grimmiger. Grote groepen jongeren verzamelen zich langs de 1,5 kilometer lange weg waar toeterende auto’s overheen razen, Turkse vlaggen hangen uit het raam. Auto’s en politie worden met stenen en zwaar vuurwerk bekogeld.
Rond middernacht besluit de Mobiele Eenheid in te grijpen en worden charges uitgevoerd. Dat helpt; de menigte wordt uit elkaar gedreven en verspreidt zich in de omliggende straatjes. Een woordvoerder van de politie zegt zondagochtend tegen Omroep West dat enkele collega’s gehoorschade hebben opgelopen. Er zijn zes aanhoudingen verricht.
De rellende menigte bij de Vaillantlaan vormt een schril contrast met de gemoedelijke sfeer elders in de Schilderswijk. De jongeren van de Turks-Islamitische Culturele Stichting zijn gewoon naar de Oranjestraat gekomen, zegt Cetinkaya. Sommigen van hen zijn buurtvrijwilligers en lopen met gele hesjes door de straat om hun leeftijdsgenoten aan te spreken, om te voorkomen dat er toch onrust ontstaat. Ze werken samen met de politie, die van een afstandje meekijkt.
„We zitten met z’n allen in een chatgroep”, vertelt Cetinkaya. Hij pakt zijn telefoon en laat de groep zien: ‘EK 2024 Marktweg’. „Hierin overleggen we met de politie, de gemeente, ondernemers en andere buurtbewoners.” Het laatste berichtje in de groep komt van Cetinkaya zelf, vlak na de wedstrijd verstuurd: „Gefeliciteerd allemaal”. Iedereen reageert met een rood óf een oranje hartje.