Theo Heuft (1935-2024) kwam nooit helemaal over het verlies van Yab Yum heen

„Toen ik over Yab Yum hoorde, dacht ik: mijn hemel, dit is perfect: een high class bordeel”, zegt oud-bezoeker John in de documentaire Yab Yum (2021) van Anna van ’t Hek. „Er hing een exclusieve sfeer die je gewoon niet kon uitleggen, het was heel bijzonder. En het was net als in Las Vegas: wat gebeurt in Yab Yum, blijft in Yab Yum.”

Zei je Yab Yum, dan zei je Theo Heuft. Heuft, die vorige maand op 89-jarige leeftijd in zijn slaap overleed, bestierde de door hem opgerichte „prachtzaak” – hij nam het woord ‘bordeel’ geregeld in de mond maar sprak liever van ‘nachtclub’ of ‘gentlemen’s club’ – 23 jaar. Daar had hij graag nog 23 jaar aan vastgeplakt, maar de penoze besloot anders, schreef hij in 2009 in zijn autobiografie Yab Yum.

Tramhoutjes

Theo Heuft wordt in 1935 geboren in een katholiek middenklassegezin in Amsterdam Oud-West. In zijn autobiografie vertelt hij hoe het gezin tijdens de hongerwinter in 1944 inventief leert zijn. Vader Heuft stookt illegaal jenever om bij te verdienen, Theo en zijn broer jatten ’s nachts geteerde houtblokjes vanonder de tramrails om te gebruiken als brandhout. Al voor zijn tiende ontwikkelt hij een eigenschap die belangrijk is voor de rest van zijn leven: overleven in moeilijke omstandigheden.

Heuft is, zoals hij later in interviews niet vaak genoeg kan herhalen, erg slecht op school en drijft zijn docenten tot wanhoop. Niet dat hij lui is: als kind helpt hij al mee in de bierhandel van zijn oom, de limonadefabriek van zijn vader en de slijterij van zijn moeder. „Ik heb geen leuke jeugd gehad, eigenlijk helemaal geen jeugd”, schrijft hij. Iedereen is altijd aan het werk, zondag gaan ze naar de kerk en vrije tijd blijft er niet over.

Heuft wil absoluut niet zoals zijn ouders leven en begint te gokken

Als Heuft negentien is sterft zijn vader voor zijn ogen aan een hartstilstand, 52 jaar oud. Hij belt zijn moeder op, die onmiddellijk naar de limonadefabriek komt. „Geloof het of niet, maar zij stond een paar uur later alweer in haar winkel achter de toonbank”, aldus Heuft. „Zij heeft die dag geen traan gelaten. Het werk moest doorgaan.”

Heuft wil absoluut niet zoals zijn ouders leven en begint te gokken, want dat, zo schrijft hij „beloofde in elk geval de kans op een ander leven”. Maar het mondt uit in een verslaving „die ik mijn ergste vijand nog niet gun”. Het is, net als meerdere geflopte zakelijke ideeën een vorm van vluchten: „Ik deed het omdat ik heel graag en snel me de luxe wilde kunnen permitteren waar ik altijd van gedroomd had.”

Luxer dan luxe

Een tijdlang werkt Heuft in de bierverkoop en in casino’s, maar in 1973 maakte hij de overstap naar de seksbusiness. Via een vriend weet hij in 1973 een voormalig casinopand op het Westeinde, tegenover De Nederlandsche Bank, op de kop te tikken en opent er de Bayadera, het eerste luxueuze bordeel van Amsterdam. Heuft huurt taxichauffeurs in om klanten te werven onder passagiers.

Drie jaar later opent Heuft zijn beroemdste bordeel, in een 17de-eeuws grachtenpand op het Singel 295. Alles moet er „luxer dan luxe” ogen, in tegenstelling tot wat er op de Wallen gebeurt. In Yab Yum moet alles klasse ademen en mag geld geen rol spelen. Dan heeft hij ook geen last van concurrentie, zo redeneert hij. Zelfs de wijnglazen moesten de allerduurste zijn, wanden waren bekleed met rood fluweel en er kon hem niet genoeg goudkleurigs zijn – het bleef een bordeel. De entree is 75 gulden, wie met een prostituee naar boven wil betaalt 300 gulden. Drank is gratis, behalve champagne – die in flessen van 350, 450 of 550 gulden komt.

Dat de clientèle doorgaans zeer vermogend is, heeft nog een voordeel: „Niemand wilde geld van je lenen, want iedereen daar was succesvol”, aldus voormalig klant John in de documentaire. „Je was echt onder elkaar.”

Bekend is dat er in die tijd vooral rijke ondernemers en buitenlandse zakenreizigers komen. Ook doen veel beroemdheden de club aan. Een vaak herhaald verhaal is dat er een volledig Italiaans voetbalelftal komt, als beloning voor hun wedstrijdwinst.

Heuft blijft nieuwe concepten rond Yab Yum bedenken maar heeft daarmee weinig succes. Zijn verklaring daarvoor: „Het was niet luxer dan luxe.” Uitbreiding van Yab Yum naar Eindhoven, Uden en Nijmegen en een overname van het Oriental Palace in Breukelen mislukken. Maar de tent in Amsterdam is een groot succes.

Penoze

Eind jaren tachtig heeft de Amsterdamse onderwereld het etablissement inmiddels gevonden als discrete vergaderlocatie. De beruchtste topcrimineel van dat moment, Klaas Bruinsma, is er geregeld te vinden. Als hij een keer een nummer van Pink Floyd wil horen en de manager zegt dat hij even moet wachten tot een ander liedje voorbij is, krijgt hij meteen een pistool tegen zijn hoofd gedrukt. Op een andere avond waarop Bruinsma een geschil heeft met andere drugsbazen slaan de ruziënde criminelen de hele club kort en klein. Schade: drie ton. „Maar ik kon niet naar de politie”, schrijft Heuft . „Bij zulke zware jongens is het dan afgelopen met je.”

Uit vrees het anders niet te overleven, verkoopt Theo Heuft Yab Yum in 1999 aan Hennie Vittali. Zelf vertrekt hij met zijn derde vrouw naar de Bourgogne, waar ze een oude ijzersmederij ombouwen tot chambre d’hôtes. In juni overleed hij in Frankrijk in zijn slaap.
Foto ANP

Klaas Bruinsma, die voor veel problemen zorgt voor Heuft, wordt in 1991 geliquideerd. Dit zorgt slechts kort voor rust. Andere drugsbaronnen als Sam Klepper en John Mieremet beginnen Yab Yum te bezoeken en druk uit te oefenen op Heuft. „Zij dachten dat wat ik deed bij hun hoorde”, schrijft hij. „ De onderwereld was de baas in Amsterdam, en niet het wettelijk gezag.”

Heuft mag graag de stoere man uithangen – „heel mijn leven had ik de rand van het wettelijk toegestane opgezocht, geopereerd in dat spannende, grijze gebied”, schrijft hij in 2009 – tegen de zware misdaad is hij niet opgewassen: „De littekens die ze bij me achterlieten zullen nooit meer verdwijnen.”

Uiteindelijk persen Klepper en Mieremet Heuft af om hem te dwingen zijn zaak van de hand te doen. Uit vrees het anders niet te overleven, verkoopt hij Yab Yum in 1999. In 2007 – Klepper en Mieremet zijn inmiddels geliquideerd – trekt de gemeente de vergunning van het bordeel in.

Heuft vertrekt met zijn derde vrouw naar de Bourgogne, waar ze een oude ijzersmederij ombouwen tot chambre d’hôtes. Heuft komt nooit helemaal over het verlies van Yab Yum heen, maar, zo schrijft hij in zijn autobiografie: „Samen met mijn vrouw geef ik nu gelegenheid tot datgene wat mensen misschien wel het allerliefste doen in bed: slapen.”


Lees ook

Yab Yum: altijd met een been in de onderwereld

Beeld uit de documentaire ‘Yab Yum’.