Kaja Kallas: Europese hardliner tegenover Vladimir Poetin

Kaja Kallas gelooft niet in een plan B, voor als Rusland wint in Oekraïne. „We hebben geen plan B, want dan richten we ons niet meer op plan A”, zei de premier van Estland begin juni tegen de BBC. Plan A is het verdrijven van Rusland uit Oekraïne. Een paar dagen eerder zei ze het ook op een conferentie over steun voor Oekraïne in Tallinn: „Oekraïne moet de oorlog winnen – en Rusland moet begrijpen dat ze hebben verloren. Dat is ons plan A, B en C.”

Kaja Kallas is vorige week door de regeringsleiders in de Europese Raad genomineerd als de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. Haar benoeming moet in het najaar nog worden bevestigd door het Europees Parlement, tegelijk met die van de andere leden van de Europese Commissie. Kallas is de opvolger van de Spanjaard Josep Borrell en de vijfde EU-buitenlandchef sinds de functie in 1999 werd ingesteld.

Kallas houdt van duidelijke taal. Vraag mensen die haar kennen naar haar karakteristieke eigenschappen en ze zeggen: ze is open, communicatief, helder. Ze heeft geen verborgen agenda. Ze zegt wat ze vindt en draait er niet omheen. Al voordat Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel, was haar boodschap consistent: Rusland is een imperialistische mogendheid, Poetin is een gewelddadige agressor, het Westen moet hem stoppen.

Na de invasie werd Kallas de meest zichtbare en meest uitgesproken pleitbezorger in de EU van harde maatregelen tegen Rusland. Het leverde haar in internationale media de bijnaam ‘new Iron Lady’ op, en etiketten als ‘havik’ en ‘hardliner’. In toespraken, interviews en gesprekken met buitenlandse collega’s: onvermoeibaar pleitte Kallas voor meer wapens en meer geld voor Kyiv, zwaardere sancties tegen Rusland en het benutten van Russische tegoeden voor wederopbouw in Oekraïne. Als elk NAVO-land 1 procent van het bbp aan Oekraïne zou geven, kan Oekraïne winnen, aldus Kallas.

Het kleine Estland (1,3 miljoen inwoners) geeft het goede voorbeeld. Al in december 2021 leverde het Baltische buurland van Rusland de eerste wapens aan Oekraïne. De defensie-uitgaven, al jaren rond de NAVO-norm van 2 procent van het bbp, bedragen dit jaar 3,2 procent van het bbp (1,3 miljard euro). In de Ukraine Support Tracker van het Kiel Institute staat Estland met een bijdrage van 1,6 procent van het bbp boven aan de ranglijst van landen die Oekraïne steunen (Nederland staat met 0,6 procent op de achtste plaats).

Dat Kallas (47) de overstap maakt van nationale politiek aan de rand van Europa naar een topfunctie in het hart van de Europese Unie wekt geen verbazing. Sinds de Russische oorlog tegen Oekraïne heeft de mediagenieke politicus zich maximaal geprofileerd op het internationale toneel, met een combinatie van opgewektheid, onverzettelijkheid en duidelijkheid.

Ontmoeting met de Oekraïense president Zelensky in Tallinn.
Bij de Vredestop voor Oekraïne in het Zwitserse Luzern vorige maand.

Foto’s: Raul Mee / EPA, Ludovic Marin / AFP

Vóór 2022 was haar benoeming als EU-buitenlandchef ondenkbaar, zegt analist Kristi Raik, adjunct-directeur en hoofd buitenlands beleid van denktank ICDS in Tallinn. „Niet alleen omdat ze minder bekend was, maar vooral omdat EU en NAVO nu veel meer een gemeenschappelijk beleid hebben: Rusland is de vijand.” Wat niet betekent dat Kallas in haar nieuwe functie net zo hard kan uithalen naar Rusland als ze gewend was, zegt Raik. „In de EU gaat het om consensus. Ze zal haar retoriek moeten intomen, maar ik denk dat ze dat wel kan.”

Een politieke carrière was niet vanzelfsprekend voor Kallas. Ze studeerde rechten omdat ze aanvankelijk juist niet het pad van haar beroemde vader wilde volgen. Siim Kallas richtte in 1994 de liberale Hervormingspartij (Reformierakond) op, was minister, parlementariër en premier en tussen 2004 en 2014 Eurocommissaris. Kaja Kallas wilde niet steeds met hem worden vergeleken, vertelde ze vorig jaar in de Griekse Vogue.

Een carrière als mededingingsadvocaat bleek echter weinig bevredigend. Op haar 27ste was Kallas al partner, op haar 32ste partner bij een ander kantoor. „Ik speelde de hele dag golf, want dat was hoe mijn collega’s van rond de zestig hun tijd doorbrachten.” In 2010 werd ze lid van de partij die haar vader had opgericht, een jaar later kwam ze in het Estse parlement.


Lees ook

deze reportage over de grensbewakers van Estland

In het zuidoosten van Estland wordt op de grens met Rusland een hek geplaatst. Eind volgend jaar moet het klaar zijn.

Van 2014 tot 2018 zat Kallas in de liberale fractie van het Europees Parlement, waar ze zich richtte op mededinging, technologie en de digitale markt. Aan het einde van haar termijn gold ze als een van de invloedrijkste Europarlementariërs. In Brussel ontmoette ze internet- en privacy-expert Marietje Schaake, nu verbonden aan Stanford University in Californië en nog steeds een vriendin. Schaake: „We waren even oud, we konden het goed met elkaar vinden. We hadden een wekelijks eetgroepje, waar we veel flauwe grappen maakten.”

Kenmerkend voor Kallas vindt Schaake dat ze veel leest over politiek en geschiedenis en ervan geniet om „de diepte in te gaan”. „Ze had een boek gelezen van historicus Mary Sarotte over de NAVO-uitbreiding [Not One Inch: America, Russia, and the Making of Post-Cold War Stalemate, 2021] en was het niet eens met de conclusies. Dan nodigt ze haar uit voor een discussie tijdens de Veiligheidsconferentie in München.” Kallas en Sarotte zijn het op een vrolijke en respectvolle manier oneens met elkaar, blijkt uit de opname van het gesprek. En passant kapittelt Kallas Sarotte als die het woord ‘expansie’ gebruikt in plaats van ‘uitbreiding’. „Dat is het Russische narratief.”

In 2018 keerde Kallas terug naar Tallinn en werd ze gekozen als leider van de Hervormingspartij. Bij de verkiezingen van 2019 haalde de partij 29 procent van de stemmen, maar bleef toch buiten de regering. Twee jaar later volgde een herkansing en werd Kallas de eerste vrouwelijke premier van Estland. Vorig jaar won haar partij bij de verkiezingen en begon zij aan haar derde kabinet. Vanwege haar vertrek naar Brussel werd vorig weekend haar opvolger als premier aangewezen.

In Estland is Kallas minder geliefd dan in het buitenland, zegt politicoloog en politiek commentator Tõnis Leht vanuit Tallinn. „Ze is heel succesvol in het internationaal vertegenwoordigen van Estland, maar hier is kritiek op de economische neergang en begrotingsproblemen.” Botsend met de liberale partijprincipes moest Kallas de belasting verhogen om de defensie-uitgaven te kunnen betalen. Leht: „De regering neemt al een half jaar geen besluiten omdat het onduidelijk was of Kallas wel of niet weg zou gaan.”

In augustus vorig jaar bleek dat Kallas’ echtgenoot, bankier Arvo Hallik, deels eigenaar was van een bedrijf dat nog steeds zaken deed in Rusland. Het schandaal „trok de geloofwaardigheid van Estland in twijfel”, zei de president. Volgens Leht was het niet zozeer de kwestie zelf die schadelijk was voor Kallas, haar rol was beperkt. „Haar aanhangers vonden vooral de manier waarop ze in de media reageerde teleurstellend.” Kallas sprak van een „heksenjacht”.

Kallas’ visie op Rusland wortelt in de geschiedenis van haar land en haar familie. Ze werd geboren in 1977, toen Estland bezet werd door de Sovjet-Unie. Op haar elfde nam haar vader haar mee naar Oost-Berlijn. Bij de Brandenburger Tor kon ze „de lucht van de vrijheid” van de andere kant inademen, zei haar vader. Een jaar later viel de Muur, twee jaar daarna viel de Sovjet-Unie uit elkaar. Kallas was veertien.

Ik hoor bij de gelukkige generatie die in een onvrij land is geboren

In een interview in Time zei ze: „In de laatste dertig jaar zijn we een saai Noord-Europees land geworden waar vrijheid vanzelfsprekend is, onze jongeren leven zonder angst. Dat is heel mooi, het betekent dat we iets goed hebben gedaan. Maar ik denk altijd dat ik bij de gelukkige generatie hoor die in een onvrij land is geboren, omdat het me echt dankbaar maakt dat we nu vrij zijn.”

Zoals veel Esten is de familie van Kallas getekend door het trauma van de deportaties onder Stalin. Gedwongen volksverhuizingen waren een geliefde strategie van de Sovjet-leider, in dit geval om de Baltische landbouw te collectiviseren en het nationale verzet te breken. Op 25 maart 1949 werden Kallas’ moeder, zes maanden oud, grootmoeder en overgrootmoeder gedeporteerd naar Siberië, een tocht van drie weken in veewagens. Het was de tweede grote deportatie door Moskou, ruim twintigduizend Esten werden afgevoerd. De vrouwen overleefden dankzij een meegenomen naaimachine, waarmee ze tegen betaling kleren konden herstellen. Tien jaar later keerde Kallas’ moeder terug naar Estland, later werd ze arts. Een monument net buiten Tallinn, geopend in 2018, herinnert aan de slachtoffers van de Sovjet-bezetting.

Het verleden klinkt altijd door als Kaja Kallas spreekt. De vrouw die namens 27 lidstaten met één stem over het buitenlandse beleid moet gaan spreken, ziet wel degelijk een kloof tussen Oost- en West-Europa. Dat blijkt uit een essay dat ze eind 2022 schreef voor het blad Foreign Affairs en dat bovenaan haar account op X (292.800 volgers) prijkt. Daarin schrijft Kallas: „Na de Tweede Wereldoorlog verloren wij Esten alles aan de Sovjet-terreur: we verloren ons territorium, onze vrijheid en een vijfde van onze bevolking. We werden vergeten en verlaten achter het IJzeren Gordijn.”

Foto Stephanie Lecocq / ANP/EPA

Toch klinkt Kallas nooit verbitterd. Van haar moeder leerde ze dat het onbeleefd is om ‘Ik zei het toch’ te zeggen, ook al is daar voldoende reden toe tegenover West-Europeanen die de Russische dreiging ondanks Baltische waarschuwingen jarenlang hebben ontkend. Kallas is slim en diplomatiek genoeg om te weten dat ze met lichtheid meer bereikt dan met boosheid.

Of met humor. Haar scepsis over de kandidatuur van Mark Rutte als NAVO-chef verwoordde ze eind 2023 als volgt: „De nieuwe secretaris-generaal zou uit een nieuwe lidstaat moeten komen, moet uit een land komen dat minstens 2 procent van het bbp aan defensie heeft besteed en is bij voorkeur een vrouw. Logisch dus dat het Mark Rutte moet zijn.” Kallas werd vaak genoemd voor de NAVO-baan, maar was formeel geen kandidaat.

In maart trok een anonieme EU-functionaris in een artikel op nieuwssite Politico Kallas’ geschiktheid als EU-buitenlandchef in twijfel, vanwege haar anti-Russische stellingname. „Gaan we echt iemand die Russen verslindt bij het ontbijt op deze plek zetten”, was de retorische vraag. Kallas reageerde op X met een foto van haar ontbijt: een kom muesli met yoghurt en bosbessen.

Overigens zijn de gevoelens tussen Kallas en het Kremlin wederzijds. In februari ontdekte het onafhankelijke Russische medium Mediazona dat Kallas, als enige regeringsleider, op een lijst staat met Europeanen die Rusland wil arresteren. Aanleiding is de verwijdering van monumenten ter ere van het Rode Leger in Estland, met name een tank in grensstad Narva. Kallas was niet onder de indruk: „Dit is opnieuw een bewijs dat ik het juiste doe.”


Lees ook

over de banencaroussel in Brussel

Het Europees Parlement op zondagavond 9 juni, na de verkiezingen in de 27 EU-landen. Voorzitter Roberta Metsola maakt een grote kans om herkozen te worden.

De Italiaanse premier Giorgia Meloni stemde vorige week tegen de nominatie van Kallas. Volgens EU-watchers had ze daar twee motieven voor. Meloni vindt dat de liberale fractie Renew geen recht heeft op de topfunctie, gezien de winst van rechtse partijen bij de Europese verkiezingen. Daarnaast zou ze vrezen dat de EU zich te veel gaat richten op het Oosten en Oekraïne en te weinig op het Middellandse Zeegebied en migratie.

Politicoloog Tõnis Leht legt een verband tussen de twee motieven. „Juist omdat radicaal-rechts heeft gewonnen bij de Europese verkiezingen en in Frankrijk, zitten we met meer partijen die het gevaar van de Russische dreiging onderschatten. Goed dus dat er iemand aantreedt die dat gevaar op waarde schat.” Analist Kristi Raik relativeert de macht van Kallas. „Ze kan accenten plaatsen, maar ze kan niet de koers verleggen. West-Europa krijgt dankzij haar meer oog voor de zorgen in Oost-Europa, maar ik verwacht geen radicale veranderingen in het buitenlandbeleid van de EU. Ik verwacht wel meer helderheid in de communicatie.”