Veel verliezen, weinig terreinwinst: Rusland profiteert nauwelijks van verzwakte Oekraïense krijgsmacht

Vanuit het Kremlin moet president Poetin in januari van dit jaar tevreden hebben toegekeken hoe de situatie in Oekraïne zich ontvouwde. Rusland was op het slagveld numeriek superieur, en de Oekraïense munitievoorraden bereikten kritieke niveaus nadat de Verenigde Staten de wapenleveranties hadden opgeschort. Tegelijkertijd ontbeerden de Europese bondgenoten de middelen om de acute munitieschaarste te verlichten. En dat president Volodymyr Zelensky in Kyiv zijn hoogste generaal verving, Valeri Zaloezjny, was allerminst een teken van kracht. Net zo min als het stroperige politieke proces rond de Oekraïense mobilisatie.

Voor Moskou stonden, kort gezegd, alle seinen op groen om vol in de aanval te gaan langs het oostelijke front, zeker na de verovering van Avdiivka en Poetins herverkiezing als president. Toch hebben de Russen in de eerste helft van dit jaar grotendeels „gefaald” om de kansen te verzilveren die zich plotseling voordeden, stellen militaire analisten, onder wie Mick Ryan, oud-generaal in de Australische krijgsmacht. „Dit was waarschijnlijk Ruslands beste kans om significante vooruitgang te boeken op het slagveld.” Ook de Britse militair historicus Sir Lawrence Freedman laat zich ontvallen dat hij „had verwacht dat het Russische leger inmiddels meer terreinwinst had geboekt”.

Ja, de Russen zijn langs een groot deel van het duizend kilometer lange front in het offensief, en zij slagen er stukje bij beetje in terrein te veroveren. Maar een grote doorbraak, zoals ook in Kyiv werd gevreesd, bleef uit. De Oekraïense munitietekorten waren afgelopen voorjaar zó groot dat Russische artilleristen op veel plekken tien keer zoveel granaten konden afschieten. „President Poetin en Moskou hebben echt geprobeerd om grote winst te boeken, om dit voorjaar door de frontlinies heen te breken”, zei Jens Stoltenberg, de afzwaaiende secretaris-generaal van de NAVO, onlangs tegen The New York Times. „Ze hebben het geprobeerd, en ze hebben gefaald.”

Dit was waarschijnlijk Ruslands beste kans om significante vooruitgang te boeken op het slagveld

Mick Ryan
oud-generaal Australische krijgsmacht

Winteroffensief

Het Russische winteroffensief was dit jaar beduidend actiever dan een jaar eerder, toen de indringers zich langs de linies diep ingroeven in de bezette gebieden. Alleen bij Bachmoet gingen de Wagnertroepen van Jevgeni Prigozjin die winter volop in de aanval.


Lees ook

Met een systematische aanvalscampagne wil Oekraïne de bezette Krim onhoudbaar maken voor de Russen

Een Russisch marineschip vorige zomer bij de Krimbrug over de Straat van Kertsj.

De afgelopen zes maanden richtten de Russen zich op het hele oostelijke front, waar Oekraïense eenheden overal onder zware druk kwamen te staan en langzaam terrein moesten prijsgeven. Met name ten westen van Bachmoet, bij het stadje Tsjasiv Jar, en ten westen van Avdiivka voeren de Russen nog dagelijks zware aanvallen uit. Donderdag moesten Oekraïense eenheden zich zelfs terugtrekken uit posities in een oostelijk district van Tsjasiv Jar. Maar over de hele linie blijft de Russische terreinwinst gering, en de kracht van het offensief lijkt geleidelijk af te nemen.

Een vrouw schuilt in haar flatgebouw tijdens een Russische aanval eind juni op Toretsk, een stad tussen Adiivka en Bachmoet.
Foto Roman Pilipey/AFP

De grootste winst behaalde Moskou toen Russische troepen in mei verrassend vanuit het noorden op twee plaatsen de grens overstaken, richting Charkiv. Met die manoeuvres willen de Russen volgens westerse analisten een bufferzone in de grensstreek creëren, om de stad Belgorod te beschermen tegen Oekraïense luchtaanvallen. Bovendien zou Moskou hiermee Oekraïne willen dwingen troepen over te plaatsen uit andere brandhaarden, zoals de Donbas.

Opmars stagneert

De vraag is hoeveel het Russische offensief Moskou uiteindelijk oplevert. De opmars lijkt vrijwel overal gestagneerd, ook ten noorden van Charkiv. Dat komt vooral dankzij de hervatting van de Amerikaanse wapen- en munitieleveranties aan Oekraïne, eind april. Af en toe sijpelen zelfs berichten door van Oekraïense tegenaanvallen.

De prijs die Moskou heeft betaald is volgens NAVO-topman Stoltenberg „zeer hoog”. Volgens berekeningen van de Oekraïense oorlogscartograaf War Mapper hebben de Russen dit jaar in Oekraïne gebieden bezet met een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 513 vierkante kilometer; dat komt ongeveer overeen met een derde van de provincie Utrecht. Een leger dat beter was getraind en geleid dan de Russische krijgsmacht had de situatie op de grond meer uitgebuit, concludeert militair analist Ryan.

Dat geldt des te meer als de Russische territoriale winst wordt afgezet tegen de verliezen. Over de aantallen slachtoffers aan beide zijden bestaat grote onzekerheid. Maar westerse inlichtingendiensten zijn eensgezind in hun analyse dat Rusland enorme verliezen lijdt. Volgens Oekraïne zijn alleen al dit jaar ruim 180.000 Russische militairen uitgeschakeld – gedood of verwond. Dat zou neerkomen, onderstreept Ryan, op bijna 360 Russische slachtoffers per veroverde vierkante kilometer.

President Zelensky zei eind juni in een interview met The Philadelphia Inquirer dat er op dit moment onder Russische troepen zes keer zoveel doden vallen als aan Oekraïense kant. Volgens het Britse ministerie van Defensie en westerse inlichtingendiensten verloren de Russen in de maand mei elke dag gemiddeld 1.200 manschappen, gedood of gewond. Dat was volgens de Britten „het hoogst gemelde aantal sinds het begin van de oorlog”. Dergelijke verliezen worden volgens Kyiv ook deze maand nog opgetekend.

Menselijke munitie

Dat bevestigt dat aan de Russische manier van oorlogvoeren weinig verandert. Elke stap voorwaarts gaat ten koste van veel mensenlevens. Het zijn vaak slecht getrainde militairen die als ‘menselijke munitie’ vooruit worden gestuurd om de Oekraïense verdedigers in hun loopgraven te overweldigen, zo gaven Russische soldaten de afgelopen maanden zelf aan.

Er zijn er niet veel die dat overleven, vertelde een Russische soldaat vorige maand, nadat hij met zijn honderd man sterke eenheid door hun commandant tot aanvallen was gedwongen bij het grensstadje Vovtsjansk in de regio Charkiv. Slechts twaalf van hen konden navertellen hoe dat was afgelopen.

Eerder in de oorlog kwamen vergelijkbare getuigenverslagen over menselijke aanvalsgolven naar buiten rond de belegeringen van Bachmoet en Avdiivka. Maar hoe groot de Russische verliezen ook zijn, Amerikaanse regeringsfunctionarissen vertelden recent tegen The New York Times dat Moskou de uitgedunde eenheden aan het front nog steeds kan aanvullen met nieuwe rekruten. Elke maand zou Rusland 25.000 tot 30.000 nieuwe soldaten rekruteren, wat ruwweg overeenkomt met de verliezen op het slagveld.

Stroomtekorten

Rusland wist niet volop te profiteren van de schreeuwende Oekraïense munitieschaarste, maar dat betekent niet dat Oekraïne de moeilijke maanden ongeschonden is doorgekomen. De Oekraïense bevolking en haar strijdkrachten keken wekenlang machteloos toe hoe de Russen steden en civiele infrastructuur aanvielen met raketten, drones en glijbommen. Vooral de elektriciteitsvoorziening liep enorme klappen op. Veelzeggend is dat Oekraïne in de maand juni meer stroom importeerde dan in heel 2023.

Een straatmuzikant speelt piano in Kyiv tijdens een gedeeltelijke stroomstoring in juni dit jaar. Door schade aan het Oekraïense elektriciteitsnetwerk zullen de stroomtekorten voorlopig aanhouden.
Foto Roman Pilipey/AFP

Nieuwe westerse luchtafweersystemen, zoals Patriot, en de komst van F-16’s zouden betere bescherming moeten bieden. Op de NAVO-top in Washington, van 9 tot 11 juli, mag Oekraïne volgens Amerikaanse bronnen „goed nieuws” verwachten over de nieuwe luchtverdedigingssystemen waar het land al maanden om vraagt. En de Amerikaanse regering zegde woensdag een steunpakket ter waarde van 2,2 miljard dollar (2 miljard euro) toe, onder meer voor een onbekend aantal broodnodige Patriotraketten. Toch is de schade aan het Oekraïense elektriciteitsnetwerk al zo groot dat de stroomtekorten zullen voorlopig aanhouden.


Lees ook

In één week achthonderd glijbommen op Oekraïne: Zelensky wil toestemming om Russische vliegvelden aan te vallen

Een postdistributiecentrum in Charkiv werd zondag aangevallen met een Russische glijbom. Daarbij viel een dode en raakten negen mensen gewond.

Gezien de penibele positie waarin de Oekraïense fronttroepen de afgelopen maanden verkeerden, is het opmerkelijk dat Kyiv zijn aanvalscampagne achter de linies in Rusland wist uit te breiden. Na succesvolle aanvallen met zeedrones tegen de Russische Zwarte Zeevloot vorig jaar volgden dit jaar drone-aanvallen tegen de Russische olie-industrie en de militaire infrastructuur, en raketaanvallen op luchtverdedigingssystemen en installaties voor elektronische oorlogvoering. Vooral op de Krim lijkt die strategie van militaire verzwakking van de Russische bezetter vruchten af te werpen.

Oekraïens tegenoffensief

Westerse analisten verwachten inmiddels dat Oekraïne de situatie aan de frontlinies in de tweede helft van het jaar verder kan stabiliseren. Daarnaast kan Kyiv wellicht gaan denken aan een nieuw tegenoffensief in 2025. President Zelensky zei woensdag in een interview met Bloomberg dat de Oekraïense krijgsmacht er op personeelsgebied beter voorstaat dan een paar maanden geleden, maar dat de mogelijkheden om een tegenoffensief te beginnen afhangen van de bewapening van de Oekraïense troepen. En daar speelt, opnieuw, het Westen een cruciale rol. Volgens Zelensky telt de Oekraïense krijgsmacht op dit moment veertien brigades die onvoldoende bewapend zijn, ondanks toezeggingen van westerse bondgenoten om die wapens te leveren.

Die analyse maakte ook het Institute for the Study of War (ISW), afgelopen woensdag. Kyiv spant zich maximaal in om de tekorten aan manschappen weg te werken, maar de analisten van de denktank in Washington vrezen dat vertraagde en beperkte westerse wapenleveranties ervoor zorgen dat Oekraïne zijn nieuw geformeerde brigades onvoldoende kan bewapenen. „Tijdige en gepaste westerse veiligheidssteun blijft cruciaal voor het tijdstip en de schaal waarop de Oekraïense strijdkrachten het initiatief op het slagveld kunnen hernemen en in de toekomst operationeel significante tegenoffensieven kunnen uitvoeren.”