Oud-rechter Baltasar Garzón: ‘Partijdige rechtspraak bedreigt de Spaanse democratie’

Baltasar Garzón (68) zit aan een gigantisch bureau vol stapels papier op zijn kantoor in hartje Madrid. De oud-onderzoeksrechter van het Spaanse hoger gerechtshof is bescheiden gekleed, in een grijs colbert. Daaronder schuilt een strijdlustige man, die wereldwijd bekendheid vergaarde toen hij in oktober 1998 een internationaal arrestatiebevel uitvaardigde tegen de Chileense oud-dictator Augusto Pinochet, toen die op bezoek was in Londen. Vele andere spraakmakende zaken zouden volgen, bijvoorbeeld rond Guantánamo Bay, waar de VS na de aanslagen van 11 september 2001 vermeende Al-Qaida- en Talibanstrijders vastzetten.

Garzón en zijn familie moesten jarenlang beveiligd worden. In 2010 ging de onderzoeksrechter door een diep dal toen hij zelf onderwerp werd van strafrechtelijke vervolging vanwege zijn onderzoeken naar misdaden die verband hielden met het Franco-regime en een grootschalig corruptieschandaal in de conservatieve Partido Popular. Hij werd uit zijn functie gezet na aanklachten door de rechtse activistische organisatie Manos Limpias (Schone Handen). „Ik ben het slachtoffer geworden van de politisering van het rechtssysteem.” Garzón werd gerehabiliteerd, maar keerde niet terug als rechter – hij werkt nu als advocaat.

Datzelfde Manos Limpias zit nu achter de vrouw van de huidige premier Pedro Sánchez aan: vrijdag moet Begoña Gómez voor de rechter verschijnen in een onderzoek naar corruptie. Aan de basis van het onderzoek liggen vooral berichten die door Manos Limpias van bekende fakenieuwskanalen zijn geplukt, maar de onderzoeksrechter zegt dat hij ook over ander bewijs beschikt. Het leidde tot een politieke rel toen premier Sánchez vanwege de beschuldiging van zijn echtgenote dreigde op te stappen als premier.

„Ik heb de rechterlijke macht altijd gezien als een systeem van rechtvaardigheid, gelijkheid en dienstverlening aan het volk. Ongeacht je sociale of economische klasse”, zegt hij, terwijl hij zijn vingers verstrengelt. Maar dat rechterlijke systeem staat onder druk, ziet hij. „Ik maak me grote zorgen door wat er in Europa gebeurt met de groei van uiterst rechts.”

Hoe kan het dat een organisatie als Manos Limpias de macht heeft om rechters, politici en zelfs hun partners te laten vervolgen?

Baltasar Garzón: „In Spanje bestaat een grondwettelijk instituut dat acción popular (volksactie) heet. Dit betekent dat iedere Spaanse staatsburger of organisatie namens het volk om strafrechtelijk onderzoek kan vragen. Je stapt dus naar bijvoorbeeld een rechter of openbare aanklager met een verdenking van een strafbaar feit. Denk aan machtsmisbruik, verduistering, moord, drugshandel, enzovoorts. De klacht moet onderbouwd zijn met bewijsstukken, waar de rechter of het OM zich dan over buigt om te beoordelen of een onderzoek moet worden gestart. In dit geval had de Guardia Civil die verantwoordelijk is voor het vooronderzoek besloten dat er onvoldoende bewijs was, maar een individuele rechter besliste anders.

„Die mogelijkheid tot burgerparticipatie wordt steeds vaker als instrument gebruikt om politieke druk uit te oefenen. Of het nu om bedrijven, politici of politieke partijen gaat. De organisatie Manos Limpias van Miguel Bernad heeft willekeurige nieuwsberichten verzameld over de vrouw van premier Sánchez, afkomstig van fake-newskanalen, en dit bij een rechter gepresenteerd als mogelijke criminele activiteiten.

„Bernad heeft vaker de aanval geopend op linkse en progressieve politici en journalisten. Pure intimidatie en een poging tot het vernietigen van alles wat progressief is.” 

Wat betekent dit voor premier Sánchez? 

„Dit is overduidelijk een poging om hem te delegitimeren. Er is al bijna twee maanden een kruistocht gaande tegen zijn vrouw. De acción popular is een wapen dat wordt gebruikt tegen de premier, met steun van de rechtse partijen.

„Als een rechter je oproept om te getuigen, zullen mensen in het algemeen zeggen: er zal wel iets aan de hand zijn, want een rechter gaat een dergelijk persoon niet zomaar oproepen. Uiteindelijk zal de rechter het onderzoek sluiten, want er is geen strafbaar feit. Maar de schade is dan al aangericht. En politieke partijen die er baat bij hebben om de premier als corrupt neer te zetten, gebruiken de zaak voor eigen gewin.”


Lees ook

Radicaalrechtse klaagclub zorgt ervoor dat Spaanse premier Sánchez zijn werk neerlegt

De Spaanse premier Pedro Sánchez en zijn echtgenote Begoña Gómez Fernández in een nieuwsuitzending in een bar in Bilbao, 25 april.

Waarom gaan rechters hierin mee?

„Dat is de kwestie die moet worden opgehelderd. Waarom gaat een rechter, op basis van inconsistent nieuws door met een openbare procedure? Hij heeft gezegd dat hij over nieuw bewijsmateriaal beschikt. Maar dat betwijfel ik. Ik denk dat deze rechter bevooroordeeld is. Ook rond de Europese verkiezingen nam hij enkele zeer discutabele beslissingen. Vier dagen voor de verkiezingen riep hij de vrouw van de premier op om straks bij de rechtbank te verschijnen. De verkiezingscampagne draaide daarna alleen nog maar hierom en over de legitimiteit van Sánchez. 

„En dat gebeurt steeds vaker. Het gebruik van een rechterlijk besluit voor politieke doeleinden, ook wel lawfare genoemd. Dat zagen we onder meer ook bij de amnestiewet.” Garzón doelt op de wet waarbij Catalanen die een rol speelden bij het organiseren van het illegale onafhankelijkheidsreferendum in 2017, gratie krijgen. „Sommige rechters en aanklagers gingen protesteren en zeiden dat ze deze wet, nog voor ze werd aangenomen, niet zullen handhaven. Dat is de dynamiek in het land: de rechterlijke macht die zich politiek uitlaat.”

De politisering van de rechtspraak gaat zelfs zo ver dat Brussel zich ermee moest bemoeien. De oppositiepartij Partido Popular en de regerende sociaal-democratische partij van Sánchez kunnen het al jaren niet eens worden over de vernieuwing van de Algemene Raad voor Justitie, het bestuursorgaan van rechters in Spanje. De meerderheid van de Raad is conservatief en dat moet anders, vinden de sociaal-democraten. Na bemiddeling door Eurocommissaris Didier Reynders (Justitie) in Brussel is vorige week dinsdag een akkoord ondertekend dat de onafhankelijkheid van het rechtssysteem moet versterken.

Wat is ervoor nodig om het rechterlijk systeem te veranderen? 

„Het is triest dat we de kwestie van gerechtigheid niet in ons eigen land kunnen oplossen en daarvoor naar Brussel moeten gaan. In Spanje heeft de rechterlijke macht een hoofdzakelijk conservatief karakter. Acht op de tien aanklagers en rechters is conservatief. Dus als je daar ook die politieke dynamiek aan toevoegt, dan heb je een standpunt dat geen weerspiegeling is van de Spaanse samenleving. Je kunt zeggen dat de samenleving hier 50 procent progressief en 50 procent conservatief is. Maar in de rechterlijke macht is het 80 om 20. Dat moet rechtgetrokken worden.  

„Ik ben er bijvoorbeeld ook geen voorstander van dat de rechters de leden van de Algemene Raad voor de Rechtspraak in zijn geheel kiezen. Rechters kiezen de nieuwe rechters en de aanklagers de nieuwe aanklagers. Zo blijft de verhouding scheef.”

Loopt de Spaanse democratie gevaar?

„Ja, zonder enige twijfel. In Spanje zijn de symptomen van politiek verval aanwezig: in het politieke debat, de rechterlijke macht en de groeiende aanwezigheid van uiterst rechts. En daarbij verschuift de Partido Popular steeds meer richting uiterst rechts, om meer macht te verkrijgen.

„En de rechterlijke macht buigt voor extremisme. Rechten van vrouwen worden ondermijnd, de rechten van de lhbti+-gemeenschap lopen gevaar, discriminatie neemt toe, het debat rond immigratie wordt steeds feller.  En dat, merkwaardig genoeg, in naam van wat ze bij uiterst rechts vrijheid noemen.” 

U raakte zelf ook verstrikt in het rechtssysteem waar u voor werkte.

„Ja, ik werd geschorst nadat ik onderzoek had gedaan naar corrupte politici binnen de conservatieve partij, de Partido Popular. Dat was het grootste politieke corruptieschandaal in de Spaanse democratie.

„In 2008 begon ik een onderzoek naar de misdaden tegen de menselijkheid die werden begaan onder het regime van dictator Francisco Franco, die regeerde tussen 1939 en 1975. Na twee jaar werd ik geschorst, omdat het Hooggerechtshof oordeelde dat het onderzoek onrechtmatig was.

„Een comité van de Verenigde Naties oordeelde later unaniem dat deze rechterlijke besluiten partijdig en oneerlijk waren. Met andere woorden: ik was het slachtoffer van lawfare, de politisering van de rechtsgang. Die uitspraak van de VN zie ik als een soort poëtische rechtvaardigheid.”

Hoe ziet u de toekomst?

„Ik ben stoïcijns. Het verleden kun je niet veranderen, je kunt er alleen van leren om de toekomst te verbeteren. Ik ben heel bang voor de autoritaire drift die we zien in landen waarvan ik me nooit had kunnen voorstellen dat uiterst rechts zich er zou reproduceren: Duitsland, Frankrijk, of Italië, waar de fascistische groet in januari van dit jaar op een groot plein massaal werd gebracht en er verder niets gebeurde. Dat is een slechte ontwikkeling. Het enige wat ik kan doen, is het onder ogen zien en de wetten laten naleven en deze proberen te beschermen.”