Vrouwelijke rechters verdienen minder dan hun mannelijke collega’s en dat pikken ze niet (meer)

„Het gaat niet om mij als persoon, maar om alle vrouwelijke rechters, officieren van justitie en eigenlijk alle vrouwen in Nederland. Dat er een loonkloof bestaat is een groot probleem en ik hoop hiermee bij te dragen aan het aankaarten daarvan. Het is belangrijk dat die ongelijkheid verdwijnt.”

Woensdag stelde strafrechter Marlies Spooren de Nederlandse staat aansprakelijk voor de jarenlange ongelijke beloning van vrouwelijke rechters en officieren van justitie. Samen met een collega-rechter en Bureau Clara Wichmann, dat op juridisch vlak strijdt voor gendergelijkheid, eist ze een einde aan de ongelijke beloning van vrouwelijke magistraten. Ook wil ze compensatie voor de verschillen in het verleden. Komt die toezegging niet binnen twee weken, dan stappen de eisers naar het College voor de Rechten van de Mens.

Nederland telt bijna 2.700 rechters, 61 procent van hen is vrouw. Volgens Bureau Clara Wichmann krijgen zij 3,5 procent tot bijna 10 procent minder betaald dan mannen. Dat is deels het gevolg van de loonkloof tussen mannen en vrouwen buiten de rechtspraak. Wie rechter wil worden moet namelijk werkervaring buiten de rechtspraak hebben opgedaan. En omdat rechters bij aanvang van de opleiding worden ingeschaald op basis van hun laatstverdiende loon, komt de loonkloof van buiten de rechtspraak binnen.

Ook zou er sprake zijn van willekeur: zelfs al verdienden mannen en vrouwen in hun baan voor de rechtersopleiding hetzelfde, dan nog krijgen mannelijke rechters soms een hoger startsalaris dan hun vrouwelijke collega’s.


Lees ook

De loonkloof groeit weer. Mannen lijken meer te profiteren van de hoge inflatie

Mannen werken vaker in sectoren zonder cao’s. Waar salarissen niet vastliggen, is ruimte voor onderhandeling.

800 euro verschil

De vrouwelijke rechters kaarten de problematiek al sinds 2018 intern en bij het ministerie van Justitie en Veiligheid aan. In 2021 gaf het ministerie het aan de universiteit gelieerde onderzoeksbureau Erasmus Q-Intelligence opdracht de beloningsverschillen te onderzoeken. Vorig jaar februari deelde toenmalig minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind (D66) de resultaten met de Tweede Kamer. Uit het rapport blijkt dat vrouwelijke rechters en officieren bij aanvang van hun opleiding lager worden ingeschaald en gemiddeld – gecorrigeerd voor onder meer werkervaring – respectievelijk 3,5 procent en 5 procent minder verdienen dan hun mannelijke collega’s. Volgens het onderzoeksbureau verdwijnen die verschillen zodra de vrouwen na hun opleiding (die tussen de vijftien maanden en vier jaar duurt) tot rechter of officier worden benoemd.

Advocaten Marko Jovovic en Fiona Stewart van advocatenkantoor Stibbe, die zich sinds 2020 voor Bureau Clara Wichmann met het beloningsgeschil bezighouden, zien dat anders. Zij achten het ongeloofwaardig dat het beloningsverschil na het afronden van de opleiding bij de benoeming als rechter verdwijnt. „Het is een hele gekke conclusie, want rechters worden na hun opleidingstraject ingeschaald op basis van het salaris waarmee ze de opleiding zijn geëindigd”, vertelt Stewart.

Ook rechter Spooren vindt dat het onderzoek „genuanceerd” moet worden. „Hoe je als rechter wordt ingeschaald, heeft te maken met in welke schaal je de opleiding eindigt. Ik was in 2021 klaar met mijn opleiding en ben in schaal -1 ingeschaald, terwijl veel van mijn mannelijke collega’s in schaal 2 terechtkwamen. Het verschil is ongeveer 800 euro bruto per maand. Zo’n verschil blijft jarenlang bestaan.”

Spooren werkte jarenlang als griffier bij twee gerechtshoven en ging voor haar ‘buitenervaring’ aan de slag in de sociale advocatuur – een werkgebied dat niet bekend staat om hoge beloningen. Toen ze vervolgens solliciteerde voor de opleiding tot rechter kwam ze op basis van haar loon als sociaal advocaat onderin de schaal terecht, terwijl ze als griffier eerder meer verdiende.

Voorbeeldfunctie

Het gaat haar niet om het geld, zegt Spooren. Maar iedereen doet hetzelfde werk als rechter en dit is onrechtvaardig, meent ze. „We hebben lang geprobeerd dit intern op te lossen, maar dat is niet gelukt. Daarom kaarten we dit probleem nu op deze manier aan”, zo verklaart ze de voor rechters ongebruikelijk actie.

De actie heeft steun binnen de rechtspraak. Bestuursrechter Linde Dolfing, die in 2017 beëdigd werd, bood afgelopen mei namens 138 rechters het manifest ‘Gelijke beloning van rechters’ aan de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak aan. „Ik ben om een aantal redenen rechter geworden en het streven naar rechtvaardigheid is er daar een van”, vertelt ze telefonisch. „Als je in je eigen organisatie ziet dat bepaalde wetten niet worden nageleefd, moet je daar iets aan doen. Wij oordelen over anderen, soms ook over kwesties als gelijke behandeling en beloning. Het kan dan niet zo zijn dat het bij ons niet goed gaat. Als rechtspraak hebben wij een voorbeeldfunctie.”

Een woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid noemt het in een schriftelijke reactie „heel belangrijk dat tegenover dezelfde werkzaamheden gelijke beloning staat”. Het antwoord op de vraag of binnen twee weken zowel compensatie als een nieuw beloningssysteem wordt toegezegd, blijft hij schuldig. Wel benadrukt hij dat er gewerkt wordt aan een nieuw criterium dat in de plaats moet komen van het laatstverdiende salaris bij de inschaling.

Voor advocaat Stewart is dat onvoldoende. „Als ze binnen twee weken niet met een concreet nieuw criterium komen én compensatie toezeggen dan gaan we procederen. Voor minder doen we het niet.”