Van de vijf vrouwen met wie graficus, schilder en tekenaar Anton Heyboer (1924-2005) samenleefde in Den Ilp (Noord-Holland), wonen er nog twee in het oude atelier: Lotti (82), opgeleid tot binnenhuisarchitect, en voormalig buschauffeur Joke (75). „Ik zag ze vanmorgen nog fietsen, Lotti achterop bij Joke”, zegt Leo Duppen, samensteller van het fotoboek Anton Heyboer, een leven als kunstwerk (2016).
Leo Duppen bezoekt Lotti en Joke „twee of drie keer per maand”. Hij is, zegt hij, „een beetje een huisvriend van ze geworden”. Binnenkort verschijnt nóg een boek van hem over Heyboer, dan over het werk waarmee de kunstenaar in de jaren zestig wereldfaam verwierf.
In Museum JAN in Amstelveen ligt het fotoboek tussen ons in op tafel. Foto’s zijn het uitgangspunt van de tentoonstelling Anton Heyboer, Levenskunstenaar die Museum JAN organiseert ter gelegenheid van diens honderdste geboortejaar. De tentoonstelling, zegt museumdirecteur (en curator) Marieke Uildriks, „wil de intieme band laten zien tussen ons museum, de kunstenaar en de vrouwen”.
Anton Heyboer en voormalig directeur Jan Verschoor kenden elkaar goed. Vier keer eerder had Museum JAN een Heyboer-tentoonstelling. Bij die van 2004, een jaar voor zijn dood, schonk Heyboer het museum nog zeventien kleine sculpturen van ongebakken klei, Onschuld noemde hij ze.
Leven met Anton
Niet eerder was er een tentoonstelling op basis van foto’s, vooral door Lotti genomen, van het leven met Anton, Joke, Maria, Marike en Petra. Veel foto’s van Heyboer zelf, maar ook van hem met twee of drie vrouwen. Of alleen van vrouwen. De meeste foto’s waren nog nooit afgedrukt, dat gebeurde hooguit als de kunstenaar ze gebruikte voor zijn collages. Voor zijn fotoboek heeft Leo Duppen, samen met Lotti, „honderden negatieven ontdaan van schimmels en krassen”.
Veel van de collages-met-foto’s lagen onaangeroerd in Den Ilp. Dat is te zien in een speciale aflevering van tv-programma Tussen Kunst en Kitsch van 2 mei, waarin Marieke Uildriks op bezoek gaat bij Lotti en Joke. Je ziet ze met een zaklantaarn rondlopen in het door de kunstenaar volledig dichtgetimmerde, tot een soort rovershol omgebouwd atelier, oorspronkelijk was het een stel oude schuren. „Anton zei altijd ‘als je in het donker leeft, vind je licht’”, verklaren de twee vrouwen het gebrek aan daglicht. Leo Duppen: „Overal schimmel, overal duisternis. En het stort nog bijna in ook. Joke staat regelmatig op het dak om lekkages te verhelpen. En die is dus 75.”
Anton Heyboer is een omstreden kunstenaar. Dat wil zeggen: algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen zijn vroege periode – sobere etsen en gouaches met een geheel eigen systeem van kruizen, cirkels en andere figuren, vaak aangevuld met moeilijk leesbare teksten – en de periode daarna. Toen brak hij met de kunstwereld van musea en galerieën en ging hij massaproductie draaien, vrolijke werken die hij voor lage prijzen vanuit huis verkocht.
„Elk weekeinde weer komen in de galerie honderden mensen langs. En velen vertrekken met een heuse Heyboer onder de arm”, tekende NRC op bij een vraaggesprek in 2001. Na zijn dood in 2004 raakte hij steeds verder in de vergetelheid.
Omslagpunt
Het omslagpunt tussen de twee perioden, zegt Marieke Uildriks, „lag in 1975”. In dat jaar had Heyboer een bijzonder succesvolle tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. „Aan dat succes maakte hij daarna letterlijk een einde. Toen de werken terugkwamen, heeft hij de rode verfkwast gepakt en is hij eroverheen gegaan.” Leo Duppen: „Werkelijk alle werken van die tentoonstelling heeft hij overgeschilderd. Als hij dacht dat iets kunst was geworden, moest het vernietigd. Succes blokkeerde hem, alleen door tomeloos te scheppen kon hij zijn neuroses kwijt. Dat leidde tot die enorme productie.”
Op de tentoonstelling Anton Heyboer, Levenskunstenaar zijn straks een aantal etsen uit de beginperiode te zien, waaronder twee hele vroege. Verder niet eerder tentoongestelde collages-met-foto’s, die worden getoond in combinatie met foto’s van Heyboer en zijn vijf ‘bruiden’ in Den Ilp. Eyecatcher is een grote foto van de kunstenaar zelf, en profil met kabbalistische verfvegen over zijn voorhoofd, langs zijn neus en op een wang.
Er hangt straks ook een foto van Joke waarop Heyboer ‘dood’ schreef. Marieke Uildriks: „De vrouwen werden door hem afgebroken en weer opgebouwd. Dat zie je aan een foto als deze.” Leo Duppen: „In wezen was hij een dictator – en daarbij een groot kunstenaar. Maar dat zie je vaker. Picasso was ook een overheersende man. En kennelijk wordt dat soms geaccepteerd door vrouwen die zoeken naar een betekenis in het leven.” Marieke Uildriks: „Ik heb ze nu leren kennen, het zijn stevige persoonlijkheden. En ze zijn trouw aan het verhaal dat hun leven een bedoeling heeft gegeven.” Leo Duppen: „Ze zouden het zo weer doen, zeggen ze.”
Wat is volgens hen de erfenis van Anton Heyboer?
Marieke Uildriks: „In elk geval het eerste deel van zijn oeuvre. Dat hoort bij de canon.”
Leo Duppen: „Maar tegelijk is het een geheel. De gouaches en schilderijen met kippen waren net zo belangrijk.”
Marieke Uildriks: „En die hangen bij veel mensen thuis.”
Leo Duppen: „Zijn levenswijze. Hij liet zien hoe je leeft als kunstenaar, een bohémien los van de maatschappij.”
Marieke Uildriks: „We hebben het over een originele, authentieke kunstenaar die op een gegeven moment een andere afslag heeft genomen. En dat is ook interessant, want toen werd zijn leven het kunstwerk.”