Opinie | Mark Rutte was geen liberaal succes als premier

Elke politieke necrologie van Mark Rutte als minister-president is een vogelvlucht over veertien jaar Nederland. Hoe zette hij zijn stempel op Nederland? Rutte ontkende een visie, maar had ‘m wel degelijk, zoals Guus Valk het wereldbeeld van Rutte beschrijft in Hoe Rutte Nederland hervormde.

Was Rutte inderdaad de liberale eigenheimer die een kleine(re) overheid op één zette en de publieke sector verwaarloosde? De apostel van de Oostenrijkse econoom en filosoof Friedrich Hayek die het individu voorop zette en de overheid een ondergeschikte rol gaf ten opzichte van de vrije markt, lees: burgers en bedrijven?

Nee. Kijk alleen maar naar één alomvattend cijfer: het aandeel van de collectieve lasten als percentage van de totale Nederlandse productie van goederen en diensten (bbp). Onder een Hayek-liberaal zou je verwachten dat het aandeel van de belastingen en premies in de economie zou dalen. Ruim baan voor het particulier initiatief. Meer markt, minder overheid.

Helaas. In 2010, toen Rutte aantrad, was de collectieve lastendruk 35,5 procent, in 2023, het laatste volledige Rutte-jaar, was het ruim 39 procent.

Uitgehold

Waar is de opbrengst van de toegenomen collectieve lasten besteed? Aan sociale doelen, zoals de gezondheidszorg. Van een liberaal zou je juist verwachten dat hij de kerntaken van de overheid zou versterken. Dat valt tegen.

Neem defensie. Bescherming van de burgers tegen (potentiële) vijanden moet prioriteit zijn. Rutte dwong in 2010 persoonlijk tegen de zin van toenmalig minister Hans Hillen (Defensie, CDA) een extra bezuiniging af. „De gevechtskracht van de landmacht werd uitgehold”, zei Tom Middendorp, destijds Commandant der Strijdkrachten (CdS) in 2022 in NRC.

Het verschil tussen wat je zou verwachten van een liberale minister-president en de uitkomsten is nog duidelijker als je kijkt naar zijn beleid tegenover grote ondernemingen. Waakzaamheid tegenover grote economische machten past een liberaal. Misbruik van economische macht ligt altijd op de loer.

Is de rol van de overheid in de economie in deze periode kleiner geworden? Er zijn taken van de rijksoverheid naar de gemeenten overgeheveld, ja. Maar speelt de overheid in Nederland een kleinere rol? Ik waag het te betwijfelen.

Rutte was handelsreiziger in de belangen van grote bedrijven

Tel je de ambtenaren bij het rijk, provincies, gemeenten, zelfstandige bestuursorganen die publieke taken uitvoeren en toezichthoudende organisaties bij elkaar op, dan zou het me verbazen als er sprake is van een serieuze daling. Daar komt nog eens bij dat er ook nog eens sprake is van een sluipende controledrift, soms met de beste bedoelingen, zoals het financiële toezicht. Bij banken, zoals bekend zijn dat commerciële bedrijven, werken duizenden medewerkers aan het opsporen van criminele activiteiten, zoals witwassen.

In de Rutte-jaren zie je ook een reeks van tijdelijke, maar inmiddels ook structurele interventies van de overheid in het bedrijfsleven en de economie. Onder zijn bewind blokkeerde de overheid een Mexicaanse overname van KPN en een Belgische van PostNL. Nederland kocht zich in als kernaandeelhouder bij Air France-KLM en kon de luchtvaartmaatschappij mede daarom in de coronacrisis niet laten vallen. Miljardensteun was onvermijdelijk.

Rutte bleek als minister-president een handelsreiziger in de belangen van grote ondernemingen. Hij nam in 2018 vijf topmanagers van Nederlandse bedrijven mee naar een ontmoeting met toenmalig Amerikaans president Donald Trump. Voor topmanagers van buitenlandse bedrijven en investeerders in Nederland stond de deur van het Torentje altijd open.


Lees ook

Mark Rutte: superlobbyist in het Witte Huis

Mark Rutte opent de deuren van het Witte Huis voor topmannen van vijf Nederlandse concerns.

Rutte gooide als voorvechter van Nederland als hoofdkantorenland bij de formatie van zijn derde kabinet in 2017 alles in de strijd om Shell en Unilever ervan te overtuigen hun hoofdkantoren in Nederland te houden. Zijn oplossing was de afschaffing van de dividendbelasting. Hij maakte zich daarbij dé woordvoerder van de langdurige lobby van de twee multinationals. Dat bleek een kolossale misrekening.

Boemerang

Zijn interventie ten bate van de twee kwam als een boemerang terug. Ruttes rigide opstelling zaaide in brede kring twijfel over de rol van grote ondernemingen. Staan de multinationals voor werkgelegenheid, of zijn het juist hyperwinstgevende, soms vervuilende, soms onveilige bedrijven die geleid worden door overbetaalde topmanagers die ook nog eens belastingvoordelen claimen voor hun beleggers? Anders vertrekken ze.

Eind 2018 trok het kabinet Rutte III het voorstel weer in. Unilever en Shell kozen voor Londen. Rutte had met zijn opstelling het wantrouwen tegenover grote bedrijven aangewakkerd, precies wat hij juist niet wilde en dat heeft zijn sporen achtergelaten. Het vertrouwen van het publiek in grote bedrijven, zoals vorig jaar gepeild door het Sociaal en Cultureel Planbureau, staat op 47 punten. Dat is 21 punten minder dan het vertrouwen in dagbladen en 23 minder dan het vertrouwen in vakbonden.

Het wantrouwen tegenover grote bedrijven is manifest op een moment dat diezelfde bedrijven met miljarden euro overheidssteun moeten gaan ‘vergroenen’. Staalbedrijf Tata. Yara (kunstmest). Dow (chemie).

Daar komt bij dat de rol van de overheid in de economie steeds groter wordt. Juist de staatsbedrijven in de energiesector en infrastructuur (Gasunie, Tennet) spelen een hoofdrol in de energietransitie.

Veertien jaar Rutte was geen liberaal succes. Hij laat een grotere overheid achter en een indringender overheidsrol in de economie en het bedrijfsleven.