Vroege vluchters en favorieten domineren Tourstart in Italië

Wat was het warm. In het openingsweekend van de Tour de France, dit jaar voor eerst in de geschiedenis van start in Italië, gingen de temperaturen meteen ruim boven de dertig graden. De renners verschenen aan de start met icepacks en laafden zich tijdens de koers aan liters koud water en sportdrank.

Zoals hoort bij Italië was er ook chaos. Bij de start op zaterdag in Florence , waar het publiek de dranghekken openzette en om de renners heendromde. Op de snelweg naar badplaats Rimini, de finish van de eerste etappe. En op de boulevard van Rimini, waar de badgasten weinig oog leken te hebben voor de renners en des te meer voor het strand of de voetbalwedstrijd Italië – Zwitserland, die ongeveer tegelijkertijd met de finish van start ging.

Fenomenale coup

In de koers waren er twee verrassingen: een grote en een kleine. De grote verrassing was op zaterdag: een fenomenale coup van wielerploeg DSM-firmenich PostNL. In de etappe, die over 3.600 hoogtemeters in de Apennijnen ging, pakte de Franse veteraan Romain Bardet tot ieders verbazing de zege en de gele trui. En dat had hij volledig te danken aan de ploeggenoot met wie hij samen over de finish reed: de Nederlandse eerstejaarsprof Frank van den Broek (23).

Op de allereerste dag van zijn allereerste Tour sprong Van den Broek, afkomstig uit Leiden en vorig jaar rond deze tijd nog een wielrenner op clubniveau, mee met de ontsnapping van de dag. Toen die kopgroep uit elkaar begon te vallen, maakte Bardet de oversteek van achter uit de koers. Samen reden ze naar de finish in Rimini, alwaar ze het opstomende peloton nog precies vijf seconden wisten voor te blijven. Een prachtige uitgekiende zege.

Bardet ging als eerste over de streep, maar Van den Broek oogde de hele etappe sterker – en had de overwinning eigenlijk verdiend. Na afloop zei hij dat er geen contact was geweest tussen hem en zijn kopman over wie de dagzege en de gele trui zou krijgen en dat zijn benen „helemaal leeg” waren. Toch maakte ploegleider Matt Winston van DSM duidelijk dat de dagoverwinning voor de Fransman was bedoeld: Bardet (33) is bezig aan zijn laatste Tour de France en reed nog nooit eerder in het geel.

De volgende dag, bij de start twintig kilometer van Rimini in Cesenatico, had Van den Broek nog steeds dezelfde grote grijns op zijn gezicht als na de finish. „Het duurde even voordat ik gisteren in slaap viel”, vertelde hij. Het aantal berichten dat hij op zijn telefoon had ontvangen, was „niet meer bij te houden”. Even verderop zei Van den Broeks kamergenoot Oscar Onley dat het „niet de laatste keer is dat we Frank zullen zien in deze Tour.”

Vingegaards vorm

De kleine verrassing vond plaats op zondag, tijdens de tweede etappe naar Bologna. In de finale moesten de renners tot twee keer toe over de Colle della Guardia, een loeisteile klim (gemiddeld 10,6 procent) naar de basiliek van San Luca. De winnaar van de dag was opnieuw een Fransman: Kévin Vauquelin, net als Van den Broek pas 23 jaar oud. Hij bleef als enige over van een groepje vluchters.

Ploeggenoten Frank van den Broek (links), een 23-jarige Nederlander, en Romain Bardet, een 33-jarige Fransman, komen zaterdag samen over de finish van de eerste etappe. Bardet wint de rit en pakt het geel.
Foto Guillaume Horcajuelo

Maar dat was niet de verrassing van de dag. Die speelde zich af tussen de klassementsrenners – en het betrof de vorm van Jonas Vingegaard. In april kwam de tweevoudig Tourwinnaar uit Denemarken ernstig ten val, lang was onzeker of hij mee zou doen in deze Tour. Niemand wist of hij goed genoeg was hersteld om serieus mee te kunnen doen voor het klassement. Maar met Vingegaards vorm gaat het uitstekend, zo bleek in Bologna. Toen zijn rivaal Tadej Pogacar bij de tweede beklimming van de San Luca demarreerde, kon hij zonder problemen volgen. Daarna reden ze samen naar de finish. Pogacar pakte de gele trui, maar weet nu dat hij voor de eindzege in deze Tour in ieder geval één concurrent heeft.

Vingegaard zag er redelijk koeltjes en ontspannen uit, na afloop van de etappe bij de bus van zijn ploeg Visma-Lease a Bike. Toch bleek uit zijn woorden dat hij buitengewoon opgelucht was en misschien zelfs een beetje verbaasd over zichzelf. „Deze etappe ging veel beter dan ik had verwacht”, zei hij nadat hij had uitgefietst op de rollers. „Ik had gedacht dat ik tijd zou verliezen. Al vóór mijn val wisten we dat deze etappe méér geschikt was voor Pogacar dan voor mij. En toen kwam ook nog die val. Dat ik Pogacar kon volgen vandaag, voelt als een kleine zege.”

Met slechts anderhalve maand training en nul wedstrijdkilometers in de benen was het „moeilijk om te zeggen waar ik stond”, vervolgde Vingegaard. „Ik twijfelde zelfs aan mezelf – en dat is geen leugen.” Toen hij wilde zeggen dat hij „terug” was, aarzelde hij eventjes. Maar: „Ik ben zeer dicht bij mijn normale vorm.”

Teleurgestelde Italianen

Bij twee andere kanshebbers voor de eindzege waren de resultaten dit weekend gemengd. De Belg Remco Evenepoel beleefde een uitstekende Tourstart. Zaterdag in Rimini was hij sterk in de sprint en op zondag in Bologna kwam hij samen met Pogacar en Vingegaard over de finish, nadat hij eventjes had moeten lossen op de steile San Luca. De Sloveen Primoz Roglic deed het minder goed. Hij moest er al vroeg af op San Luca – juist het type explosieve klim dat hem als renner goed ligt. Bij de finish had Roglic 21 seconden verloren op de andere drie – en dat kan niet anders dan een teleurstelling voor hem zijn geweest.

Voor wie het ook een teleurstellend weekend was: de Italianen. Niet alleen werd la squadra azzura twee uur na de finish in Rimini uitgeschakeld op het EK voetbal, ook wist geen enkele Italiaanse renner de koers te kleuren.