In gepolariseerd Frankrijk dreigt een afrekening met Macron en zijn ‘redelijke midden’

De afgelopen jaren ging het in Frankrijk vaak over fatigue démocratique: de democratische moeheid die Fransen zou hebben lamgeslagen en heeft doen afhaken. Politieke partijen kregen met moeite hun achterban op de been, vakbonden liepen leeg. Verkiezingsdebatten trokken minder kijkers dan ooit – zelfs die voor de presidentsverkiezingen. En Fransen bleven massaal thuis bij verkiezingen, waarbij de parlementsverkiezingen het moesten ontgelden: in 2017 en 2022 bracht meer dan de helft van de kiezers geen stem uit in de eerste ronde van les législativesmeer dan ooit sinds de instelling van de Vijfde Republiek in 1958.

Een paar dagen voor de eerste ronde van de parlementsverkiezingen van 2024 circuleren hele andere cijfers: volgens de laatste peiling van IFOP van deze vrijdag is 67 procent van de kiesgerechtigden van plan een stem uit te brengen. Het zou een opkomstcijfer zijn dat sinds de jaren negentig niet gehaald is bij vergelijkbare verkiezingen. Er zijn meer indicaties dat mensen politiek ontwaakt zijn: vakbonden verwelkomen nieuwe leden, in steden wordt op elke straathoek geflyerd. In ieder gesprek valt deze dagen het woord législatives. Heeft president Emmanuel Macron met zijn onverwachte besluit verkiezingen uit te schrijven de Franse democratie wakker geschud?

Macron heeft in elk geval één cyclus doorbroken die bijdroeg aan de democratische moeheid. Sinds in 2002 de presidentiële termijn werd verkort van zeven naar vijf jaar, vonden de parlementsverkiezingen altijd vlak na de presidentsverkiezingen plaats. Daarmee werd de stemming vooral gezien als een weinig betekenisvolle manier om te onderstrepen op wie je had gestemd bij de presidentsverkiezingen. Sindsdien nam het opkomstcijfer ieder jaar verder af. Deze timing verandert nu: mits Macron zijn huidige termijn (2022-2027) afmaakt, zullen de parlementsverkiezingen voortaan ongeveer halverwege presidentiële mandaten worden gehouden. Daarmee zullen ze voortaan mogelijk als een soort midterms gelden.


Lees ook

Het programma van ‘premier Bardella’ staat vol onbetaalbare en onhaalbare beloftes

Een Frans stemlokaal in opbouw met alvast een verkiezingsposter van de radicaal-rechtse partij Rassemblement National met voorvrouw Marine Le Pen en partijvoorzitter Jordan Bardella.

Maar of Macrons besluit ook leidt tot het door hem gewenste resultaat bij deze midterms, is maar zeer de vraag. De president hoopte van deze verkiezingen een keuze te maken tussen het ‘redelijke midden’ en de extremen – rechts én links. Aanvankelijk dacht Macron dat gematigde linkse en rechtse partijen als de Parti Socialiste en Les Républicains zich achter dit plan zouden scharen. Maar al een dag nadat hij de verkiezingen uitschreef bleek het een verkeerde inschatting: de gematigdere partijen zagen er meer heil in samen te werken met radicalere partijen dan zich te associëren met de impopulaire Macron.

Het leidde tot de oprichting van de linkse alliantie Nouveau Front Populaire, bestaande uit partijen van het hardlinkse LFI tot de meer salonfähige Groenen en de Parti Socialiste. En ruim zestig parlementariërs van Les Républicains – ooit dé rechtse regeringspartij – sloten een bondje met het radicaal-rechtse Rassemblement National. De allianties ogen niet erg stabiel, maar bieden electoraal toch meer veiligheid dan samenwerken met Macron. Zo blijkt ook uit de peilingen: het Rassemblement National (inclusief de daarbij aangesloten leden van Les Républicains) staat met stip op één met 36,5 procent. Het linkse blok staat op 29 procent. Macron en de zijnen volgen met 20,5 procent. De vele Fransen die aangeven te gaan stemmen, lijken dit vooral tégen Macron te willen doen.


Lees ook

Dat zelfs gematigd Bretagne openstaat voor RN toont hoe riskant Macrons gok is

De weg naar Pire-sur-Seiche.

Eind van het ‘macronisme’?

Hoe impopulair hij is, lijkt de president zelf intussen te onderschatten. Tekenend hiervoor is hoe de verkiezingscampagne verloopt. Macrons partners hadden hem gesmeekt zich op de achtergrond te houden om de campagne te „ontmacroniseren” – premier Gabriel Attal kreeg daarom de leiding en doet onder meer de tv-debatten. Maar de president is overal: hij spreekt met kiezers, schrijft brieven aan het volk en valt zijn politieke tegenstanders aan in interviews.

Sommige media roepen inmiddels het einde van het macronisme uit – Macrons doctrine waarbij hij linkse en rechtse ideeën combineert en zo een breed scala aan kiezers trekt. Of Macrons gok inderdaad het einde van zijn politieke stroming inluidt, is mogelijk na de eerste ronde van de parlementsverkiezingen te zeggen. Dan wordt bekend welke kandidaten per kiesdistrict doorgaan naar de tweede ronde (die meestal tussen twee kandidaten gaat).

Als Macrons kandidaten het in veel districten tot de tweede ronde schoppen en daar een radicale kandidaat treffen (ter rechter- of linkerzijde), zal Macron kiezers vragen een „republikeins front” te vormen om te voorkomen dat een radicale partij te machtig wordt in het parlement of zelfs zou kunnen gaan regeren. Als daarnaar geluisterd wordt, kan zijn plan nog werken. Maar dan moeten zijn kandidaten wel in die tweede ronde terechtkomen.