Ineens klinkt daar de zachte stem van Nobelprijswinnaar Svetlana Aleksijevitsj (76) uit de luidspreker van de laptop. Haar camera blijft uit. De Wit-Russische Nobelprijswinnaar Aleksijevitsj ‘zoomt’ vanuit Berlijn. In gedwongen ballingschap, verlangend naar haar appartement in Minsk. In 2020 liet ze haar manuscripten thuis achter. „Ik had niet gedacht dat ik zo lang weg zou blijven.”
Voor haar magnum opus, ‘de Rode encyclopedie’, kreeg Aleksijevitsj in 2015 de Nobelprijs voor Literatuur uitgereikt. In vijf boeken verzamelde ze het leed van het Sovjet-volk, geschiedenissen die de autoriteiten het liefst wilde onderdrukken. Zoals de oorlog in Afghanistan, de kernramp in Tsjornobyl en de rol van Sovjet-vrouwen in de Tweede Wereldoorlog. Aleksijevitsj componeerde de boeken uit honderden interviews. Het zijn „romans van stemmen”, zoals ze deze zelf noemt, werken op het snijvlak van literatuur en journalistiek.
De boeken zijn een tegengif voor de verstikkende censuur van een dictatuur. In een autocratie nemen enkelen de besluiten en het volk ondergaat de gevolgen. De boeken maken die machtsbalans invoelbaar. Maar hoe secuur een bewind de feiten ook poogt te orkestreren, altijd kijken duizenden ogen mee. Alexijevitsj weeft deze getuigenissen tot een koor dat het tirannieke orkest overstemt.
Aleksijevitsj betrad in de jaren tachtig het toneel van de oorlog in Afghanistan. Ze werd er pacifist van. „Oorlog is hoe dan ook moord”, zegt Aleksijevitsj hierover in verschillende interviews. En uit haar Nobelprijsspeech: „Ik vraag mezelf wat voor boek ik over oorlog zou willen schrijven. Ik zou graag willen schrijven over een persoon die niet schiet, die niet kan vuren op een ander mens, die lijdt bij het idee van oorlog alleen. Waar is hij? Ik heb hem niet ontmoet.”
Nu is het opnieuw oorlog in haar regio. Als Russischtalige schrijver, geboren in Oekraïne, opgegroeid in Wit-Rusland, raakt dit haar diep.
U beschreef in uw boeken het Sovjet-‘oorlogssocialisme’ – oorlog in de naam van een ideologie, met militaire symboliek en heldenverhalen centraal in die ideologie – zowel in WOII als in Afghanistan. Verschilt dat erg veel van het militaire patriottisme in Rusland nu?
„Het oorlogssocialisme was niet zo bloederig. Er vloeit nu veel meer bloed. Het is onmogelijk om aan te zien. Weet u, over het hedendaagse Rusland: van Poetin kon dit al een tijdje worden verwacht, maar het Russische volk heeft me verbaasd. Het verklikken, het veroordelen, de haat jegens Oekraïne. De vreugde waarmee men toekijkt bij de vernietiging en bij Oekraïense tranen.
„In termen van aantallen doden is deze oorlog vergelijkbaar met Stalins goelags. Ik had niet gedacht dat het zo snel en zo gemakkelijk opnieuw zou kunnen gebeuren. We herhalen onszelf.”
In zijn oorlog tegen Oekraïne gebruikt Vladimir Poetin het kleinere buurland Wit-Rusland als een soort achtertuin. Russische militairen gaan er op oefening en zij vielen Oekraïne binnen vanuit Wit-Rusland.
In de eerste weken, tijdens het beleg van Kyiv, stroomden de Wit-Russische ziekenhuizen bij de Oekraïense grens vol zwaargewonde Russische soldaten. Moskou heeft ook kernwapens op het grondgebied gestationeerd. „Je kunt niet zeggen dat wij niet vechten. De vliegvelden en straten staan vol met militair materieel. Het land is bezet en raakt geleidelijk verwikkeld in de oorlog.”
Toch zijn er nog geen Wit-Russische laarzen de grens over gestapt. Waarom is dat denkt u?
„Ten eerste, dat kan nog komen. Maar ten tweede: Loekasjenko [de Wit-Russische leider die in 2020 aan het wankelen werd gebracht door massale volksprotesten, red.] weet niet zeker waar de Wit-Russen hun wapens op zouden richten. In Wit-Rusland is geen afkeer van Oekraïners. Het zijn onze broeders, onze bloedbroeders. Hoe hard ze het met propaganda ook proberen, we houden nog steeds van de Oekraïners.
„Ten derde: het is moeilijk voorstelbaar dat zo’n groot aantal lijkkisten als nu naar Rusland gaat, naar Wit-Rusland zou kunnen worden vervoerd zonder problemen te geven. Het land is klein, van zo’n aantal doden kan het ontploffen. Loekasjenko begrijpt dat. En daarom stopt hij ook niet met het arresteren en het bangmaken. Hij moet zoveel mogelijk mensen intimideren, omdat Poetin hem alsnog kan dwingen deel te nemen aan de oorlog.”
Na de onvrije en verdacht verlopen Wit-Russische presidentsverkiezingen van 2020, waarvan de Europese Commissie de uitslag niet erkent, sloot Aleksijevitsj zich aan bij de Coördinatieraad. Die was opgericht door oppositieleider Svetlana Tichanovskaja. Dit verbond moest de transitie naar een democratisch Wit-Rusland bewerkstelligen, weg van het sinds zijn aantreden in 1994 steeds autoritairder geworden regime van Aleksandr Loekasjenko.
Een maand later waren alle zeven leden van het presidium van de raad gearresteerd, het land ontvlucht of beide. Met hulp van Moskou kreeg Loekasjenko het demonstrerende volk weer onder controle. Maar die hulp was duur: „Loekasjenko heeft nu niet langer de leiding”, zegt Aleksijevitsj. „Het Kremlin leidt Wit-Rusland.”
Vorig jaar werd Loekasjenko (69) ziek. Er werd gespeculeerd over wie de macht zou krijgen als hij stierf. Wat denkt u?
„Ja, hij is een man, hij kan sterven. Het land zal Rusland worden. Rusland heeft het nu bezet en zal het niet meer opgeven. Het zal bevrijd moeten worden. Zo niet, dan zal het een Russische provincie of een district worden of zoiets. Maar het is lastig om over de toekomst na te denken.”
In uw boek ‘Het einde van de Rode Mens’ schreef u over mensen die de overgang van het Sovjettijdperk naar het tijdperk daarna niet overleefden. De klap was te groot – ze pleegden zelfmoord. In welk tijdperk voelde u zich het meeste thuis?
„Tijdens de protesten van 2020 zag ik het land waar ik van hield. Ik had eerder betwijfeld of mensen wel aan hun toekomst dachten. Toen zag ik dat ik ongelijk had. Dat mijn mensen een heel interessant volk zijn.”
In ballingschap werkt Aleksijevitsj nu, weer met honderden interviews, aan een reconstructie van het protestjaar en de genadeloze repressie die erop volgde. Haar land telt volgens de lokale mensenrechtenorganisatie Viasna op dit moment 1.402 politieke gevangenen.
„Ik weet nog hoe ik de mars liep. Het geeft zo’n kracht om zoveel mensen om je heen te hebben. Vrouwen in witte jurken, kinderen op de arm. Het was zo mooi. Dat is liefde.
„Hoe eng het ook is, ik denk niet dat mensen afscheid zullen nemen van hoe ze zich toen voelden. Ik keek toen om me heen en zag dat ik in dit land tussen deze mensen zou willen leven.”
Donkere periodes komen vaker voor in de menselijke geschiedenis. Dit is oorlog. En daarna gaan mensen weer naar het licht
Gelooft u dat dat land nog bestaat?
„Ja absoluut. Het heeft gewoon geen zin om goedkoop te sterven. Mensen zijn nu stil omdat je niets openlijk kan zeggen. Je krijgt meteen tien jaar cel. Wat heeft het voor zin ?
„Wit-Rusland zal in de toekomst ongetwijfeld democratisch zijn. Ik ben alleen bang dat het een lang proces gaat zijn. Er is een soort duisternis over de wereld gevallen. Naast Oekraïne nu ook de Gazastrook, Israël. Donkere periodes komen vaker voor in de menselijke geschiedenis. Dit is oorlog. En daarna gaan mensen weer naar het licht.
„Zoals altijd voor mijn literaire genre ontmoet ik honderden mensen. Niet heel vaak, maar vaak genoeg hoor ik over liefde. Zulke moeilijke tijden vernietigen niet alleen mensen, maar dwingen mensen soms om elkaar dichterbij te omhelzen.”
Aleksijevitsj is de dochter van een Oekraïense moeder en een Wit-Russische vader. Geboren in het Oekraïense Ivano-Frankivsk, opgegroeid in Wit-Rusland.
Waarom schrijft en spreekt u in het Russisch?
„Omdat het communistische idee zelf Russisch sprak. Als kind bezocht ik Oekraïne, daar spraken ze Russisch. Ik sprak Russisch op mijn reis in Tadzjikistan, onderweg naar Afghanistan. De taal is deel van de utopie. Daarom spreek ik Russisch.”
Leeft er nog een ‘Rode Mens’ in u?
Aleksijevitsj lacht: „Dat weet ik niet.” Dan serieus: „Mensen zijn nu gewend om voor zichzelf te vechten. In elk geval is er niemand uit de Sovjetgeneratie die zo kil is. Ik weet nog dat ik in de jaren negentig niet kon kijken toen een bekende lerares twee eieren kocht met haar hele pensioen. Ik kon het niet aanzien. Ik geloof niet dat we het kapitalisme wilden. We wilden het socialisme met een menselijk gezicht. Het was een zware beproeving.
„We hadden niet gedacht dat de vrijheid een lange reis zou zijn. Het leek ons dat dit een feest zou zijn. Een snel en kort feest. Maar kan een man die zijn hele leven in een kamp heeft gezeten de poort uitlopen en vrij zijn? Nee. Hij kent geen ander leven. We keren weer terug.
„Mijn vader was een heel oude man toen de Sovjet-Unie uiteenviel. Hij begreep het niet en hij had een soort catastrofaal gevoel. Het bleek dat hij gelijk had. Ons leek het goed dat het rijk was gevallen. Het idee was dood en het kostte zo weinig bloed. Maar nu is er veel bloed. Dat bloed wordt nu vergoten, denk ik, omdat het toen niet vergoten werd.”
Heeft u nog een huis in Minsk?
„Ja, nu nog wel. Maar Loekasjenko kan dat op ieder moment afpakken, zo zijn bij ons de wetten.”
Wat mist u daar het meest?
„Mijn literaire genre, dat zijn mijn mensen. Naar ze luisteren.” Aleksijevitsj woonde van 2000 tot 2011 in Parijs, Götenborg en Berlijn vanwege haar veiligheid. In de jaren negentig begon het regime van Loekasjenko meerdere rechtszaken tegen haar. „Dit is al mijn tweede migratie. Mijn eerste was makkelijker, toen was ik jonger. Nu zou ik thuis willen wonen. Bij mijn vrienden. Ik mis de landschappen waar ik mee ben opgegroeid. Mijn vader en moeder trouwden en werkten als leraren op het platteland. Ik hou echt van oude dorpsmensen, de oude naoorlogse mensen. Onze bossen. Onze rivieren.”
Als u tegenover Poetin aan tafel zat, wat zou u hem dan zeggen?
„Dat een politicus net als een acteur op tijd het podium moet verlaten. Het is zijn tijd. De cultuurwetenschapper Alexandr Etkind zei het goed: deze oorlog in Oekraïne is een speciale operatie tegen de moderniteit, tegen het volk.
„Ik denk dat Poetin messiaanse ideeën heeft. Om de een of andere reden heeft hij bedacht dat het noodzakelijk was om met geweld een belangrijke plek voor Rusland terug te winnen. Dat het noodzakelijk was om meer raketten, meer tanks te hebben en meer te kunnen schieten. Het zijn de nieuwe middeleeuwen waar hij ons in heeft gebracht.”