De wereld is naar, vinden ontwerpers van mannenmode, dus maken ze hun ontwerpen zacht

Rick Owens had spijt. Zijn laatste twee shows had hij in zijn eigen huis voor slechts een handjevol genodigden georganiseerd. Maar dat hij niet moeten doen – hij had te veel mensen buitengesloten, schreef hij in het persbericht dat vorige week donderdag vlak voor de show van zijn mannencollectie voor voorjaar 2025 werd rondgemaild. Dus was hij nu weer terug op de monumentale binnenplaats van museum Palais de Tokyo, waar plaats was voor honderden gasten.

De modestudenten die normaal altijd onuitgenodigd meekijken over dranghekken had hij gevraagd om mee te lopen als modellen, naast een aantal van zijn vaste modellen. Het werd een optocht van ruim 200 mensen waarin elk lichaamstype, elk gender en elke huidskleur voorbijkwamen. Ze liepen in groepjes van twintig mensen, die allemaal exact dezelfde kleding droegen. In de show, met een half uur bijna drie keer zo lang als gemiddeld, waren maar tien ontwerpen te zien.

Typisch Rick Owens: sluike capes met puntige schouders, leren jacks met wijde kragen en kniehoge plateaulaarzen – allemaal wit. Zoveel verschillende lichamen die uniform gekleed over de catwalk marcheerden, soms in theatrale opstellingen (er kwam een menselijke piramide voorbij): het had een overrompelend effect.

„Het uiten van onze individualiteit is geweldig, maar soms is het ook goed om onze eenheid en vertrouwen in elkaar te benadrukken”, schreef de Amerikaanse ontwerper ook. Zijn modellen noemde hij „my white satin army of love”.

Het was tekenend voor de mannenmodeweek in Parijs, van 18 tot en met 23 juni, waar zachtheid en liefheid centraal stonden. Juist nu de stemmen van trad wives en misogyne influencers als Andrew Tate steeds luider klinken, worden mannen in de modewereld allesbehalve traditioneel of macho neergezet. Met roze als een van de meest voorkomende kleuren.

Modellen in ontwerpen van Rick Owens en Dior Men.

Foto’s Owencorp, Dior

Kattenplaatjes

Bij Dior Men stuitte het publiek bij binnenkomst op vijf metershoge kattensculpturen in pastelkleuren, gebaseerd op het werk van de Zuid-Afrikaanse keramist Hylton Nel. Zijn ontroerende dierentekeningen kwamen terug in vrijwel elke outfit: in de vorm van de knopen op overhemden en jasjes en ingebreid op truien en sokken. Bijna alle modellen droegen rieten vissershoedjes waaraan keramieken kraaltjes bungelden.

Creatief directeur Kim Jones baseerde veel silhouetten op vrouwenkleren uit de archieven van Dior. Er waren relaxte, zomerse varianten van traditionele pakken in dunne stoffen en met korte broeken. En veel zachte, ogenschijnlijk zongebleekte kleuren. Het was Jones’ zestigste collectie voor het Franse modehuis – een hele prestatie, nu ontwerpers bij de kleinste verkoopdip al ingewisseld worden.

Ook bij het Japanse Undercover geen toxic masculinity, maar mannenrokken – een fenomeen waaraan elk seizoen wel een ontwerper zich waagt, maar dat niet vaak zo nonchalant en naturel uitpakt als hier. Bij het eveneens Japanse Comme des Garçons Homme Plus was het klassieke zwarte mannenpak bruut aan stukken gescheurd. Uit gaten kwamen felroze stoffen en strikken tevoorschijn, gemaakt van ‘vrouwelijke’ stoffen als tule en kant. Het haar van de modellen zat verstopt onder honderden felgekleurde haarspeldjes.

Op de catwalk worden de silhouetten voor mannen al seizoenenlang wijder en wijder. Het Spaanse modehuis Loewe verraste door de show te beginnen met een parade modellen in heel erg smalle zwarte broeken. Is het wijdebroekentijdperk nu al voorbij, zag je bezoekers – bijna allemaal in oversized kleding – verschrikt denken. En toen, bám, was daar zonder twijfel de wijdste broek van de hele modeweek: een gebreide pofbroek met pijpen zo breed als een regenton.

Jonathan Anderson, de Ierse ontwerper die sinds elf jaar bij Loewe aan het roer staat, noemde de collectie „een radicale daad van terughoudendheid”. Met minder felle kleuren en decoratie dan ooit, focuste hij op pure vormen in ingetogen kleuren. Niet eerder liet hij zulk precies kleermakerswerk zien. Vernieuwend waren de tops en broeken die met een lange riem aan elkaar vastzaten en een stukje bloot middenrif lieten zien.

Modellen in ontwerpen van Walter van Beirendonck en Dries van Noten.

Foto’s Dominique Maitre, Gorunway

Clowns met krappe jasjes

„In de wereld van vandaag voelt alles eindeloos dramatisch”, schreef ontwerper Walter Van Beirendonck in zijn persbericht. „Ondertussen moeten we doorgaan met het zoeken naar geluk. Doen alsof en blijven geloven dat alles wat we doen verschil kan maken.” Dat geforceerde optimisme, een term die dit modeseizoen goed samenvat, bracht hem op het idee clowns als uitgangspunt van zijn collectie te nemen: grote broeken en krappe jasjes, kolossale schoenen, opdrukken van smileys en accessoires die uit de feestwinkel afkomstig leken.

Hij introduceerde ook zijn samenwerking met het Nederlandse spijkerbroekenmerk G-star: een kleine denimcollectie waaraan bijna geen stiksels te pas zijn gekomen, want alle naden zijn gelijmd.

Pharrell Williams, de producer, muzikant en superster die sinds vorig jaar aan het hoofd staat bij de mannenlijn van Louis Vuitton, wilde met zijn collectie „álle mensen die samenleven op de aarde vieren”. Dat deed hij door de huidskleur van zijn modellen in te zetten als esthetische tool. De eerste 66 van de 81 looks vormden een kleurverloop dat begon bij een zwart model in een zwart fluwelen pak en eindigde bij een wit, blond model in een lange witte jas. Net als Rick Owens wilde hij zich focussen op „wat ons verbindt”. Dat bleek reizen, een thema dat wel vaker inspiratiebron is bij het modehuis dat ooit begon als koffermerk.

De modellen liepen in de tuin van het Unesco-hoofdkantoor tussen talloze internationale vlaggen en rondom een vijftien meter hoge wereldbol, gekleed in petten en bomberjacks geïnspireerd op die van piloten, double-breasted jassen zoals die van diplomaten, prints gebaseerd op de wereldkaarten van ontdekkingsreizigers. Er waren varianten op voetbalshirts en -schoenen („the world’s most unifying game”) en een leren jasje opgebouwd uit de zeshoekige vlakken van een voetbal. Onder zowel mannelijke als vrouwelijk bezoekers van de modeweek waren voetbalshirtjes toevallig ook dé grote trend. En dan had Williams in zijn ontwerpen ook nog de cowboyinvloeden van vorig seizoen terug laten komen. Al met al wel erg veel ideeën voor één collectie, die net als zijn twee voorgaande uiteindelijk vooral om de overdonderende hoeveelheid logo’s leek te draaien.

Foto Loewe