Niet alleen in Frankrijk, ook in het VK staat het politieke midden onder druk

Ze kunnen elkaar de hand schudden, de Britten en de Fransen. Ze zijn allebei somber over de staat van hun land, de Britten nog iets meer dan de Fransen. En ze zijn somber over de toekomst, de Fransen wat meer dan de Britten. Zo stonden ze gebroederlijk bovenaan twee humeur-lijstjes van een opinieonderzoek van YouGov. De sombere Britten en de sombere Fransen gaan komende dagen naar de stembus.

Zondag is de eerste ronde in de verkiezingen voor het Franse parlement, met een tweede ronde een week later. De Britten kiezen donderdag een nieuw Lagerhuis. In beide landen riepen de regeringsleiders vervroegde verkiezingen uit en stevenen ze met hun partij af op een fikse nederlaag.

Maar waar in Frankrijk de groei van radicaal-rechts, zoals in andere EU-landen, doorzet en Rassemblement National van Marine Le Pen in peilingen met meer dan 30 procent de grootste is, gaat het in het Verenigd Koninkrijk juist de andere kant op. De Britse kiezer keert zich volgens alle polls af van de steeds rechtsere Conservatieve Partij. Voor het centrumlinkse Labour ligt een ‘supermeerderheid’ in het Lagerhuis voor het grijpen.

Staat Frankrijk voor een populistische golf die in het Verenigd Koninkrijk al over zijn hoogtepunt heen is? Of zie je in beide landen vooral dat ontevreden en boze kiezers afrekenen met de zittende macht?

In de twee landen spelen dezelfde onderwerpen: de achteruitgang van publieke voorzieningen, de matig presterende economie en de onvrede bij grote delen van de bevolking over de instroom van asielzoekers. „Het vertrouwen in beide regeringen is ingestort, de president en de premier weten niet meer hoe ze het land moeten besturen. Allebei hebben ze als een kat in het nauw vervroegde verkiezingen uitgeschreven”, zegt Catherine de Vries, die als hoogleraar politieke wetenschappen een leerstoel voor Europese politiek bekleedt in Milaan.


Lees ook

Franse schuldenstress kan ook probleem voor Europa worden

Het zakendistrict La Défense in het westen van Parijs, eind maart. De Franse zakenwereld vreest het effect van de verkiezingen van zondag op de financiële markten.

De uitkomst in Frankrijk is voor Europa belangrijker dan die van het VK, vindt zij. Dat komt niet alleen doordat de Britten niet meer bij de EU horen, maar ook doordat economische en financiële problemen van Frankrijk doorwerken in heel Europa en de sociale onvrede er zo groot is dat de vrees bestaat voor politiek geweld. Radicaal-rechts staat er lijnrecht tegenover radicaal-links, het politieke midden – met onder meer Renaissance van president Macron – blijft achter in de peilingen. Macron waarschuwde eerder deze week voor een „burgeroorlog” bij een grote winst van radicaal-links of radicaal-rechts. Dat toont hoe zwaar hij onder druk staat.

Als Frankrijk een rechts of verdeeld parlement krijgt, moet de president samenwerken met een premier van een heel andere politieke kleur, mogelijk Jordan Bardella, de premierskandidaat van Rassemblement National. Dan dreigt het land politiek lamgeslagen te worden. De financiële markten reageerden na de aankondiging van de verkiezingen al met een verhoging van de Franse rente.

De Vries: „De ervaring leert dat in zo’n situatie van cohabition de partij van de president er altijd slechter uitkomt dan die van de premier.” Want de president heeft meer macht en wordt meer afgerekend op falend beleid. Dat zou dus in 2027, als Macrons regeerperiode er op zit en hij niet verkiesbaar meer is, de deur kunnen openzetten voor een president van Rassemblement National, Marine Le Pen.

Ont-demoniseren

Intussen maakt het Verenigd Koninkrijk zich op voor een overwinning van centrumlinks. Politicoloog Stijn van Kessel, verbonden aan de Queen Mary-universiteit in Londen, woont sinds tien jaar in het Verenigd Koninkrijk. „Ik was hier al ten tijde van Brexit. Toen voelde het alsof het VK de radicaal-rechtse kant op ging, want het anti-immigratiesentiment speelde een grote rol. De pendule lijkt hier nu de andere kant op te bewegen, terwijl de radicaal-rechtse golf nu op het vaste land is aangekomen. Maar dat is een te simplistisch beeld.”

Ten eerste omdat radicaal-rechts in Frankrijk al in de jaren tachtig voet aan de grond kreeg en gestaag is gegroeid. Le Pens strategie van dédiabolisation – het ont-demoniseren van haar partij door afstand te nemen van radicale uitspraken en denkbeelden uit het verleden – heeft gewerkt. Het heeft haar partij groot en meer mainstream gemaakt.


Lees ook

Dat zelfs gematigd Bretagne openstaat voor RN toont hoe riskant Macrons gok is

De weg naar Pire-sur-Seiche.

Ook bij de verwachte Britse omwenteling zijn kanttekeningen te plaatsen. De bezuinigingsjaren onder de Tories na de crisis van 2008/2009 hakten er hard in. Daarna bracht de Conservatieve Partij het land, met het Brexit-referendum in 2016 als startpunt, in een periode van politieke chaos. De economie presteerde slecht, door de inflatie werden de kosten van levensonderhoud hoog en de wachtlijsten in de zorg liepen enorm op. En het lukte niet om de migranten die met gammele bootjes het Kanaal overstaken, te stoppen.

Alles wijst er op dat de kiezer daar nu mee zal afrekenen. Labour kan met ongeveer 45 procent van de stemmen dankzij het Britse kiesstelsel in misschien wel meer dan 400 van de 650 districten de zetels grijpen.

„Maar dat betekent niet dat er in het VK geen voedingsbodem is voor radicaal-rechts”, zegt Van Kessel. Op basis van de peilingen berekende de Financial Times deze week dat de gecombineerde steun voor Labour en de Tories samen zo laag zou kunnen worden als nooit eerder is gebeurd.

Druk op het midden

Ook in het Verenigd Koninkrijk staat het politieke midden dus onder druk. Er ontstaat steeds meer ruimte aan beiden zijden van het spectrum. Zo maakt nu een radicaal-rechtse partij voor het eerst kans op meerdere Lagerhuiszetels. De Reform Party van Nigel Farage zit de Conservatieve Partij wat percentage aan stemmen betreft op de hielen voor de tweede plaats. Farage is zelf ook voor het eerst dicht bij een Lagerhuiszetel. Zijn partij is wel weer wat teruggevallen door uitspraken als zou het Westen de Russische invasie in Oekraïne hebben uitgelokt; de steun in het Verenigd Koninkrijk voor Oekraïne is groot.


Lees ook

‘Het land is kapot’ klinkt het in Clacton-on-Sea, het kiesdistrict van Nigel Farage

Nigel Farage, leider van de rechts-populistische partij  Reform UK, spreekt maandag aanhangers toe tijdens een verkiezingsevenement in zijn kiesdistrict, het Oost-Engelse Clacton-on-Sea.

Hoe Labour het na de verkiezingen gaat doen, is voor andere progressieve bewegingen in Europa wel van groot belang, denkt Catherine de Vries. De Britten gaan niet uit overtuiging vóór Labour kiezen, denkt zij, zij stemmen vooral tégen de Tories. Labour-leider Keir Starmer moet daarom het VK snel uit het slop trekken, anders vervliegt de steun weer. „Daar ben ik wel sceptisch over. Hij heeft plannen met de zorg, het onderwijs en andere publieke voorzieningen. Maar die zijn vaag en hoe hij alles gaat betalen is de vraag.”

Richtingenstrijd

Starmer heeft volgens De Vries in de campagne duidelijk geen risico durven nemen. De Labour-leider zegde bijvoorbeeld in de campagne toe dat hij niet gaat tornen aan de hoogte van de inkomstenbelastingen of de BTW. Hij hoopt zijn plannen vooral met economische groei te kunnen betalen. De Vries voorziet dat Starmer ook nog wel wat met zijn eigen partij te stellen krijgt. In een grote Labour-fractie ligt een richtingenstrijd steeds op de loer. Een deel van de achterban en de kandidaten vindt dat Starmer te veel naar het midden is opgeschoven.

Het gebrek aan financiën voor alle nieuwe plannen is een overeenkomst met Frankrijk. De begrotingstekorten zijn in de twee landen hoog en schommelen rond de 5 procent.

„Beide landen hebben een heel slechte startpositie om het voor de mensen wat beter te maken”, zegt Pepijn Bergsen, beleidsanalist Europa bij Medley Advisors. Frankrijk is vorige week door de Europese Commissie op de vingers getikt en moet net als zes andere landen zijn tekort omlaag brengen. „In principe moeten ze in Frankrijk over de komende vijf jaar ongeveer 100 miljard bezuinigen. En zowel links als rechts zegt juist: nee wij willen 100 miljard méér uitgeven.”

Het gebrek aan geld voor publieke voorzieningen kan zo de komende jaren de voedingsbodem voor ontevredenheid verder vergroten, ongeacht hoe de uitslagen zullen luiden.


Lees ook

Labour-leider Keir Starmer: een ‘politieke robot’ die Labour naar het midden duwt, en naar de macht

Labour-leider Keir Starmer op werkbezoek.