Werther krijgt ander karakter in handen van een bariton
CD-schaamte, is dat al een woord? Niet zo lang geleden lachte een vriendin me uit omdat ik anno 2024 nog cd’s in huis heb (‘wie drááit die nou nog!’). Het label Bru Zane schiet de uitstervende cd-luisteraar te hulp, want hun opnames gaan vermomd als volwaardige boeken: harde kaft, stevig papier, compleet met dubbel leeslint. Deze mooie opname van Massenets opera Werther kan zonder schaamte prominent de kast in; knappe cd-afvallige die zal vermoeden dat er twee schijfjes schuilgaan onder het omslag.
Voor een extra mooi uitgevoerd fysiek album is best veel te zeggen. Zelfs wanneer je vaak luistert via streamingdiensten, biedt een cd (of vinyl) nog het voordeel van een inlegboekje met waardevolle context. Achtergrond over de muziek, gebruikte instrumenten, waar en wanneer de opname vervaardigd is. En – belangrijk! – de gezongen teksten. Als je naar Taylor Swift luistert geeft Spotify je de liedteksten er nog wel bij, maar bij integrale opera-opnames, ho maar.
Het is zonde dat zo weinig klassieke labels nog aandacht lijken te schenken aan hun cd’s. De flutterige kartonnen doosjes met flinterdunne boekjes zijn meer regel dan uitzondering geworden. Ook de jury van de Edison Klassiek-prijzen, die deze week de genomineerde albums van 2024 publiceerde, kent sinds vorig jaar geen punten meer toe aan de kwaliteit van een fysieke uitgave.
Bru Zane is een van de paar platenmaatschappijen die dapper tegen de stroom inzwemmen en hun cd’s nog echt beschouwen als kleine naslagwerken. Het label biedt een hele reeks Franse opera’s aan in de vorm van gebonden boekjes. Daarin doen ze recht aan hun eigen musicologische onderzoek naar de gespeelde muziek; veel van de uitgebrachte opera’s zijn herontdekkingen van onbekend(er) werk.
Van dat laatste is in dit geval geen sprake. Werther is Jules Massenets meest uitgevoerde opera, opnames bestaan er bij tientallen. Maar hier klinkt wel een bijzondere versie: de titelrol, die normaal door een tenor wordt gezongen, is in handen van een bariton. De componist sleutelde namelijk ooit zelf aan zijn partituur op verzoek van een Italiaanse bariton, die de rol graag wilde zingen.
Het resultaat is méér dan alleen een getransponeerde versie van het origineel. De kleur van de baritonstem geeft een ander karakter aan het verhaal. Er ligt minder focus op Werthers jeugdige energie – en des te meer op zijn donkere, suïcidale kant.
Je vormt in je hoofd een heel ander beeld van de opera, ook door de gekozen stemmen in deze opname. De Griekse bariton Tassis Christoyannis heeft een soepel timbre met soms een breekbaar randje, en de stem van Véronique Gens geeft de rol van Charlotte een meer volwassen geluid dan je meestal hoort.
De uitvoering moet een beetje op gang komen. Dirigent György Vashegyi voert het tempo af en toe wat op om de eerste twee bedrijven door te komen. Maar in aktes drie en vier is de dramatiek heel voelbaar: het orkest gonst, de uitbarstingen klinken vurig en fel. Vooral Christoyannis heeft trouwens zo’n goed verstaanbare, heldere voordracht dat je die prachtig afgedrukte zangteksten hier bíjna niet nodig hebt.
Soundtrack voor een prettig zwelgen in de zomernachten
Omar Apollo heeft zijn moment goed gekozen. Zijn zomers-melancholische tweede album God Said No komt precies uit op het moment dat de nachten hier in Nederland eindelijk broeierig worden. De 27-jarige Amerikaanse zanger met Mexicaanse roots begon als tiener met z’n zelfgeschreven lo-fi r&b-liedjes uploaden op SoundCloud, het platform waar ook Billie Eilish haar eerste fans vergaarde. Zijn debuutalbum Ivory (2022) leverde hem gelijk een streaminghit (‘Evergreen’, meer dan 330 miljoen streams op Spotify), een uitverkochte tournee en een Grammy-nominatie voor beste nieuwe artiest op.
Ivory draaide om de spanning van een nieuwe liefde; God Said No chroniqueert het einde van een relatie en de ups en downs die dat met zich meebrengt. Op ‘Done With You’, met vrolijke blazers en invloeden uit old school hiphop, zingt Omar dat hij „better off alone” is. Een paar liedjes later, op ‘Dispose of Me’, een echte ouderwetse r&b-ballad, vraagt hij toch nog om een laatste kans.
Er mag ook gedanst worden, maar wel met een traan over de linkerwang: ‘Less of You’ heeft een pulserende synthesizerbeat à la Depeche Mode – Apollo zegt zich te hebben laten inspireren door de Italiaanse discokoning Giorgio Moroder en zijn soundtrack voor de film Midnight Express (1978).
Vanuit de hoek van de dansvloer uit Omar zijn onzekerheden: „I’m still undressing you / Am I depressing you?”. Nog een inspiratiebron is Ryuichi Sakomoto, de legendarische Japanse componist bekend van zijn etherische piano- en synthesizercomposities. Dat klinkt misschien wat vergezocht, maar in de dromerige toetsen op God Said No hoor je de inspiratie wel degelijk. Een van de mooiste liedjes op het album is ‘Drifting’, met z’n voorzichtig schuifelende motorik-ritme en uitgestrekte zangmelodie, als een autorit over een lege, donkere snelweg.
Op het een-na-laatste nummer van het album horen we een herkenbaar stemgeluid: een spraakmemo van Pedro Pascal, acteur uit de series Game of Thrones en The Last of Us, en een goede vriend van Apollo. Hij vertelt hoe hij tijdens een wandeling in Luzern, Zwitserland door z’n knieën zakt, volledig toegevend aan zijn emoties: „I can’t believe I’m sending you this”, prevelt hij, aardig kapot van al het hartzeer. Het is een kwetsbaar moment op een kwetsbaar album waarop Omar Apollo zich afvraagt waar het mis is gegaan, en hoe hij verder moet nu hij met de scherven zit.
Hij slingert zichzelf langs alle emotionele haarspeldbochten die je navigeren moet wanneer je hart wordt gebroken. Toch blijftc God Said No ondanks al dat hoppen tussen diverse genres en emoties een samenhangend album. Apollo zingt met bezieling en gevoel, maar hij blijft altijd gecontroleerd en een beetje ingetogen; ook in de meer uptempo nummers klinkt verdriet. God Said No voelt als na een zwoele zomerdag in je eentje opblijven tot drie uur ’s nachts: donker, fluisterend, intiem. Met Omar Apollo is het prettig zwelgen.
Megan Thee Stallion – MEGAN
‘Hiss’, ‘Rattle’, ‘Cobra’: aan slangenmetaforen geen gebrek op het derde album van de rapper uit Houston, Texas. Op de meest vurige tracks bijt ze fel van zich af: Megan Thee Stallion laat niet met zich sollen. MEGAN is zelfverzekerd, fun en sexy, met ongefilterde en vaak grappige teksten: „Nails: check. Hair: check. Face: pretty. Pussy: wet.” (Cécile van Wijnsberge)
Abel en Sef – IJsland
Het idee om met rap radicale, anarchistische ideeën over het voetlicht te brengen is al oud. Groepen als Public Enemy en Dead Prez deden dat eind vorige eeuw al. Sef en Abel (Hang Youth) geven een startschot voor de Nederlandse zoektocht via hun activistische album van 25 minuten, IJsland. Een schets. Scherpe teksten, interessante rijmschema’s, leuke flows, maar met iets meer aandacht had het een muzikaal essay kunnen zijn. (Jonasz Dekkers)
Camila Cabello – C,XOXO
Als je moet kiezen tussen doorsnee en vreemd, dan heeft vreemd natuurlijk altijd de voorkeur. Camila Cabello, voorheen doorsnee popartiest, gaat op C,XOXO eens een keertje voor vreemd: chaotische producties, vervormde vocalen, geschreven met de producer van Rosalía. Maar ze brengt het niet met overtuiging. C,XOXO klinkt als een handjevol probeersels, de ene geslaagder dan de ander, in plaats van een nieuwe artistieke visie. (CvW)
O. – WierdOs
Is dit een natuurdocumentaire over gakkende ganzen? Oh wacht, opeens valt er in het stotterende gekwek zowaar een toonladder te bespeuren, klinken er opeens funky (door een mens gemaakte) hi-hi-hat rolls en ontploft ‘176’ in een stomend dansfeest. Je kan veel van het Londense (jazz?)duo O. zeggen, maar niet dat zich iets van conventies aantrekken. Baritonsaxofonist Joe Henwood en drummer Tash Keary blazen op hun bevrijdende debuut met de meer dan toepasselijke titel WierdOs zo’n beetje elk (obscuur sub-)genre aan flarden, van soul tot woeste (post-)punk en zompige sludge metal. (Frank Provoost)
Martin Helmchen – Bach: Six Partitas
Het is het vogelbekdier onder de toetseninstrumenten: de tangentenvleugel, een zeldzame tussenvorm van klavecimbel en piano met kenmerken van beide. Martin Helmchen speelt de Zes partita’s van Bach op een origineel exemplaar, gebouwd in 1790. Toen was Bach al veertig jaar dood, dus historisch accuraat is het niet, maar artistiek interessant des te meer. Het geeft de partita’s een intieme, verhalende klank. (MB)
Philippe Thuriot – Domenico Scarlatti: Sonatas
De accordeon ligt qua geluid helemaal niet zo ver van het klavecimbel, vindt Philippe Thuriot. Al eerder arrangeerde hij muziek van Bach en Couperin voor zijn instrument, nu speelt hij sonates van Domenico Scarlatti. Dat werkt verrassend goed: Thuriot weet met zijn donkere accordeonklank de urgentie en vaak melancholieke charme van Scarlatti mooi te vangen. (MB)