Geheime diensten lieten journalisten spioneren, dat gebeurde soms ‘onrechtmatig’ en ‘onzorgvuldig’

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) hebben de afgelopen jaren journalisten uit meerdere landen aangesteld als geheim agent. Dat blijkt een rapport dat het Toezicht op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD) vrijdag heeft gepubliceerd. Met de veiligheid van deze journalisten is volgens de toezichthouder in een aantal gevallen slordig en zelfs „onrechtmatig” omgegaan.

In oktober 2022 onthulde NRC dat de inlichtingendiensten systematisch journalisten aanwerven als geheim agent, ook als zij daardoor in de problemen kunnen komen omdat ze bijvoorbeeld in een conflictgebied werken. Daarop startte het CTIVD een onderzoek. Daaruit blijkt dat in de periode 2019 – 2023, toen beoogd premier Dick Schoof een tijd aan de leiding van de AIVD stond, daadwerkelijk journalisten zijn ingezet. Dit is wettelijk toegestaan en verloopt volgens het CTIVD over het algemeen naar behoren.

Wel is er soms „onvoldoende aandacht” voor de veiligheid van journalisten die als agent worden ingezet. Als zij in een risicogebied wonen en werken, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten, maken de AIVD en MIVD in meerdere gevallen überhaupt geen inschatting van de risico’s die het spionagewerk teweegbrengt. Ook „het feit dat de journalist een speciale positie heeft in de maatschappij” wordt volgens de toezichthouder „onvoldoende” meegenomen in het besluit om iemand als agent aan te werven.

Gevaar voor bronnen

Ook de bronnen van journalisten lopen soms gevaar, zij weten niet altijd dat de journalist aan wie ze informatie toevertrouwen ook inlichtingenwerk doet. Het is „onzorgvuldig” dat de AIVD hier geen vaste werkwijze voor heeft. Het komt daarnaast voor dat journalisten zonder dat ze dit zelf weten als geheim agent worden ingezet. Met het oog op bronbescherming vindt de toezichthouder het „ongewenst” dat journalisten vervolgens informatie aanleveren zonder te weten dat dit naar de inlichtingendienst gaat.

Meerdere keren werd ook pas formeel toestemming gegeven om een journalist als agent te gebruiken op het moment dat die journalist al spioneerde. Dat noemt het CTIVD „onrechtmatig”. De toezichthouder beschrijft een situatie waarin de AIVD bij een ontmoeting aanwezig was op basis van informatie die een journalist verstrekte. Die journalist had op dat moment geen toestemming om als agent te werken.

De MIVD stelt niet altijd rapporten op over het spionagewerk van journalisten. Dat is volgens de toezichthouder in strijd met de wet. Zo blijft onduidelijk welke taken een journalist kreeg en hoe het met de veiligheid en het welzijn van die journalist was gesteld.


Lees ook

De AIVD beschermt de staatsveiligheid, maar brengt journalisten in gevaar

De AIVD beschermt de staatsveiligheid, maar brengt journalisten in gevaar