Wout Weghorst priemde beide wijsvingers in de lucht om de Heer te bedanken. Cody Gakpo wees na een goal tegen Polen naar de hemel om Hem te prijzen. Memphis Depay stopte alweer zijn vingers in zijn oren, want hij luistert alleen naar God. Andere spelers sloegen driftig een kruisje, want: hoe meer kruisjes, hoe meer doelpunten. Een nieuw spreekwoord zag het licht: zo religieus als een voetballer.
Ruim de helft van het Nederlands elftal is openlijk religieus. Voor de wedstrijd wordt samen gebeden, bij een doelpunt krijgt het opperwezen lof. Godzijdank rukte NOS uit om de nieuwe religiositeit op het voetbalveld te duiden. Een theoloog van de Vrije Universiteit wist te vertellen dat het hier ging om een evangelische, expressieve tak van het christendom. Dat is boeiende informatie, want het betreft hier dus geen God die straft of oordeelt, maar een die vriendelijk is, die het beste met de voetballers voorheeft. Hij helpt met de overwinning en mocht je onverhoopt toch verliezen, is dat helemaal niet erg, dat hoort dan bij Zijn Plan.
Niets minder dan gelukzaligheid straalde de theologe van dienst uit, en ik begreep dat wel: zij zat gebeiteld, genoeg werk de komende tijd voor haar en haar onderzoeksgroep. Maar, liet ze weten, het was ook voor ons allemaal heel leuk: hoe meer religie, hoe minder snel spelers aan de doping zouden gaan en hoe beter ze zouden omgaan met blessures.
Ik snoof en gooide mijn atheïstische kont tegen de krib: minder doping? Vertel mij wat over de ingebakken hypocrisie van het geloof! Ik googlede driftig op ‘atheïsme’, ‘religie’, ‘doping’ en ‘sport’, en kwam helaas bedrogen uit. De meest atheïstische sporter ter wereld? Lance Armstrong – meervoudig tourwinnaar gepakt op doping. For Christ’s sake! Zou de theologe dan toch gelijk hebben? Maar waar begint de heilzame en positieve kracht van religie, waar gaat die over in magisch denken, een vorm van zelfbedrog? Ik bedoel: is kruisjes slaan en dan denken dat je beter gaat spelen niet zoiets als manifesteren? Een hele generatie groeit nu op met influencers die ze voorspiegelen dat je alles kunt krijgen wat je maar wilt, partner, huis en auto erbij, als je maar heel positief denkt, onder het mom ‘wat ik denk, creëer ik’.
Wijlen cultuurcritica Barbara Ehrenreich wees in haar boek Smile or Die: How Positive Thinking Fooled America and the World al op de gevaren van deze vorm van positief denken; wie bijvoorbeeld ziek is en maar niet beter wordt, had gewoon wat harder positief moeten denken. De voetballers zetten in het manifestatieproces wel nog iets tussen hen en de positieve uitkomst: God, want dat is de Oppermanifesteerder.
Of is bidden voor de overwinning juist de omgekeerde variant van het manifesteren? Want waar je bij manifesteren doet of je zelf heer en meester bent en met je gedachten de werkelijkheid kunt beïnvloeden, geef je bij religie een deel van het lot uit handen. En dat vergroot paradoxaal genoeg misschien wel de winstkans.
Vijfvoudig Europees kampioen tafeltennis Bettine Vriesekoop tekent althans in haar mooie boek Chinese wijsheid in een balletje haar belangrijkste lessen als topsporter op. Ze merkt dat niet alleen hard werken, maar juist ook de taoïstische levenshouding van acceptatie helpt als topsporter: niets te verwachten – onaangedaan door winst of verlies – maar te doen wat nodig is, en niets op te dringen aan de situatie. Zo bezien is de ongelovige, die steeds alles uit zichzelf moet halen, in het nadeel. Atheïsme lijkt bijna een (sport)handicap.
De voorzienigheid wilde dat The Oxford Handbook of Atheism afgelopen weekend op mijn deurmat plofte. Helaas staat er geen hoofdstuk in over atheïsme en sport, en of en hoe het ongeloof je in de weg kan zitten bij het winnen van wedstrijden. Er staan wel veel fraaie tabellen in, zoals in het hoofdstuk ‘Global Demographics’, waaruit blijkt dat de Tsjechen van de hele wereld veruit het meest ongelovig zijn. En wanneer hebben de Tsjechen voor het laatst eigenlijk een voetbalcup gewonnen? Dat bedoel ik!
Ik ga er even tussen uit deze zomer om mij verder in het atheïsme te verdiepen. Niet getreurd, ik heb voor u een mooie zomer gemanifesteerd. Als scepticus wil ik de stemming hooghouden door tot slot God, spelend met nummer 14, te citeren. Gevraagd of Hij meende dat bidden de voetballer kon helpen, sprak wijlen Johan Cruijff: „Ik geloof niet. In Spanje slaan alle 22 spelers een kruisje voordat ze het veld opkomen, als het werkt, zal het dus altijd een gelijkspel worden.”
Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze schrijft om de week een column op deze plek.