De overheid slaagt er maar niet in om problematische schulden bij Nederlanders te verminderen, ook al is die ambitie er al jaren. Dat is niet alleen nadelig voor deze mensen, maar voor de hele samenleving. Problematische schulden veroorzaken zeker 8,5 miljard euro aan maatschappelijke kosten per jaar. Dat is bijna 500 euro per Nederlander.
Die conclusie trekken ambtenaren van verschillende ministeries donderdag in een zogeheten ‘interdepartementaal beleidsonderzoek’. Een onafhankelijk rapport waar politiek Den Haag meestal veel gezag aan toekent.
De ambtenaren vroegen onderzoeksbureau Panteia, de Hogeschool Utrecht en budgetinstituut Nibud om voor het eerst een grondige inschatting te maken wat deze schulden de samenleving kosten.
Meer dan de helft van de kosten, 4,5 miljard euro, wordt veroorzaakt doordat mensen met schulden minder productieve werknemers zijn. Door stress hebben ze minder concentratie, slapen ze slechter of komen ze te laat. Ook melden ze zich vaker ziek.
’Stevige onderschatting’
Het totaalbedrag van 8,5 miljard euro is volgens de onderzoekers een „stevige onderschatting”. Ze noemen in hun rapport 43 kostenposten, maar bij slechts 19 hangen ze daar een bedrag aan, omdat ze dit goed wilden onderbouwen. Naast de kosten op de werkplek gaat het bijvoorbeeld om werkloosheidsuitkeringen en de kosten voor incassobureaus, deurwaarders en rechters.
Ongeveer een op de elf Nederlandse huishoudens heeft volgens het CBS problematische schulden
Ongeveer een op de elf Nederlandse huishoudens heeft problematische schulden, volgens statistiekbureau CBS. Dat aandeel is al sinds de eerste meting in 2015 ongeveer gelijk. Dit kan pas stevig gaan dalen, volgens het ambtelijke rapport, als het systeem ingrijpend wordt veranderd.
Nu worden schuldeisers gestimuleerd om vooral hun eigen belang te dienen. Ze voeren de druk op door een incassobureau in te schakelen en dagvaardingen te sturen, waardoor een kleine schuld hoog kan oplopen.
Dat pakt vooral verkeerd uit als meerdere schuldeisers gelijktijdig dezelfde persoon tot betaling proberen te dwingen. Ook voor de schuldeisers: zij hebben allerlei kosten toegevoegd door bijvoorbeeld een incassobureau en deurwaarder in te schakelen, maar de kans dat hun schuldenaar dat allemaal kan terugbetalen, is klein. En zo draaien ze uiteindelijk zelf op voor de snelle oploop van kosten.
Probleem is dat schuldeisers meestal niet van elkaar weten of zij bij dezelfde persoon een vordering hebben uitstaan. Dat moet dan ook veranderen, volgens het rapport. Er zou een overzicht moeten komen waarin bijvoorbeeld deurwaarders alle schulden van een huishouden kunnen zien, als daar toestemming voor is gegeven.
Ook adviseert het rapport een wettelijke zorgplicht voor deurwaarders, zodat zij ook rekening moeten houden met de belangen van de mensen met een schuld. Zo zouden ze een nodeloze oploop van schulden moeten voorkomen, en mensen vaker moeten doorverwijzen naar de schuldhulpverlening. Daar moet ook een vergoeding tegenover staan. Nu krijgen deurwaarders alleen betaald voor wat het rapport ‘escalatie’ noemt: een dagvaarding sturen, beslag leggen of een executieveiling organiseren.
Lees ook
De AFM maakt zich ‘ernstige zorgen’ over uitgesteld betalen. Wat is het, en wat is er zo risicovol aan?
De concrete maatregelen die de ambtenaren aanbevelen, twintig in totaal, kosten al snel 180 miljoen euro per jaar. Maar dat valt in het niet bij de maatschappelijke schade die hiermee voorkomen wordt, concluderen ze .
Het verdwijnen van alle 8,5 miljard aan maatschappelijke kosten achten zij niet realistisch. Maar een kleine vermindering van 10 procent, wat de ambtenaren „plausibel” noemen, zou al een besparing opleveren van 850 miljoen euro per jaar.
Meer opbrengsten dan kosten dus. Voor het kabinet-Schoof, dat weinig financiële ruimte heeft, zal dat een welkome boodschap zijn. Al geldt hiervoor wel: de kost gaat voor de baat uit.