We zijn aan het wildplukken met de 8e klas in het Vliegenbos in Amsterdam-Noord. Iemand roept: „Oppassen met het plukken van de daslook! Het lelietje-van-dalen lijkt er op en die is giftig!” Het aangewezen plantje wordt vervolgens hypochondrisch gemeden; klasgenoten worden gewaarschuwd voor de mogelijke doodsdreiging en er wordt ruim afstand bewaard. De houding van de kinderen is misschien wat overdreven, maar het besef dat gif giftig is, is bij kinderen nog springlevend.
Bij volwassenen is die vrees voor vergif gesleten. Niet heel gek; je leert als jongvolwassene al snel dat die voorheen te vermijden doodsflacons onder de gootsteen, gewoon schoonmaakmiddelen of ‘beschermingsmiddelen’ zijn. Maar die jeugdige afkeer van gif mogen we wat mij betreft weer hervinden.
Het is nu normaal dat voedingsmiddelen gelabeld worden als ‘biologisch’ om aan te geven dat deze (ogenschijnlijk!) gifvrij zijn. Want gif, dat is de standaard geworden. Zelfs op producten waar je dat helemaal niet verwacht, zoals je eten of je bijvriendelijke plant van het tuincentrum. En terwijl de risico’s keer op keer worden genuanceerd, is de nuance in het resultaat van een halve eeuw gifconsumptie ver te zoeken; tot ver in natuurgebieden worden pesticiden aangetroffen. Tegelijkertijd zijn daar veel dieren verdwenen. Wanneer zag je voor het laatst een vlinder, of hoorde je een kikker? De gevolgen zijn overal, maar niemand lijkt het gifbeest echt in de bek te durven kijken.
Schoolplaat
Vandaar het hobbymatige karakter waarmee menigeen of zelfs gemeenten (met tegelwippen, groenbudget en natte-vinger-normen) de uitdagingen van deze tijd aangaan.
De schoolplaat van ‘sloot en plas’ – die olijk bevolkte boerensloot – in onze klaslokalen van weleer, was geen overdrijving; de sloten en plassen uit mijn jeugd bruisten van het leven; kikkers, watertorren, salamanders en waterjuffers. Ik was laatst bij die sloot uit mijn jeugd, die geen portaal meer was naar een krioelende onderwaterwereld, maar een modderige zwarte spiegel. Eigenlijk zoals de meeste sloten van nu. De gemeente beweerde: het water voldoet aan de norm. Schei uit met je norm, ik wil kikkers. Dát zou de norm moeten zijn.
Hebben we de moed wel om de situatie onder ogen te komen en te zien voor welke uitdagingen we staan? Het verlies van biodiversiteit is een probleem van ons allemaal. De slakkenplaag, opgestuwd door ontbreken van natuurlijke predatoren en de gevolgen van klimaatverandering, is nog maar een voorproefje.
Lees ook
Insecticiden werden verkocht als veilig, maar raken steeds meer verdacht
Insecten van hier houden van planten van hier. Inheems dus. En voor natuurherstel moet je niet bij een ‘tuincentrum’ zijn, dat vooropgesteld. Maar voorbij de horizon van de bijgelovige etiketten van de tuincentra en de traditionele plantenkweek is er vaak geen zicht op door pesticiden gedomineerde kweekwereld. Wordt er niet aan het blad van je plant gegeten? Begin dan maar te twijfelen, want dan zou deze plant zomaar eens bespoten kunnen zijn en daarmee is ook de nectar giftig.
Op dit moment doen zestig Amsterdamse ngo’s en buurt-initiatieven een dringende oproep op de gemeente Amsterdam om het gifgebruik binnen de aanplant van de openbare ruimte tot nul te beperken. Een gifvrije openbare ruimte is niet vanzelfsprekend, zelfs niet met labels als Skal Biocontrole of Biologisch. Onder elk van deze labels zijn zogenaamd natuurlijke pesticiden en niet biologische bestanddelen nog mogelijk. Hoewel dit onschuldig klinkt, is dat absoluut niet het geval. Pyrethrinen, een gewasbeschermingsmiddel van natuurlijke oorsprong, zijn neurotoxiden die op zenuwcellen van alle insecten inwerken, ook op die van bijen. Het betreft ook diverse koperverbindingen die gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Het is beter om kwekers te selecteren die de keuze voor gifvrij maken, dat is in ieders belang.
Voor natuurherstel moet je niet bij een tuincentrum zijn, dat is duidelijk
Als stadsbewoner is een gifvrije openbare ruimte het minste wat je van je gemeente kan verwachten. Het is niet alleen het fundament voor de stadsnatuur, maar ook voor je eigen gezondheid. Terwijl gemeenten enorme bijdragen kunnen leveren met de selectie van gifvrije kwekers, kun je gelukkig zelf ook al klein beginnen, dicht bij huis. Het belangrijkste wat daarvoor nodig is, is een kritische houding tegenover de gebruikelijke leveranciers van planten; er zijn zat kleine kwekers die natuurwaarde wel hoog in het vaandel hebben staan.
Huisdieren
Er is nog een plek waar gifgebruik, zonder dat velen het beseffen, desastreuze gevolgen heeft: bij onze huisdieren. De vaak preventief gebruikte luizenwerende druppels, sprays en de vlooienbandjes bevatten pyrethroïde, en de bekende neonicotinoïden zoals imidacloprid. Dit is zeer vernietigend gif, waarvan de giftigheid voor insecten haast niet te bevatten is. Eén gram imidacloprid is voldoende om ruim 100 miljoen bijen te doden. In een onderzoek naar de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in paardenbloemen in openbare parken zijn overal middelen tegen vlooien, teken en luizen aangetroffen. Dit gif treft niet alleen via uitwerpselen, urine of het zwemmen de overblijvende insecten, ook de uitgekamde haren die in vogelnestjes belanden, maken vele gevederde jonge slachtoffers. Er zijn gelukkig zat natuurlijke alternatieven die veel minder schadelijk zijn, maar tot dusver zijn mensen zich vooral niet bewust van de enorme schade die de conventionele middelen veroorzaken. Dat moet veranderen om een insectenapocalyps te voorkomen.