Column | Meta Struycken kietelt een jurk met borduursel

‘Is dit een grap?” pruttelt een bezoeker. Nee, geen grap, antwoordt de suppoost. De zaal lijkt leeg en niet ingericht maar in de onopvallende platte vitrines zijn schetsjes te vinden of een rijtje latjes. En altijd liggen er kaartjes in met hoofdletterloze zinnetjes. walk six m in the direction of tokyo (1971) bijvoorbeeld. Iedereen kan dat daadwerkelijk doen. Of in gedachten, dat kan ook.

Dit is werk van stanley brouwn (ook hoofdletterloos). Die legde nooit iets uit, en ook interpretatie was verboden. Kijk nou maar. En denk een beetje. brouwn had het over feiten: elf keer zet hij een stap en elf keer is die net anders van lengte. Van esthetiek moest hij niets hebben. Snap ik. Die vertroebelt, die kun je niet meten

En dan zie ik zijn werkruimte, uit 1997. Een houten huisvorm die tussen zijn muren vangt hoe hij heet: ruimte. Binnen hangt een zachtlichtend peertje aan het plafond. En ik wil de pret niet drukken, maar door dat gloeilampje vind ik dit huis mooi. Het is of de schoonheid een doek over brouwns kooitje gooit. Hou je stil, we genieten.

Het is of de schoonheid een doek over brouwns kooitje gooit. Hou je stil, we genieten

Aan de Amsterdamse Koninginneweg provoceert Galerie Eenwerk met een bunker van glas en bazalt de rustiek krullende, 19de-eeuwse gevels er omheen. Strak is de bedoeling van architect Barend Koolhaas, mooi het resultaat.

Ik kom er graag, en nu was ik er een beetje grager. Want nu biedt Eenwerk een magische expositie, nog ontstaan onder de hand van Julius Vermeulen, het recent zo verschrikkelijk ontijdig gestorven brein van Eenwerk. Hij koos voor de brille van kleine kleren. De jassen, jurken, vesten hangen aan de muren. Ze zijn niet voor kabouters, niet voor poppen. Niemand zal ze dragen.

Meta Struycken, Stitch!
Foto Zora Ottink

Meta Struycken maakte ze. Haar naam roept associaties op met couture, met mode, maar dit zijn geen creaties maar creaturen, hier worden naald-en-draad-technieken bezongen die vergeten zijn maar niet lang geleden nog gewoon waren: verstellen, mazen, sokken stoppen. Een vetvlek verdween onder appliqué, een scheur achter borduursel. Dit is activistische kunst, het is Struyckens pleit tegen fast fashion – goedkoop gemaakt, goedkoop verkocht, niet wassen maar weggooien. Intens schadelijk voor het milieu, intens beledigend voor kleding. Struycken heeft het over respect, over liefde. Over mijn geliefde vest dat me jaren geleden op Oerol is ontstolen. Ik hoop nu maar dat de dief, die ik haat, er goed voor heeft gezorgd.

Het spannende is dat Meta Struycken het niet kon laten om schoonheid vast te pinnen. Ze borduurde de kleine witwollen mantel, met uit de zoom opkomend zonlicht. Ze kietelde een jurk met borduursel á la Japonaise. En klein is verfijnd. Het miniformaat bevordert de schoonheid. Ja, dat verduistert de gedachte van het werk, hetzelfde overkwam ook stanley brouwn. Schoonheidsdrift overvalt de besten. Ze kunnen het niet laten. En het is grandioos om dat te zien gebeuren.