‘Is dit een grap?” pruttelt een bezoeker. Nee, geen grap, antwoordt de suppoost. De zaal lijkt leeg en niet ingericht maar in de onopvallende platte vitrines zijn schetsjes te vinden of een rijtje latjes. En altijd liggen er kaartjes in met hoofdletterloze zinnetjes. walk six m in the direction of tokyo (1971) bijvoorbeeld. Iedereen kan dat daadwerkelijk doen. Of in gedachten, dat kan ook.
Dit is werk van stanley brouwn (ook hoofdletterloos). Die legde nooit iets uit, en ook interpretatie was verboden. Kijk nou maar. En denk een beetje. brouwn had het over feiten: elf keer zet hij een stap en elf keer is die net anders van lengte. Van esthetiek moest hij niets hebben. Snap ik. Die vertroebelt, die kun je niet meten
En dan zie ik zijn werkruimte, uit 1997. Een houten huisvorm die tussen zijn muren vangt hoe hij heet: ruimte. Binnen hangt een zachtlichtend peertje aan het plafond. En ik wil de pret niet drukken, maar door dat gloeilampje vind ik dit huis mooi. Het is of de schoonheid een doek over brouwns kooitje gooit. Hou je stil, we genieten.
Het is of de schoonheid een doek over brouwns kooitje gooit. Hou je stil, we genieten
Aan de Amsterdamse Koninginneweg provoceert Galerie Eenwerk met een bunker van glas en bazalt de rustiek krullende, 19de-eeuwse gevels er omheen. Strak is de bedoeling van architect Barend Koolhaas, mooi het resultaat.
Ik kom er graag, en nu was ik er een beetje grager. Want nu biedt Eenwerk een magische expositie, nog ontstaan onder de hand van Julius Vermeulen, het recent zo verschrikkelijk ontijdig gestorven brein van Eenwerk. Hij koos voor de brille van kleine kleren. De jassen, jurken, vesten hangen aan de muren. Ze zijn niet voor kabouters, niet voor poppen. Niemand zal ze dragen.
Meta Struycken maakte ze. Haar naam roept associaties op met couture, met mode, maar dit zijn geen creaties maar creaturen, hier worden naald-en-draad-technieken bezongen die vergeten zijn maar niet lang geleden nog gewoon waren: verstellen, mazen, sokken stoppen. Een vetvlek verdween onder appliqué, een scheur achter borduursel. Dit is activistische kunst, het is Struyckens pleit tegen fast fashion – goedkoop gemaakt, goedkoop verkocht, niet wassen maar weggooien. Intens schadelijk voor het milieu, intens beledigend voor kleding. Struycken heeft het over respect, over liefde. Over mijn geliefde vest dat me jaren geleden op Oerol is ontstolen. Ik hoop nu maar dat de dief, die ik haat, er goed voor heeft gezorgd.
Het spannende is dat Meta Struycken het niet kon laten om schoonheid vast te pinnen. Ze borduurde de kleine witwollen mantel, met uit de zoom opkomend zonlicht. Ze kietelde een jurk met borduursel á la Japonaise. En klein is verfijnd. Het miniformaat bevordert de schoonheid. Ja, dat verduistert de gedachte van het werk, hetzelfde overkwam ook stanley brouwn. Schoonheidsdrift overvalt de besten. Ze kunnen het niet laten. En het is grandioos om dat te zien gebeuren.
Kon het wranger? Een aantal dagen voor de grote viering van het vijftigjarig jubileum van het Amsterdamse jazzpodium Bimhuis overleed plots een van zijn oprichters, trombonist en componist Willem van Manen. Een auto-ongeluk werd hem fataal op zijn 84ste. Hij was het die met saxofonist Hans Dulfer door de stad fietste op zoek naar een locatie voor livejazz, die vanaf 1968 drie jaar in Paradiso had geklonken. Ze vonden een voormalige meubeltoonzaal in een pakhuis aan de Oudeschans, vlakbij de Wallen.
Eigenhandig en met een lening kwam er een betonnen jazzhol. Een onflatteuze bijnaam – ‘fietsenstalling aan de Oudeschans’, maar de jazz had een clubhuis, waar tot diep in de nacht gespeeld kon worden en niemand moeilijk deed. Dulfer deed de boekingen, Willem van Manen pakte de boekhouding op. De concerten – in het begin was de entree voor een riks – sloegen aan. En ook Van Manens zachte lobby in de Amsterdamse Kunstraad lukte; door subsidie kon het Bimhuis groeien. Hijzelf werd een spil in de Amsterdamse jazz: medeoprichter van Orkest De Volharding, muzikant bij het Willem Breuker Kollektief, leerorkest De Boventoon en later aanvoerder van zijn eigen orkest, de Springband.
Een momentje slikken dus vorige week op het vijftigste jubileumfeest van het Bimhuis. We waren tien minuten op weg in de vijfdelige compositie Home waarmee gelegenheidsensemble BigBim50, met 21 muzikanten onder leiding van componist, pianist en orkestleider Martin Fondse, eer betoonde aan de inspiratoren en pioniers van het jazzpodium. En toen klonk ‘The Sheltering Sky’, gevoelvol, trombonist Joost Buis en klarinettist Michael Moore soleerden intens; Willem van Manen schreef in 1983 een gelijknamig orkeststuk.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Muzikant en componist Theo Loevendie tijdens een optreden in het BIM-huis in 1979. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Muzikant en componist Theo Loevendie tijdens een optreden in het BIM-huis in 1979. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09162446/web-1010CULbimhuis8.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-13.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-11.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-12.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-13.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-14.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/oM39ukuVN4O5uTCfN-1Ur7tVAC4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09162446/web-1010CULbimhuis8.jpg 1920w”>Muzikant en componist Theo Loevendie tijdens een optreden in het BIM-huis in 1979.
Foto’s: Pieter Boersma
Even daarvoor waren alle blazers uit de lift, van balkons en trappen in het atrium van het Muziekgebouw waarin het Bimhuis huist komen marcheren. Al spelend, een kakofonische muziekstroom die ‘Echoes of Home’ was genoemd, baanden ze zich een weg door het publiek. Het werd een juichende jubileumaftrap van Bimhuis50. Met bijpassend, volgens kenners ‘dwars smakend’ Impro-bier (detail: bier op basis van wilde gisting net als in jazzimprovisatie).
Home ging over hoe de jazz de afgelopen halve eeuw had geklonken in het Bimhuis. Hoe jazzmuziek een eerste „thuishaven” kreeg. Hoe de eigenheid van muzikanten als Willem Breuker of Han Bennink centraal had gestaan. En hoe eigenheid nog altijd wordt onderstreept in het huidige ‘Bim’ – door oudere jazzliefhebbers nog steeds omschreven als het ‘nieuwe Bim’. De moderne, half in het Muziekgebouw gestoken ‘black box’ met uitzicht over het Amsterdamse IJ is er sinds 2005.
Jazzkuil
Een halve eeuw Bimhuis – „het perfecte gesprek tussen musici en loyaal, kritisch en muziekminnend publiek”, aldus directeur Mijke Loeven. De transformatie van het jazzpodium is aanzienlijk. Van een basic jazzkot aan de Oudeschans – telefoniste Hettie Leijdekker had destijds alle concertinfo als je belde – werd de jazzlocatie na de eerste tien jaar een open concertzaal. Karakteristiek was de ‘kuil’: de als amfitheater vormgegeven zaal had een podium in de uitgegraven kelder en aan drie zijdes tribunes omhoog.
Van jazzhonk met jamsessies zonder sluitingstijd, altijd geouwehoer aan de bar en op de Wallen ‘zoekgeraakte’ muzikanten werd het Bimhuis gaandeweg een serieuze jazzbusiness. Met officiële kaartverkoop en een steeds iets breder ingestoken programmering. Al was het toen beslist nog geen plek voor alle jazzmuzikanten.
De vraag wat nu eigenlijk jazz is heeft de jazzscene lang verdeeld. Zo domineerde lang de richtingenstrijd tussen de Amsterdamse improkliek en de mainstream radiojazz uit het keurige Hilversum. Het is nu een ronduit bizar gegeven hoe de gevierde zangeres Rita Reys pas in juni 2004, op haar 79ste, voor het eerst in op dit jazzpodium optrad.
Saxofonist Benjamin Herman (56) ziet ook een groot verschil met hoe weinig toegankelijk het jazzpodium vroeger voor jonge muzikanten was. „De eerste conservatoriumstudenten zijn lang afgeschilderd als gedresseerde aapjes.” Hij behoort zelf min of meer tot de eerste lichting die eind jaren tachtig jazz leerde op het conservatorium. Die jazzopleidingen in onder meer Amsterdam, Rotterdam en Hilversum waren een doorn in het oog van gearriveerde jazzmuzikanten uit de improscene. Jazz leren op school? Absurd. Jonge musici moesten gewoon kilometers maken op het podium en in de kroeg, en zich laten leiden door de vrije improviserende jazzsenioren die hadden gestreden voor eigen gesubsidieerd podium.
„Autodidact zijn was een badge of honor”, aldus Herman. „Maar het werd ook een manier om werelden gescheiden te houden. Ingewikkeld: er was veel bereikt in de jaren zeventig door een bepaalde groep proactieve musici. Maar toen het Bimhuis een belangrijke speelplek werd, vonden andere mensen dat ze ook recht hadden daar op te treden.”
Los van alle discussie staat vijftig jaar Bimhuis natuurlijk voor legio memorabele concerten: het verpletterende kosmische jazzoptreden van het Sun Ra-orkest, de komst van grote jazznamen als drummer Art Blakey, bassist Charles Mingus, drummer Elvin Jones. Blazer Archie Shepp die met zijn anarchistische optredens vol declamaties en vurige freejazz huismuzikant werd in een uitpuilende zaal.
Optredens vol anekdotes: de hete improjams met altsaxofonist Sean Bergin als aanvoerder. Die had er sowieso een handje van om ongevraagd zomaar op het podium mee te spelen, omdat hij kritiek had en wilde laten zien hoe het wel moest. Zijn poging bij drummer Elvin Jones in te breken, de bandleden wisten niet wat ze meemaakten, werd verijdeld. Ook een rare avond: een volle bak voor bassist Jaco Pastorius, die te ver heen bleek en enkel ‘Happy Birthday’ voor zijn moeder zong.
Impro-trombonist Joost Buis (57) komt in het Bimhuis sinds 1983; met het orkest de Boventoon repeteerde hij er wekelijks. „Ik heb er veel jazz voor het eerst live gehoord. Trombonisten als Wolter Wierbos, Ray Anderson en George Lewis bijvoorbeeld. Vanaf het begin was het een plek om muzikanten te ontmoeten en te horen spelen. Het Bimhuis was ons clubhuis. Ook als je zelf ergens had gespeeld kwam je er laat op de avond weer thuis.”
Bloeiperiode
De verhuizing van het jazzpodium in 2005 richting het Muziekgebouw aan ’t IJ markeert een bloeiperiode. Ook voor Huub van Riel als artistiek directeur, ooit begonnen als manusje-van-alles voor de toen „ook wat geïmproviseerde leiding”. Vanaf de nieuwe, moderne locatie gaat het Bimhuis pas echt groeien.
De ‘podiumkuil’ is mee gegaan: ook aan het IJ wordt in de diepte gespeeld en loopt een halve maan van zitplaatsen trapsgewijs. Maar vooral heeft geen ander podium zo’n fraai zicht op de stad. Als de band van de avond de gordijnen niet heeft laten sluiten, zie je de treinen door de raampartij achter de muzikanten binnenlopen.
Het Bimhuis is gaan behoren tot een van de meest moderne, vooraanstaande jazzpodia ter wereld. De jazz, zo levend en avontuurlijk, is het hoogste goed gebleven. Van avant-garde tot mainstream, van arrivé tot debutant: hier droom je te staan. En het is een plek waar naast de Nederlandse jazzscene ook de internationale jazzmusici zich thuis zijn gaan voelen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Archie Shepp op weg naar het podium van het Bimhuis. In de kleedkamer hangt een foto van hem uit 1989. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Archie Shepp op weg naar het podium van het Bimhuis. In de kleedkamer hangt een foto van hem uit 1989. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09161432/data122833971-5d7dfc.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/MOyDFuCwkxOGdT1LBuFcxxEhqqA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09161432/data122833971-5d7dfc.jpg 1920w”>Archie Shepp op weg naar het podium van het Bimhuis. In de kleedkamer hangt een foto van hem uit 1989.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Jubileumoptreden van Bimhuis50 van Home, met onder andere The Sheltering Sky, een verwijzing naar een compositie van Willem van Manen. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Jubileumoptreden van Bimhuis50 van Home, met onder andere The Sheltering Sky, een verwijzing naar een compositie van Willem van Manen. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09161433/data122536060-d6b0b5.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-24.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-22.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-23.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-24.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-25.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/wA9dlhG9SHQ1rCmwO8_ORq3iu-8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09161433/data122536060-d6b0b5.jpg 1920w”>Jubileumoptreden van Bimhuis50 van Home, met onder andere The Sheltering Sky, een verwijzing naar een compositie van Willem van Manen.
Foto’s: Evert Elzinga, Bimhuis
Ook trombonist Joost Buis. Al kan hij nog mijmeren over het oude jazzclubhuis zonder sluitingstijd. „Dat gevoel van toen is toch een beetje kwijt geraakt.” Maar dat voelt jazzsaxofonist Tineke Postma (46) niet zo. Vanaf haar eindexamen loopt het podium als een rode draad door haar carrière. De optredens, de compositieopdracht die ze in 2021 kreeg. „Maar ook sociaal. De community voelt als familie. En mijn man (pianist Marc van Roon) heeft mij daar voor het eerst horen spelen.”
Het doet saxofonist Benjamin Herman goed dat het jazzpodium nu een thuishaven is voor jonge musici met frisse ideeën. „Voor mij heeft het Bimhuis in mijn beginjaren geen grote rol gespeeld in mijn muzikale ontwikkeling. Ik speelde in mijn vormende jaren op heel andere plekken. Daarom vind ik het goed dat ze nu er wel op tijd bij zijn. De muziek verandert voortdurend. Het is heel goed dat het Bimhuis meegaat in plaats van de boel afschermt.”
In jazz worden elk decennium nieuwe vormen van jazz ontwikkeld. Er ontstaan nieuwe stijlen en stromingen”, zegt directeur Mijke Loeven. „En altijd weer klinkt de vraag: is het wel echte jazz? Voldoe je wel aan de standaard?”
Dat is aan de ene kant een leuk discours over jazz. Het toont de betrokkenheid, stelt ze. „Maar het Bimhuis laat musici zelf bepalen wanneer het jazz is. Terwijl de houding inclusief is: iedereen die het kan mag meedoen.”
Loeven ziet een jonge jazzgeneratie „zonder oordelen”. „Jonge muzikanten zijn er helemaal niet mee bezig of iets jazz is, maar gebruiken van alles in hun muziek. Via online is de wereld open. Wat zou je nou vasthouden aan nog een stroming? Het draait niet alleen om skills, maar om de muzikale ideeën.”
Daar is de jonge componist Tijn Wybenga (31) een voorbeeld van. Zijn vroegste Bim-herinnering is dat hij als kind lag te slapen op de bankjes in het oude Bimhuis „omdat organist Joey DeFrancesco al uren op zich liet wachten”.
Twee jaar was hij huisartiest in het nieuwe makerstraject. „Die vroege ondersteuning voor mijn soort jazz, een community-achtige band waarin het karakter van elke musicus naar buiten sijpelt, is waardevol – terwijl ik toen echt nog niet zoveel op mijn naam had staan. Het heeft mijn carrière echt opgetild.”
De steun van het podium vindt hij erg bij de huidige tijdgeest passen. „De oudere jazzgeneratie mag brommen, maar de huidige generatie is supportive. En dat straalt het Bimhuis, van technici tot leiding, echt uit. Dat is belangrijker dan een leuke ervaring hebben als je er speelt.”
Deze week beginnen de laatste repetitie-dagen voor de grote opera-première aanstaande zaterdag. Na vier weken elke dag intensief repeteren ga ik vandaag in kostuum en make-up de voorgenerale spelen van onze nieuwe opera Piratenkoningin, waarin ik de gewelddige titelrol mag spelen.
Mijn personage heet Grace O’Malley en ik ga een klein weesmeisje met de naam Oona helpen. Haar pleegbroertje (hele dottige Lionel van Law-rence) is ontvoerd door een Engelse Queen. Samen met een paar sullige piraten gaan Oona en ik hem proberen te redden. Of het lukt? Dat is de vraag. De muziek is gloednieuw. De inkt is nog nat en heel mooi gecomponeerd door de Nederlandse componiste Monique Krüs. In de regie van Daniel van Klaveren hebben we een enorm spektakel op poten gezet. Hopen dat het allemaal goed gaat vanmiddag.
Dinsdag 1 oktober Piratenschip
Vanavond eerste try-out. Heel spannend. Voor de tweede keer hebben we het stuk doorlopen. Dat is lekker, want dan voel ik meteen hoe ik mijn partij zal moeten gaan verdelen in de hele tournee. Hoe is de boog over de voorstelling? De voorgenerale was nog niet heel strak. Dus veel doorlopen zijn fijn. Dan kan ik de notes verwerken en nieuwe dingetjes uitproberen. Ook is het lekker om het decor steeds beter te leren kennen. De set is spectaculair voor een kindervoorstelling. Het is een enorm bouwwerk, dat er in het begin uitziet als een weeshuis, daarna draait het hele geval om zijn as en wordt het een piratenschip om uiteindelijk weer te draaien naar het uiterlijk van een koninklijk galjoen. De orkestmusici zitten dit keer niet in de bak maar doen mee. Ze zijn ook piraat of weeskind, en zitten in het grote decor. Nu bij het eten van mijn boterham kijk ik nog even mijn bladmuziek en teksten door. De zenuwachtige vlinders in mijn buik zijn al begonnen met fladderen.
Woensdag 2 oktoberDikke enkel
Vanochtend wakker geworden met een beetje dikke enkel. Gisteren tijdens de try-out gestruikeld over een stuk decor dat ik niet goed zag in het donker. Ik had een nieuw loopje aan het eind van de tweede akte en ik zag niet dat daar een stuk vloer lag die wat uitstak. Net even mijn enkel ingetaped en dan vandaag weer fluks verder. Try-out ging trouwens heel goed. Echt al lekker kunnen spelen en zingen. Vandaag is het vroeg dag. Om 9 uur moet ik bij de make-up zitten. Om 11 uur hebben we een voorstelling voor schoolklassen. Allemaal joelende kinderen die voor het eerst naar een opera komen kijken en luisteren. Dat vind ik zo goed aan deze voorstelling. Dat het speciaal voor jonge mensen is gemaakt. Zo leren ze dat opera gaaf en mooi is. Misschien gaan ze hierdoor ook nog eens naar andere voorstellingen. Vanmiddag lekker vrij! Kan ik meteen de drukproef van mijn nieuwe boek Schandalig mooie opera nakijken.
Donderdag 3 oktoberSpugen
Gisteren driehonderd uitzinnige kinderen de voorstelling laten beleven. Toen ik het publiek in spuugde na mijn tekst „Kerels heb ik omgespogen” gingen ze allemaal uit hun dak van ontzetting en lol. „Gatverdamme” en „iiiiieuw” werd er lachend geroepen. Aan het eind van de voorstelling gejuich en applaus. Gelukkig vindt onze doelgroep de opera dus echt leuk!
Vandaag de echte generale repetitie. Vanochtend vroeg wakker geworden en het appartement waarin ik deze hele periode verblijf netjes opgeruimd en schoongemaakt. Nog maar één nachtje hier slapen. Vanavond neem ik de meeste spullen alweer mee naar huis. Daarna even mijn collega en vriendin Lilian Farahani opgehaald van een station in Rijssen. De treinen reden niet meer verder naar Enschede. Gezellig in de auto alles doorgekletst. We hebben allebei mega veel zin om de voorstelling te doen. Zij speelt Oona het weeskind en zingt en speelt de sterren van de hemel. Nu nog even mijn tas pakken en dan hop… naar het theater!
Vrijdag 4 oktoberOoglapje
Vandaag lekker thuis in Nootdorp wakker geworden. Het was een prachtige zonnige dag. Eerst een geweldige film gekeken over vier geweldige Britse actrices, onder wie Judy Dench en Maggie Smith, die thee met elkaar drinken en praten over hun theaterleven. Daarna mezelf opgemaakt en spullen meegenomen naar Omroep Max. Regisseur Daniel van Klaveren en ik mochten praten op tv over de opera. Ik had mijn piratenjas en ooglapje mee. Dan lijk ik op de poster. Het was heel leuk om te doen. Even ook nog wat collega’s kunnen noemen. Aylin Sezer bijvoorbeeld, die onze Queen prachtig gestalte geeft (Joris van Baar is haar ontroerende lakei). En Gitty Pregers, onze musicalster. We wilden ook nog Carl Refos noemen. Die is danser en beweegt zo soepel dat je denkt dat je echt naar een krab zit te kijken. Maar Martine van Os stelde een vraag erdoorheen, dus Carl viel even weg. Bij deze! Na de opname nog even langs mijn pa en ma gereden voor koffie. Morgen première!!
Zaterdag 5 oktoberCadeautjes
Ik ben al vroeg wakker. Radio klassiek staat aan. Even nog inbellen voor het laatste gesprek over de productie. Daarna relaxed de dag door. Niet te veel praten. Toitoi-tjes schrijven voor mijn collega’s. Zo’n fijne traditie is dat. Bij elke première geven we elkaar een klein cadeautje dat past bij de voorstelling, om elkaar zo succes te wensen voor de eerste uitvoering met publiek. Als je dan je kleedkamer binnenkomt liggen er allerlei lieve wensen en spulletjes klaar. Verheug ik me nu al op. Na vandaag begint de tournee door Nederland. Lekker spelen en ook weer bezig kunnen zijn met andere concerten die in het verschiet liggen. Never a dull moment!
‘Krank is het land dat de clown tot koning kroont.’ Het is de favoriete zin van toneelschrijver Jibbe Willems uit Koning Krump, zijn even epische als knotsgekke drama over een democratisch gekozen koning die zijn land naar de afgrond voert. „Ik hou enorm van het beitelen van kleine standbeeldjes in zinnen”, zegt de Arnhemse auteur, „maar vorm en inhoud moeten elkaar versterken, anders wordt het alleen maar mooischrijverij. Deze zin is tegelijk een soort motto, voor het stuk, over de toestand van de wereld.”
Mooi schrijven, barok schrijven kan Jibbe Willems als geen ander. Al twee decennia voorziet de als acteur opgeleide auteur theatermakers van zintuiglijke, geladen, poëtische en geestige taalwerken. Over een bundeling van veertien toneelstukken schreef NRC in 2021: „Zijn thema’s zijn universeel en tijdloos: hunkering, drift, personages die verweesd ronddolen en zich geborgen willen weten door een ander. Met humor en mededogen observeert hij de ploeterende mens.” Zijn productie is daarbij ongekend hoog, met soms wel zeven of acht teksten per seizoen – nieuw werk, maar ook vertalingen, bewerkingen en libretto’s.
Voor het Utrechtse gezelschap Het NUT schreef hij Koning Krump, dat komend weekend in première gaat, in regie van Greg Nottrot. Met Nottrot bedacht Willems (1977) zes jaar geleden al het idee voor een shakespeareaans koningsdrama rondom machthebbers, vertelt hij in een Utrechts café. „We vroegen ons af: ‘Wat zou een Richard III zijn met Sep Blatter van de FIFA? Een King Lear met Willem-Alexander en zijn dochters?”
Het moest gaan over ambitie, hoogmoed en de onvermijdelijke val. „Trump gaf ons veel inspiratie, omdat er ook veel andere shakespeareaanse elementen in hem samenkwamen: het volk dat in opstand komt, zijn familie-dynastie, de rijkdom, de valse beeldvorming.”
Wat zou een King Lear zijn met Willem-Alexander en zijn dochters?
Koning Krump was eigenlijk bedoeld voor 2020, maar werd dwarsgezeten door corona. Trump is nog niet van het toneel verdwenen, maar de vraag is of de man niet te weird is om satire over te maken. „Dat is de uitdaging”, zegt Willems. „Daarom besloten we er een sprookje van te maken. Dat biedt de mogelijkheid om het verhaal gekker en vreemder te laten zijn. Hoewel de actualiteit ons alsnog inhaalde. Er zat bijvoorbeeld een aanslag op Krump in het stuk. Dat werd realiteit. We hoefden alleen de wond maar een paar centimeter op te schuiven, naar het oor.”
Hoe schrijf je met de ambitie een shakespeareaans drama te scheppen?
„Bij shakespeareaans denk ik aan de taal. Aan taal die communiceert met een breed publiek, maar met poëzie en grootsheid in zich. Dat grootse zit in verwijzingen naar goden, mythen en bijbelse verhalen, en de poëzie in metaforen die soms aards, soms gezwollen zijn. Zowel de arbeider als de adel moet worden aangesproken. En het zit in de wisselwerking tussen kleine en grote thema’s, van stront tot het filosofische.
„Het stuk bevat veel referenties aan Shakespeare, aan Macbeth, Ophelia, King Lear, de vader van Hamlet. Je kan een bingokaart meenemen. Shakespeareaans is ook de vorm: vijf bedrijven, met van die terzijdes, waarin een personage direct het publiek aanspreekt.”
Het verhaal begint als Krump tot zijn verrassing tot koning wordt gekozen, zoals Trump in 2016 tot president werd gekozen. Daarna wordt alles anders dan wat er in de werkelijkheid gebeurde, al kregen bijna alle personages de naam van bestaande figuren rond Trump, maar dan geschreven met een ‘k’. Kelania (naar Trumps vrouw Melania), Kivanka (dochter Ivanka), Kared (naar Ivanka’s man Jared), en Billary Klinton (Hillary, en ook haar man Bill). Trump Junior bleef wel Junior. En Bannon, Trumps adviseur, heet nu Annon. Plaats van handeling is het mythische Kamerika.
Als kwade geest die Krump van alles influistert, is Annon de spil in het verhaal.
„Hij is een Jago-figuur – de man die in Othello liegt en bedriegt om zijn zin te krijgen. Hij is Hét Kwaad, of het kwaad in ons, een schaduwkant van onszelf. Zoals Junior uiteindelijk een onderdrukte lichtzijde van de mens is, Het Goede.”
Lees ook
De toneelschrijver is veronachtzaamd
Krump toont aanvankelijk veel zelfreflectie, anders dan Trump ooit deed. Wat is Krump voor man?
„Ik wilde hem niet inwisselbaar laten zijn met Trump. Krump is een man die naar erkenning, warmte en liefde zoekt. En daarin erg op mij lijkt. En misschien wel op ons allemaal. Tegelijk laat hij zich makkelijk meeslepen door zijn ego en zijn eigenbelang. In principe zou hij een goed mens kunnen zijn. Je gaat een tijdje met hem mee, tot er een punt komt waarop je je afvraagt of zijn denkbeelden nog wel oké zijn. Van die dubbelheid en verwarring hou ik.”
Krump is wat onnozel soms. Bijvoorbeeld als hij zegt: „Ik heb toch gezegd dat ik naar verzoening streef.” Die verzoening komt er niet van en dan is hij verbaasd.
„Daarin spiegel ik het politieke bedrijf. Bijvoorbeeld hoe leden van het kabinet een boodschap verkondigen zonder basis in de werkelijkheid. Het gaat over minister Faber en haar asielcrisis. Over BBB-standpunten, over stikstof en boeren uitkopen. En over Trump, die zegt dat immigranten katten en honden eten. Want het was toch op televisie? Ze verzinnen verhalen en zijn dan verbaasd dat de werkelijkheid anders uitpakt.
„Het is naïef, het is willen geloven dat je het goede doet, maar het is ook naar. Het is het afschuiven van je verantwoordelijkheden en weigeren te erkennen dat je fout zit.”
Kelania noemt Krump liefdevol een clown. Waarom?
„De clown fascineert me. Hij kan doodeng zijn én iemand die het leven van doodzieke kinderen lichter maakt. De clown, de nar, daagt de macht uit. Maar wat we zien in westerse democratieën is dat de clowns de macht krijgen en een kroon opzetten. Wat gebeurt er dan?
„De clown heeft altijd een alibi. Hij zegt: ‘Ik heb een mes en dat steek ik door je hart, maar ik ben maar een clown.’ Hij neemt nooit verantwoordelijkheid. Het gaat bij hem over ‘de ervaring’ van een crisis. Niet over wat er werkelijk speelt. Maar misschien hebben we het allemaal mis en zijn clowns het beste wat ons kan overkomen. Ik weet het ook niet.”
Na een rustige inzet ontspoort de voorstelling na de pauze volledig.
„Net als Shakespeare vergeten we het entertainment niet. Shakespeare schreef eens als regieaanwijzing: ‘Acteur gaat af, gevolgd door een beer.’ Dat werk. Hij voert vuurspuwers, jongleurs en muzikanten op. Wij hebben ook muzikanten, in de rol van vuilnismannen. Ze staan in de realiteit van de theaterzaal en halen grappen uit met het publiek, en stappen dan over naar de realiteit van de voorstelling.
„Ik wilde er veel moorden in, want dat is ook shakespeareaans. Via al die zich snel opvolgende gebeurtenissen moet het stuk in een stroomversnelling komen. Bij zo’n stuk van bijna drie uur heb je die dynamiek nodig.”
We moeten erkennen dat we allemaal klein, jaloers en boos kunnen zijn
Dit is de eerste productie van Het NUT voor de grote zaal. Geeft die zaal jou als schrijver meer mogelijkheden?
„Het is te gek om over een grote cast te beschikken, waardoor je scènes met elkaar kan versnijden. Ook al die ruimte die je kan benutten, met een groot decor, met torens, is gaaf.
„Maar die mogelijkheden kunnen ook negatief uitpakken, omdat het eng is dat je iets van jezelf verwacht, terwijl je niet weet of je het waar kan maken. Alsof met de ruimte ook de verwachtingen toenemen. Dan zit ik op mijn zolderkamer, waar ik schrijf, met het zweet in mijn handen.”
Volgens je vrouw ben je hard voor jezelf. Het is niet gauw goed.
De onstuitbaar pratende Willems valt even stil. „Het is streven of sterven. Alles wat ik schrijf is een poging. In mij zit een calvinist die zegt dat het allemaal ontoereikend is, niet genoeg.”
Ben je zo’n pessimist?
„Met mijn gezin ben ik heel gelukkig. Maar de romantiek van de duisternis heeft me altijd aangetrokken. Mensen zijn niet van nature geneigd tot het goede. We moeten erkennen dat we allemaal klein, jaloers en boos kunnen zijn. Het heeft mij jaren gekost om met mijn woede om te kunnen gaan. Die kon af en toe opvlammen. Woede kan een sterke motor voor je creativiteit zijn, maar als je die niet beheerst, dan vreet die je van binnenuit op.”
Waar was je zo woedend over?
„Ik zeg niet dat het terecht was, hè. Het is een emotie. Ik voelde woede en verdriet, omdat ik het moeilijk vind om in het leven mijn draai te vinden. Om steeds op mijn bek te gaan en weer op te krabbelen – al doe ik de meeste ellende mezelf aan. Daarom noem ik schrijven ook steeds een poging: dat proberen erken ik nu als een definitie van leven. Dat helpt heel erg. Als je het steeds maar goed wilt doen, dan ga je onderuit.”
Wat is er zo moeilijk aan het leven?
„Het is moeilijk, omdat het een oneerlijke, onvoorspelbare rotzooi is – vaak. En omdat het moeite kost om je staande te houden. Bijvoorbeeld als er mensen in je omgeving ziek worden en overlijden: daar kun je niks aan veranderen. Dan moet je dealen met een onverschillig, koud universum.
„Misschien ben ik daarom schrijver. Uiteindelijk is alles wat je schrijft vormgeving van wat je meemaakt en van wat je niet aankan. Men zegt wel eens dat schrijven geen therapie moet zijn. Maar jezus, wat is het dan wel?”
Volgens Greg Nottrot zou je wel gelovig willen zijn.
„Ik noem mezelf een atheïst die god mist. Het ritueel troost, dus ik ga graag naar de kerk. Als ik in Maastricht ben, brand ik altijd een kaarsje voor de moeder van mijn vrouw. Ga ik even bij Maria zitten. Lieg ik mezelf dan voor? Of zoek ik alleen warmte, licht, een gebaar? Veel mensen geloven daarin, dus misschien surf ik mee op dat vertrouwen.
„De mooie dingen die geloof belooft, vind ik in verhalen. Alle kunst is een vorm van empathie, van onderzoek naar hoe je moet leven. Niet met kant-en-klare oplossingen, maar via de omweg van confrontaties met iemand die je zelf niet bent. Hoe meer confrontaties, hoe breder het palet van menselijke ervaringen waar je van kan proeven.
„Willen geloven en het geloof tegelijk uitsluiten, levert een mooie contradictie op. De twijfel is altijd sterker. Die twijfel maakt het leven niet makkelijker, maar wel leefbaarder. Misschien.”
Koning Krump, door Het NUT. Première 5 oktober, Stadsschouwburg, Utrecht. Tournee t/m 14 november. Info: het-nut.nl
Lees ook
dit interview met Greg Nottrot: ‘Ik zou graag meer als Frank Masmeijer willen zijn’