De zaak
In 2012 werd het Rotterdams zeetransportbedrijf Fairstar overgenomen door de Bredase concurrent Dockwise, na een bod dat de directie van Fairstar als vijandig aanmerkte. Fairstar was genoteerd aan de Noorse Oslo Stock Exchange, en had oliebedrijven als grootste opdrachtgevers.
Nadat Dockwise toegang kreeg tot het kantoor van Fairstar, volgde een onaangename verrassing: uit de administratie bleek dat er nog een bestelling uitstond bij een Chinese scheepswerf. De Fathom, een zwaar transportschip met een aanneemsom van 110 miljoen dollar, zou aan de vier schepen tellende Fairstar-vloot worden toegevoegd.
Fairstar en Dockwise stelden de voormalige topman en een andere bestuurder aansprakelijk voor het laten bouwen van het schip zonder de vereiste toestemming van de raad van commissarissen en voor het geven van misleidende informatie, onder andere in de jaarcijfers van 2011. Twee oud-commissarissen zouden verantwoordelijk zijn voor onbehoorlijk toezicht.
Fairstar en Dockwise kregen gelijk bij de rechtbank. Daarop stelden de veroordeelde bestuurders en commissarissen hoger beroep in.
De uitspraak:
Bestuur is aansprakelijk
Het gerechtshof bevestigt de aansprakelijkheid van de door de rechtbank veroordeelde bestuurders en commissarissen.
De oud-bestuurders tekenden in 2011 voor de bouw van de Fathom en het snijden van de eerste staalplaat. De raad van commissarissen was daar niet van op de hoogte en veronderstelde dat er alleen een optie lag voor de bouw, die 2 miljoen dollar zou kosten voor het vastleggen van een tijdvak. De raad had een belangrijke voorwaarde gesteld: het schip bouwen mocht alleen doorgaan als er financiering voor was geregeld door het bestuur.
In 2012 bleek vervolgens dat er veel hogere bedragen betaald moesten worden aan de scheepswerf dan 2 miljoen, terwijl de financiering nog steeds niet rond was. Twee commissarissen stapten op. De achterblijvende twee hadden moeten doorvragen, vindt het gerechtshof. Maar ze lieten het op zijn beloop.
Dat de oud-bestuursleden niet de vereiste toestemming van de raad van commissarissen hadden, rekent het gerechtshof hen zwaar aan. Dat is strijdig met de statuten. Bovendien verkeerde Fairstar in financieel zwaar weer.
Ook zijn de oud-bestuurders aansprakelijk jegens Dockwise, omdat zij KPMG, de accountant van Fairstar, niet hadden ingelicht. De verplichting van 110 miljoen dollar kwam niet in de jaarrekening van 2011 terecht. Beleggers, en daarmee ook Dockwise, werden daardoor op het verkeerde been gezet.
Tot slot veroordeelt het gerechtshof de oud-bestuurders tot terugbetaling van hun vertrekvergoeding van vier jaarsalarissen en vier keer de maximum bonus – in het geval van de oud-topman goed voor ruim 4 miljoen dollar. Een van de aansprakelijke oud-commissarissen sloot de overeenkomst namens Fairstar, waarmee de oud-bestuurders niet alleen een grote som geld kregen, maar ook beschermd werden tegen claims door Fairstar of derden.
Volgens het gerechtshof is Fairstar daar niet aan gebonden, omdat de ondertekenaars moeten hebben geweten hoe schadelijk de regeling zou uitpakken.
Het commentaar
„Ik kan mij helemaal vinden in het oordeel van het hof”, concludeert Marjolein van den Boogerd, advocaat ondernemingsrecht bij RTM Legal. Ze kan zich voorstellen dat het een uitdaging was voor het bestuur om nieuwe opdrachten binnen te halen terwijl je daarvoor dan eerst enorme kosten moet maken. „Maar dat is geen rechtvaardiging voor hun handelen. Dat zij kort voor de vijandelijke overname door Dockwise voor miljoenen aan vertrekpremies voor zichzelf regelden, doet de beeldvorming natuurlijk ook geen goed.”
Volgens Van den Boogerd worden commissarissen niet vaak succesvol aansprakelijk gesteld vanwege falend toezicht. Wel staat de verantwoordelijkheid van de raad van commissarissen in de afgelopen vijftien jaar veel meer in de belangstelling. Van den Boogerd: „Van een commissaris mag een actieve en kritische houding worden verwacht. Het is onbegrijpelijk dat een van de twee aansprakelijke commissarissen ook nog heeft meegewerkt aan de riante vertrekvergoeding van de oud-bestuurders, in strijd met het belang van Fairstar.”
Welke schade de bestuurders en commissarissen zouden hebben veroorzaakt, is nog niet duidelijk. De Fathom is na aanpassingen uiteindelijk afgenomen en omgedoopt tot White Marlin. De veroordeelde bestuurders vinden daarom dat er geen schade is. Fairstar ziet dat anders. Van den Boogerd: „Fairstar stelt schade te hebben geleden vanwege onder andere heronderhandelingen met de scheepswerf over de afbouw van het schip en met ING over het financieringsarrangement.”
Ook Dockwise meent schade te hebben geleden door te veel voor de aandelen te hebben betaald, aangezien de veroordeelde bestuurders de toestand van Fairstar veel gezonder voorspiegelden dan die in werkelijkheid was. De rechter zal zich over de schade van Fairstar en Dockwise buigen in een vervolgprocedure.
Olivia den Hollander is verbonden aan The Investigative Desk, een groep gespecialiseerde onderzoeksjournalisten