Nederland krijgt tijdens dit Europees kampioenschap nog de meeste complimenten voor het gedrag van onze supporters. Zijn we toch nog ergens het beste in. Geen Europees volk dat zich zo vrolijk van links naar rechts laat dirigeren als wij. Geen volk ook dat zo gedijt bij het idee dat ze ergens de beste in zijn, dat ze uitblinken. Ook al is het in iets wat iedereen kan. Ontroerend zijn de lieverds die in hun beste buitenlands de beelden van de oranje zee die door de Duitse straten klotst bewieroken.
Elkaar op sociale media attenderen omdat ze ons proberen te imiteren. Huh, lopen andere supporters tegenwoordig ook al achter een dubbeldekker aan? Dat was toch een Hollandse vinding? De Belgen en Duitsers probeerden ook al van links naar rechts te zwalken, maar lang niet zo goed als wij dat kunnen. Het versterkt het beeld dat we toch al zo graag zien, dat de hele wereld jaloers op ons is.
Op onze niet bestaande eenheid.
Op onze onnozelheid.
Op onze wansmaak.
De beelden liegen niet, dit zijn wij: geen volk van dichters, kunstenaars, dansers of schrijvers, ook niet meer van balkunstenaars trouwens, dit is onze cultuur. Zongen de Schotten, die andere uitblinkers op sfeergebied, telkens weer hun volkslied Flower of Scotland, een tekst waarover is nagedacht, wij hebben Van links naar rechts van de Snollebollekes. Van links naar rechts past ons beter dan het Wilhelmus, maar dat mag van mij ook door Oranjebewaarder van Marco Schuitmaker vervangen worden.
Goed dat we een regering krijgen die de lading wél dekt. Geen vergezichten van een betere wereld voor iedereen en gelul over toekomstige generaties meer, maar gewoon met elkaar een tempel om het ‘hier en nu’ bouwen. Pakken wat je pakken kan en profiteer ervan, en na ons de zondvloed. De toekomst is van later zorg, er komt vanzelf wel weer een uitvinding die de problemen van straks net op tijd allemaal oplost. Tegelijkertijd is het verleden verworden tot een grabbelton waar je uit mag pakken wat je wilt om het eigen gelijk kracht bij te zetten. Wat je ook grabbelt, het is eigenlijk altijd prijs. Als je maar vaak genoeg beelden van het EK van 1988 laat zien ga je vanzelf geloven dat we ook dit keer een bovennatuurlijk elftal hebben.
En zo niet, dan zijn we in ieder geval het volk dat het snelst van links naar uiterst rechts is gedeind. Lallend, want we zijn schaamteloos: iedereen mag gerust weten hoe gek we zijn.
Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.
Een beetje onwennig is het wel voor Fred Omvlee, moet hij bekennen. „Ik demonstreer nooit als dominee. Maar als kerk wil je hier ook wat mee.” Hij heeft zijn witte toga en rode stola aan. „De kleur van Pinksteren, van de Heilige Geest. Maar nu ook van de rode lijn die we willen trekken als dominees en als kerkleden.”
Het is een bijzonder protest, dinsdag voor het hoofdkantoor van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in Utrecht. Ongeveer driehonderd dominees, predikanten en kerkleden vragen hier om meer aandacht binnen de PKN voor het Palestijnse leed en het onrecht in Gaza. Ze willen onder meer dat de kerk erkent dat het niet om een conflict tussen Joden en Palestijnen gaat, maar om het onrecht van bezetting en etnische zuivering door de staat Israël. In lijn met de Rode Lijndemonstraties die eerder in Den Haag plaatsvonden, zijn de meeste mensen in het rood gekleed. Enkele dominees en voorgangers hebben daarnaast hun toga aan.
Deelnemers willen meer aandacht binnen de PKN voor het Palestijnse leed en het onrecht in Gaza. Foto Merlin Daleman
„De PKN zegt wel bezorgd te zijn”, zegt Omvlee. „Maar het durft zich niet uit te spreken voor het leed van de Palestijnen. Ik ben begaan met de bevolking van Gaza die letterlijk uitgemoord wordt.” Dat de PKN voorzichtig is, verbaast de dominee niet. „Er zijn altijd twee bewegingen binnen de kerk geweest. Ik heb ook een grote verbondenheid met het volk Israël, maar niet met de staat. Daar maak ik een groot onderscheid in. De staat Israël is een natie zoals alle andere en kan met politiek beleid de fout ingaan.”
Omvlee heeft een bescheiden bordje gemaakt, laat hij zien. ‘Protestantse kerk: sta op, doe recht! #Gaza’. „We zijn geen politieke beweging en dat moeten we ook niet worden. Maar we moeten oog hebben voor de dramatische menselijke kant, voor het lot van de Palestijnen.”
Lees ook
Aantallen, daar draait het om op de tweede Rode Lijn-demonstratie. ‘Dan kan de regering niet denken: dat zijn allemaal verwarde lui’
Brood en wijn
Het protest bij de PKN is georganiseerd door een groep theologen en predikanten, onder wie theoloog en voorganger Janneke Stegeman. „De PKN spreekt zich niet helder uit over de genocide door Israël die al maanden gaande is in Gaza”, zegt zij.
Vorige maand publiceerde de PKN op de eigen website een verklaring. Daarin stond: ‘We weigeren om een eenzijdige kant te kiezen en maken een krachtige keuze vóór Joden en vóór Palestijnen.’
Stegeman: „Ze zeggen wel: we staan voor gerechtigheid, maar geven dat geen handen en voeten. Sterker nog: ze willen niet eenzijdig partij kiezen en blijven praten over Joden en Palestijnen, terwijl het gaat over de Israëlische staat versus de Palestijnen. Dus we zijn echt heel bezorgd en boos over deze manier van spreken.”
De demonstratie is kerkelijk ingericht. Er is een protestliturgie voorbereid, vertelt Stegeman. „Liturgie gaat over vieren, maar het gaat ook altijd over hoe je de wereld zou willen zien. Dus we gaan bidden en zingen, we delen brood en wijn. En daarin zit de boodschap: we willen onderdeel zijn van een kerk die recht doet en die opstaat tegen onrecht.”
Terwijl ze dat vertelt, komt predikant Alfons van Vliet haar de hand schudden. „Gods zegen”, zegt hij.
Als tegengeluid is een bijeenkomst georganiseerd waarin wordt opgeroepen voor meer steun voor Israël. Foto Merlin Daleman
Van Vliet is de organisator van een ‘gebedsbijeenkomst’, die vlak voor het rodelijnprotest heeft plaatsgevonden voor het gebouw van de PKN. Hij vindt juist dat de kerk Israël en het Joodse volk te weinig steunt. Op die bijeenkomst zijn ongeveer dertig mensen afgekomen. Zij zingen en bidden met elkaar. Een paar van hen heeft een Israëlische vlag omgehangen. De predikant heeft de bijeenkomst georganiseerd als tegengeluid, zegt hij. „We willen de hoop uitspreken dat de grootste protestantse kerk van Nederland zich gaat baseren op de Bijbel. En dat doet de PKN helaas niet, die baseert zich op het internationale recht.” Volgens Van Vliet staat het internationale recht haaks op wat er in de Bijbel staat. „God zegt: ik heb Jeruzalem aan het Joodse volk beloofd, dat is geen tijdelijke maar eeuwige belofte.”
Foto Merlin Daleman
Gerechtigheid
Stegeman zegt over het tegenprotest: „Het laat iets zien over de verdeeldheid in de kerk. Er zijn protestanten die zeggen dat de Bijbel voor hen boven het internationaal recht staat. Dus wij zeggen tegen de leiding van de kerk: jullie moeten echt een keuze maken. Geef inhoud aan het begrip gerechtigheid en wees duidelijk over wat je theologie is. Want wij kunnen geen theologie steunen die leidt tot onrecht en zelfs genocide steunt.”
Een van de deelnemers aan het protest is Thirza Snoek. Ze is al sinds haar geboorte lid van de PKN. „Ik vind het heel verdrietig om te zien hoe stil de PKN is over het geweld dat nu gebeurt. En hoe ze niet aan de kant van de onderdrukten staan.” Ze staat op het veldje naast voorganger Hannah Westerink. Zij sluit zich bij Snoek aan. „Het is al lang tijd om je uit te spreken voor degenen die onderdrukt worden, de Palestijnen.”
Snoek: „Ik hoop gewoon heel erg dat de PKN zich duidelijker uit gaat spreken. En niet een ‘ene kant, andere kant’-verhaal ophangt. Maar naast de Palestijnse broeders en zusters gaat staan.”
Foto Merlin Daleman
Stelling nemen lijkt niet wat de PKN van plan is. Namens het moderamen, het dagelijks bestuur, luistert voorzitter Trijnie Bouw naar de demonstranten. Ze is onder de indruk van de passie, maar ook van de zorg die wordt uitgesproken. Volgens haar heeft de PKN gekozen voor het ‘radicale midden’. „Dat betekent dat we heel goed willen blijven luisteren naar al onze partners. Dat we ons verbonden weten met zowel de Joodse gemeenschap als met Palestijnse mensen en christenen.”
Het signaal dat uitgaat van de demonstraties is wat Bouw betreft een voortdurend proces dat al langer gaande is. „Wie zijn wij om hier een eindstandpunt te kunnen bepalen?” De PKN wil wel graag in gesprek blijven. Daarom is de nieuwe algemeen secretaris, Kees van Ekris, van plan om vanaf september verschillende tafels te organiseren.
Lees ook
Dag en nacht lezen deze vrijwilligers de namen van gedode Palestijnen voor: ‘Bij elke naam voel ik dat een leven is afgebroken’
Een orgie in een jacuzzi, een „pijpkoningin” en „iedereen is van iedereen”. Het elfde seizoen van Ex on the Beach: Double Dutch , dat deze week zijn finale beleeft, wordt door het publiek bestempeld als een van de heftigste ooit. Dankzij het sensationele haalt dit soort „lovereality”, zoals RTL het noemt, steeds weer hoge kijkcijfers. Ex on the Beach staat het hele seizoen al in de top-10 best bekeken series op streamingdienst Videoland. Waarom blijven zo veel mensen kijken, ondanks de kritiek?
In het datingprogramma op een tropische locatie („de hel van liefde lust en drama”) worden de deelnemers geconfronteerd met hun „pittige” ex’en. Dat staat garant voor seks, roes en ruzie. „Dit seizoen is heel heftig, maar daardoor vind ik het wel super leuk”, zegt Ayleen Bella, oud-deelneemster van het programma. „Dit is Ex on the Beach zoals we het kennen van vroeger, zoals het hoort te zijn”. Bella smult net als een groot deel van Nederland van de lovereality. „In de afgelopen seizoenen gebeurde niet echt iets. Seizoen vier en vijf waren ook heftig, al is dit seizoen nog wat heftiger op seksgebied. Maar ja, seks doen we allemaal, toch?”
Lovereality ligt al langer onder vuur. In 2023 meldden dertien oud-deelnemers van het vergelijkbare programma Temptation Island zich met klachten: de opnames hadden hen psychische klachten bezorgd. Temptation Island werd door RTL opgeschort. Het programma was „niet meer van deze tijd”, zei RTL-programmadirecteur Peter van der Vorst toen. Overigens werd in april bekend dat het programma misschien toch doorgaat, met een andere producent.
Dit seizoen is heel heftig, maar daardoor vind ik het wel super leuk
Efrain Balochie was één van de deelnemers die zich toen uitsprak over zijn heftige ervaring in het programma: „Temptation Island is gebaseerd op psychische manipulatie die moet zorgen voor sensatie. Ik heb tijdens de opnames verschillende situaties meegemaakt waarin mijn grenzen zijn overschreden. De productie doet er alles aan om de uitspraken en beelden te krijgen die ze willen hebben voor de uitzending.”
Kunnen dit soort programma’s dan nog wel? Tv-netwerk MTV en producent No Pictures Please willen niet reageren op vragen over Ex on the Beach. RTL zei vorige maand wel tegen het AD dat er een groot verschil is tussen Temptation Island en Ex on the Beach: „Temptation vinden we niet meer van deze tijd omdat mensen hun relatie in de weegschaal stellen. Dat is een wezenlijk ander uitgangspunt dan andere lovereality-titels.”
Wat is de behoefte van kijkers om seks drama en liefde op tv te zien? Bjarne Timonen, die als mediapsycholoog bij diverse tv programma’s voor en achter de camera werkte, zegt dat kijkers nou eenmaal houden van sensatie: „Dat is altijd wel zo geweest en dat zal ook wel zo blijven.” Volgens hem is kijken naar sensatieprogramma’s een manier om even je eigen zorgen te vergeten. Het is leedvermaak: „Genieten van het lijden van een ander zodat we ons beter voelen over onszelf. Als je zit te kijken naar zo’n programma als Ex on the Beach, dan hoop je niet dat het goed gaat met die mensen. En daar worden die programma’s ook op toegespitst.”
Snijvlak van ethiek
Maar de vraag of het ethisch blijft, moet volgens Timonen wel centraal blijven staan. „Dit soort programma’s bevinden zich op het snijvlak van ethiek. Ze moeten zeker wel gemaakt kunnen worden, maar er moet goed worden gecontroleerd of de deelnemers wel geschikt zijn om mee te doen. Ze moeten zich bewust zijn van de gevolgen van hun deelname. Je wordt in deze programma’s genadeloos aangepakt en afgestraft, en vervolgens krijg je de reacties op sociale media ook nog over je heen.”
Bij die weerbaarheidscontrole gaat het vaak mis, ziet Timonen. „Om een kwetsbare deelnemer eruit te kunnen pikken moet je niet alleen klinische ervaring hebben, maar ook kennis van de media. Dat zou alleen gedaan moeten worden door BIG-geregistreerde psychologen.” Ook tijdens het programma is betrokkenheid van een psycholoog belangrijk. „Iemand moet de programmamakers op hun vingers kunnen tikken wanneer ze te ver gaan. Deelnemers kunnen niet altijd zelf zien wanneer hun grens wordt overschreden.”
OnlyFans
Die grenzen worden steeds verder opgerekt, mede doordat programmamakers steeds meer uit de kast moeten trekken om de aandacht van het publiek te behouden. „Het publiek is door sociale media steeds meer gewend aan snelle content. Je moet de kijkers dan wel blijven boeien in een aflevering van een uur. Maar het hoeft niet per se steeds heftiger, daar moeten de programmamakers wel een grens aan stellen.”
Dat de deelnemers aan loverealityprogramma’s zoals Ex on the Beach zich steeds heftiger gaan gedragen is logisch, zegt oud-deelneemster Bella. „Als er niks gebeurt, is het seizoen gewoon saai’. Ze verwijst naar Love or Leave – de ‘onschuldigere’ spin-off van Temptation Island. Volgens haar was dat „één grote flop”.
Lees ook
De tv-recensie over Ex on The Beach
Daarnaast weet je als deelnemer van Ex on the Beach waar je aan meedoet, vindt Bella. „De deelnemers kiezen er zelf voor om zichzelf zo neer te zetten. Het is voor veel mensen een manier om bekend te worden, maar daarvoor moet je wel opvallen.” Diverse deelnemers konden dankzij hun tv-bekendheid influencer worden, in clubs optreden, of bijvoorbeeld hun geld verdienen op OnlyFans, een platform voor betaalseks. Zelf heeft Bella geen negatieve ervaringen gehad met de productie van Ex on the Beach. „De productie was er altijd voor mij. Ze hebben me nergens toe gedwongen.”
Temptation-deelnemer Efrain Balochie betreurt dat lovereality zo populair blijft: „Drank, vreemdgaan, seks, dat is wat mensen willen zien. Het boeit de kijkers niet of het te ver gaat, ze willen gewoon smullen”. Daarom verwacht hij ook geen verbetering in de toekomst. „De enige grens die er getrokken kan worden, is dat er geen programma meer is.”
De vijand heet Wendy Jones. Wendy Jones is model en influencer en ze heeft Jessica’s vriend gestolen, Zev. Zev en Wendy Jones wonen nu samen en ze zijn verloofd, precies het gelukkige script dat dertiger Jessica voor zichzelf had uitgedacht. Jessica tiert en huilt en trekt zich tijdelijk terug in het huis van haar oma, waar ook haar gescheiden moeder en haar verlaten oudere zus bivakkeren. Je moet meer kleine bewegingen maken, dan leef je langer, zegt haar gymmende moeder. Dat is shaming, zegt haar lethargische zus. Zev is zó grappig, zegt oma, en hij heeft zo’n erotische geur. Je kunt hem vast wel terugkrijgen.
Jessica’s baas bespeurt een mentale inzinking en stuurt haar tijdelijk naar Londen – en meteen heeft ze een volgend scenario in haar hoofd: ze zal een pastorale romance à la Jane Austen beleven, of tenminste iets spannends als in Spice World.
Natuurlijk loopt het anders. Jessica belandt in een schemerige flat met luidruchtige buren. Haar in sarcasme verpakte openhartigheid botst aanvankelijk hard met de Britse stiff upper lip. De liefde dient zich vrijwel meteen aan in de persoon van Felix, een weinig succesvolle punkmuzikant – maar in Too Much, een nieuwe romcom op Netflix, hebben Felix en Jessica tien afleveringen de tijd nodig om met hun eigen emotionele bagage in het reine te komen.
Wie houdt van een comedy vol extravagante personages en niet vies is van wat seks en drugs kan zijn hart ophalen bij Too Much. Meg Stalter en Will Sharpe dragen hun hoofdrollen als Jessica en Felix moeiteloos, al is het soms lastig om van hun personages te houden, ze zitten behoorlijk vast in zichzelf. De bijrollen zijn geweldig, van Andrew Scott als een narcistische regisseur tot Stephen Fry als Felix’ problematische vader. En wie ligt daar boos in bed, omdat haar man „therapeutisch ketamine gebruikt en experimenteert met pansexualiteit”? Dat is Lena Dunham, het brein achter Too Much, dat losjes gebaseerd is op haar eigen leven. Net als Girls, haar voorlopige magnum opus. Maar deze keer wilde Dunham niet meer zelf de hoofdrol spelen.
Wie houdt van een comedy vol extravagante personages en niet vies is van wat seks en drugs kan zijn hart ophalen bij ‘Too Much’ Beeld Ana Blumenkron
Girls
Dunham’s carrière begon stormachtig. Haar debuutfilm Tiny Furniture (2010) trok zoveel aandacht in het festivalcircuit dat zender HBO de toen 23-jarige een contract aanbood om een serie voor ze te ontwikkelen. Als begeleider kreeg ze ervaren showrunner Jenni Konner toegewezen, en vermaard comedy-regisseur Judd Apatow diende zich spontaan als mentor aan. Maar Girls (2012-2017) was en bleef heel erg Dunham’s creatie en verbeeldde New York zoals zij het kende, vol afgestudeerde, dolende twintigers voor wie geen enkele zekerheid meer gold.
In Girls zijn de banen onderbetaald en zielloos, de appartementen klein en duur, de relaties verwarrend en stekelig. Geen wonder dat de generatie ná de millennials over wie Girls heette te gaan de serie nu herontdekt en elkaar middels TikTok-filmpjes op de beste scènes wijst: de omstandigheden waarin twintigers zich een plek in de wereld moeten zien te veroveren zijn bepaald niet gemakkelijker dan ze tien jaar geleden waren.
Girls is ook bij terugzien uitzonderlijk goed; beter nog dan Too Much, waarin ondanks alle seks en drugs een conventioneler pad wordt bewandeld, al is de casting vele malen diverser. Too Much is vrolijk, minder cynisch, meer uitgesproken theatraal. In Girls waren de gesprekken zo geloofwaardig dat de actrices zo’n beetje werden vereenzelvigd met hun personages. Dat gold bovenal voor Dunham, die hoofdpersoon Hannah Horvath bewust neerzette als een egocentrische millennial die haar eigen talenten overschat, maar die zelf alle irritatie daarover opving.
In een uitgebreid interview met The New Yorker vorig jaar keek Dunham terug op de Girls-jaren als een wilde, gevaarlijke rit die haar volledig uitputte. „Op een gegeven moment schoot ik in vier weken tijd een Vogue-cover, ik presenteerde Saturday Night Live, gaf een speech op festival South by Southwest en vloog daarna naar een prijzengala. Om te zeggen dat ik gebroken was, is een understatement.” Waarom ze zich zo liet leven? „De sfeer was er een van: vrouwen zijn nu in de mode, dus gaan, gaan, gaan. En ik geloofde dat. Ik geef niemand daar specifiek de schuld van. Ik had aardige, fijne collega’s. Het is gewoon de aard van het beest.”
Het gekke is dat Dunham in haar topjaren geen seconde de indruk wekte dat ze de controle kwijt was. Ze verscheen met een hippe entourage bij talkshows en premières, maakte naast Girls ook een nieuwbrief en een podcast, incasseerde een exorbitant voorschot voor haar memoir Not That Kind of Girl en postte onvermoeibaar op Twitter en Instagram. Als zelfverklaard „dwangmatig openhartige” jonge vrouw deelde ze alles: haar obsessief-compulsieve aanleg, haar endometriose, het laten verwijderen van haar baarmoeder. De niet malse kritiek die ze kreeg pareerde ze snel en gevat, met seksisme als stokpaardje om tegenstanders de mond te snoeren. Die vlieger ging niet altijd op: statements als „Ik wou dat ik een abortus had gehad” vielen totaal verkeerd, al waren ze dan feministisch bedoeld. Een paar seksueel geladen jeugdherinneringen uit haar boek wekten zoveel woede dat online nog altijd met de term kindermisbruik geschermd wordt als het over Dunham gaat.
In 2018 bleek dat Dunham in het volle licht van de schijnwerpers een zware pillenverslaving had opgelopen; ze kickte af in een kliniek. „Ik herinner me vooral dat ik zo doodsbang was om mensen teleur te stellen dat ik dacht: als ik deze drugs nou neem om meer mezelf te zijn, dan is dat toch beter?” vertelde ze in 2021 aan tv-host Drew Barrymore. Er veranderde meer: Dunham verhuisde naar Londen en vond daar in betrekkelijke anonimiteit een nieuwe liefde, muzikant Luis Felber. Vogue deed verslag van het huwelijk en Dunham’s vriendin Taylor Swift was erbij, maar van een groot showbizz-gebeuren was geen sprake. Felber werkte mee aan Too Much, onder meer als componist, en spreekt vol bewondering over Dunham’s manier van werken.
Na een aantal jaar van kleine filmprojecten staat Dunham sinds haar Netflix-deal van afgelopen januari weer op het hoofdpodium. Als regisseur en scenarist heeft ze plannen te over – ze draait deze zomer een romcom in New Jersey met Natalie Portman in de hoofdrol; Meg Ryan en Mark Ruffalo doen ook mee – maar als actrice stelt ze voorlopig scherpere grenzen. Haar verhouding met haar eigen lichaam is veranderd: ze heeft het syndroom van Ehlers-Danlos, met pijn en blessures tot gevolg, en is nu veel zwaarder dan in de Girls-jaren vol fat-shaming. Dat dat verder niemand iets aangaat en dat ze zichzelf ook mag beschermen tegen de wrede blik van vreemden, is voor Dunham een nieuw inzicht. Het kan haar werkplezier alleen maar ten goede komen.