Opinie | Deze brandende wereld kan leren van de marrons

‘Wat betekent dat woordje, bezet, dat met verf op woningen is geschreven?” Ik stel de vraag aan een groepje mensen in de marronwijk Sunny Point in de marges van Paramaribo, waar water- en elektriciteitsvoorziening uitzonderlijk zijn. Infrastructureel geweld is hier geen uitzondering. De avond ervoor was ik samen met een onderzoeksparticipant getuige van een verkeersongeluk even verderop. Een man lag halfdood met zijn brommer in een diepe sloot en kon een uur wachten op een ambulance.

„Wat, dat woord? Dat doen mensen die een tijdje de stad uit zijn. Ze willen voorkomen dat krakers hun huis bezetten.” In het kader van veldonderzoek naar lokale conflictoplossingsmethoden komt huisbezetting als belangrijke casus naar voren. De markering van woningen is vrij standaard voor marrons uit Sunny Point die voor familiebezoek of kleinschalige goudwinning tijdelijk teruggaan naar de binnenlanden, hun voorouderlijk grondgebied.

Keti Koti 2024

Toen ik door deze arme wijk liep, vroeg ik me af wat de Nederlandse excuses voor het slavernijverleden betekenen voor deze marrons – de nazaten van gevluchte tot slaaf gemaakten. Maar hoe kan werkelijke dekolonisatie worden doorgevoerd, nu het politieke landschap er alweer geheel anders uitziet? Keti Koti 2024 voelt als het einde van een kortstondige momentum.

Allereerst die doorwerking. Weinig resteert er nog van de macht der marrons die gold in de jaren 1760, toen ze als guerrillastrijders de Nederlanders dwongen om vredesverdragen te ondertekenen. Aan de glorieuze jaren van zelfbeschikking kwam in de twintigste eeuw definitief een einde wegens flagrante schendingen. Denk daarbij aan de aanleg van het Brokopondo stuwmeer, waardoor tientallen marrondorpen onder water werden gezet en verdwenen, waardoor duizenden marrons ontheemd raakten; aan de binnenlandse oorlog met vele marronvluchtelingen tot gevolg; of aan de talrijke concessies die de regering blijft geven aan multinationals voor de ontginning van het regenwoud (bauxiet, hout, rubber, goud, palmolie).

Verzetshelden

Willen we doorwerking van het slavernijverleden serieus nemen, dan dienen we ons te realiseren dat de vroegste verzetshelden tegen kapitalistische hyperexploitatie er nu het slechtste aan toe zijn. De roofbouw die gepleegd wordt in de Surinaamse binnenlanden vormt een serieuze bedreiging voor marrons en inheemsen in deze gebieden. Door vervuiling, verarming en verdrijving ontstaat een stedelijke onderklasse in wijken als Sunny Point met een hoge mate van bestaansonzekerheid, ongeletterdheid en detentie.

Marrons zijn hun verzetsmentaliteit nooit verloren

Niet dat marrons hun verzetsmentaliteit hebben verloren. Zo werd een belangrijke rechtszaak gewonnen in 2007, toen het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens de Surinaamse staat schuldig bevond aan mensenrechtenschendingen en verplichtte om het grondgebied van de Saamaka-marrons te demarqueren en een collectieve titel te verlenen. Alle natuurlijke bronnen moesten Saamaka-eigendom worden. Helaas hebben opeenvolgende Surinaamse regeringen hier geen gehoor aan gegeven en is Suriname nog steeds het enige land op het westelijke halfrond dat geen collectieve landrechten toekent aan inheemse of marrongroepen. Om doorwerking van het slavernijverleden tegen te gaan, zou Nederland als centrum van het internationale recht er goed aan doen een dergelijke strijd van harte te ondersteunen.


Lees ook

Colum: Doopsgezinde verwoesting

Doopsgezinde verwoesting

Dan het eerherstel. Eerbied uitspreken voor verzetshelden, zoals Mark Rutte deed in zijn toespraak, is een mooi begin. Maar echt herstel kan pas komen met tweerichtingsverkeer tussen Europees Nederland en de voormalige koloniën. De vraag moet worden gesteld: wat kan de wereld leren van de Surinaamse marrons en inheemsen?


Lees ook

De ontdekking van Saramaccan Sound: de verborgen muziek aan de Surinamerivier

Dwight Sampi (links) en Robert Jabini (midden) van Saramaccan Sound aan het spelen bij hun huis.

Hun ecologische zienswijze zou een belangrijke les kunnen zijn voor onze brandende wereld. Terwijl Europese kolonisten ecocide pleegden met de aanleg van plantages, ontwikkelden marrons in contact met de inheemse bevolking wezenlijk andere mens-natuurrelaties, gebaseerd op respect tussen soorten en het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan niet-menselijke anderen, zoals de boa constrictor die in marronculturen het recht heeft op wraakneming in reactie op milieuschade aangericht door de mens. Tegelijkertijd is het Westen nog altijd geobsedeerd met groene groei en alsmaar vernuftigere uitvindingen waarvan we denken dat die ons in staat stellen om net wat langer te blijven uitstoten.

Verzoening en herstel centraal

Toen een van de gruwelijkste strafrechtsystemen ter wereld werd opgedrongen aan tot slaaf gemaakten, ontwikkelden marrons een systeem dat gekenmerkt wordt door wat we nu herstelrecht noemen. In tegenstelling tot het koloniale systeem en vele hedendaagse strafrechtsystemen, hecht het marronrecht aan actieve participatie van daders, slachtoffers én andere gemeenschapsleden in het oplossen van conflicten. Daarnaast staan niet bestraffing en vergelding maar juist verzoening en herstel centraal. Het marronrecht bestaat nog altijd. In onze door conflict geteisterde wereld doen we er goed aan deze nauwkeurig te bestuderen.