Column | Smaad, laster en een koninklijk skelet

De opgraving van een door Shakespeare belasterde vorst leidt mogelijk tot een smaadproces. Donald Trump en vermeend stalker Fiona Harvey (Baby Reindeer) dreigden onlangs met een proces tegen filmmakers. Gewezen onder-secretaris van de universiteit van Leicester Richard Taylor is een stap verder met speelfilm The Lost King: een Britse rechter oordeelde vorige week dat er gronden zijn voor een smaadproces. Taylor wordt in het drama afgeserveerd als arrogant, vijandig, misogyn en wezelachtig.

The Lost King gaat over de spectaculaire opgraving van het na de slag van Bosworth in 1485 weggemoffelde lichaam van koning Richard III, door Shakespeare een eeuw later besmeurd als gebochelde, huichelachtige kindermoordenaar en usurpator. De echte usurpators waren de Tudors die hem van de troon stootten.

Philippa Langley, amateur-historicus en fan van de miskende ‘verloren koning’, was de drijvende kracht achter de opgraving op een parkeerplaats in Leicester waar ooit een abdij stond. Daar vond men het koninklijke skelet in 2012 al na een uur graven onder een op het asfalt geschilderde letter R (van gereserveerd). Langley situeerde hem daar ‘op gevoel’. Ze kreeg een lintje en was de ster van talloze artikelen, boeken en documentaires, maar hield er een diepe rancune tegen de academische wereld aan over: „Ik werd uitgesloten en gemarginaliseerd”, vertelde ze The Guardian.

Die beleving verbeeldt Stephen Frears nogal onvaste film, kennelijk zonder andere betrokkenen te raadplegen. Universiteits-archeoloog Richard Buckley is in de film neerbuigend en doet pas mee als hij geld ruikt. Richard Taylor saboteert de intuïtieve Langley: „Een gevoel, dat is als je busstoel nog warm is,” sneert hij als zij haar opgraving pitcht. Na de vondst strijkt hij met de eer, maakt lompe grappen over Richard III’s vermeende bochel en ligt dwars bij een waardige herbegrafenis.

De schurk in een helder verhaal dus: vastberaden, visionaire maar kwetsbare vrouw van eenvoudige komaf neemt het op tegen een elitair old boys-bolwerk. Dat schema trof je ook in andere recente Britse archeologenfilms als Ammonite, over fossieljutter Mary Anning (1799-1847) of The Dig. Het verschil is dat de betrokkenen hier nog in leven zijn en zich kunnen beroepen op smaad en laster, ook als The Lost King slechts „based on a true story” is. De makers staan op dun ijs, zo lijkt het; zo werkte Taylor tijdens Richard III’s herbegrafenis niet langer in Leicester en zou hij beschikken over een aimabele correspondentie met Langley, die hem in een boek expliciet bedankte. Hoewel de universiteit en Taylor hun rol wel aandikten: de laatste claimde in een onlangs aangepaste digitale biografie dat hij ‘leiding gaf’ aan de opgraving.

Schikken dus? Gewezen aanklager Linda Fairstein, die in 1989 vijf zwarte jongens onterecht liet opsluiten voor verkrachting, vond dat Netflix’ miniserie When They See Us haar afschilderde als „racistische, onethische schurk”. Ze had een zaak, vond de rechter, maar Fairnstein schikte onlangs zonder smartegeld of excuus. Een proces had veel opgerakeld: dubieuze dramatisering én dubieus gedrag. Zelfs Richard III had vermoedelijk geschikt met Shakespeare.

Coen van Zwol is filmrecensent.