Omstreden Britse publicatie doet spanningen tussen Israël en Libanon oplopen

Het Rafiq Hariri International Airport in Beiroet opende maandagochtend zijn deuren voor een wel heel opmerkelijke rondleiding. Als reactie op beschuldigingen dat er grote hoeveelheden wapens opgeslagen zouden liggen van Hezbollah – Libanons grootste militie en politieke partij en tevens bondgenoot van Iran – nodigden de autoriteiten buitenlandse ambassadeurs en alle pers uit om zelf een kijkje te komen nemen. Het hoopte zich zo tegen de beschuldiging te weren.

De vele tientallen journalisten werden in busjes naar de vrachtloodsen gebracht. De minister van Transport en Publieke Werken Ali Hamie liep er samen met zijn beveiliging rond terwijl hij de pers te woord stond. De sfeer onder de bezoekers zelf was opgelaten, soms ronduit melig. In de loodsen stonden dozen kleding, computers en keukenwaar uit China.

De nogal chaotische rondleiding – waarbij vanzelfsprekend geen van de journalisten een doos met antitank- of Burkan-raketten vond – volgde op een zondagmiddag gepubliceerd artikel in de Britse krant The Telegraph. In het artikel stelden anonieme vliegveldmedewerkers dat Hezbollah er grote hoeveelheden wapens opslaat. Ze spreken onder meer van „ongewoon grote dozen” die afkomstig zijn van vluchten uit Iran.

De Libanese autoriteiten ontkennen de beschuldigingen nadrukkelijk. „Hezbollah kan geen raketten opslaan op een plek waar ambassadeurs uit de hele wereld binnenkomen, dus het artikel is duidelijk absurd”, aldus de minister van Informatie Ziad Marakay. Volgens de directeur van het vliegveld Fadi Al-Hassan voeren buitenlandse luchtvaartmaatschappijen regelmatig controles uit op de beveiliging en veiligheid van de luchthaven. Bij twijfel zouden „zij niet aarzelen om vluchten op te schorten”.

VN-vredesmissie UNIFIL, die tussen het Libanese en het Israëlische leger bemiddelt, zegt tegen NRC nog geen uitnodiging te hebben gehad voor een inspectie op het vliegveld.

Spanningen hoog opgelopen

De publicatie is in potentie zeer explosief aangezien de spanningen tussen Israël en Libanon de afgelopen dagen opnieuw hoog oplopen. Bovendien lijken de Verenigde Staten minder op hun strepen te staan om een oorlog tussen de twee landen af te wenden.

Al sinds oktober zijn Israël en Hezbollah verwikkeld in langzaam escalerende gevechten. Hezbollah zegt geen oorlog te willen, maar ook niet te stoppen tot Israël een einde maakt aan de oorlog in Gaza. Veel stemmen in Israël pleiten echter wel voor een oorlog. Het uitschakelen van Hezbollah in Zuid-Libanon is volgens velen de enige manier om het noorden van Israël weer leefbaar te maken.

Het Libanese dorp Khiam vlak bij de grens met Israël na een bombardement afgelopen vrijdag.
Foto Rabih Daher/AFP

Na een week van dreigende video’s van de twee partijen over en weer, uitten veel wereldleiders opnieuw hun zorgen. „Het risico dat deze oorlog het zuiden van Libanon zal raken wordt met de dag groter”, zei EU-Buitenlandchef Josep Borrell maandag. „Eén overhaaste beslissing of misrekening kan een catastrofe teweegbrengen die ieders voorstellingsvermogen te boven gaat.”

Volgens Joseph Daher, universitair docent aan de Universiteit van Lausanne en auteur van het boek Hezbollah: Political Economy of the Party of God, zijn de timing en de journalistieke werkwijze van het artikel in The Telegraph problematisch. „Het dient de Israëlische propaganda om het vliegveld een legitiem doel te maken van bombardementen.”

Oorlog met Hezbollah is volgens velen de enige manier om het noorden van Israël weer leefbaar te maken

De manier waarop dit artikel juist nu naar buiten komt, lijkt volgens Daher sprekend op de keren dat het Israëlische leger in de afgelopen negen maanden in Gaza voorbereidingen trof op bombardementen op ziekenhuizen, scholen of andere plekken waar veel burgers verbleven. Bij veel van die bombardementen werden tientallen en soms honderden mensen en kinderen gedood.

Citaat ‘onjuist’

Het artikel in The Telegraph is in de loop van zondag en maandag op meerdere plekken aangepast. Bijvoorbeeld daar waar een anonieme medewerker van de International Air Transport Association (IATA) zegt dat de organisatie weet heeft van de wapens op het vliegveld. IATA zegt in een reactie op vragen van NRC dat het citaat „volledig onjuist en verkeerd is toegeschreven. IATA heeft geen commentaar gegeven op de situatie op de luchthaven van Beiroet en zal dat ook niet doen.” De naam van IATA is inmiddels weggehaald uit het artikel.

Net zoals veel andere nationale instituties, is ook het vliegveld in handen van bepaalde religieuze groepen, zegt Daher. „Niemand ontkent dat Hezbollah een sleutelrol heeft in het management en het aanwijzen van mensen op belangrijke posities. Maar dat maakt nog niet dat zij daar al hun raketten en andere wapens ongehinderd kunnen opslaan.”

De meeste wapens uit Iran voor Hezbollah en andere gewapende groepen komen Libanon binnen via de poreuze en moeilijk te surveilleren landsgrens met Syrië. De grensgebieden staan over het algemeen niet zozeer onder controle van de Libanese veiligheidsdiensten, maar van milities en smokkelaars.

Het dorp Yaroun in Zuid-Libanon nadat Israël vrijdag een gebouw tot puin had gebombardeerd.
Foto AFP

Hoewel de echte veiligheidssituatie onmogelijk te controleren is voor de meeste buitenstaanders, onderstreept deze kwestie dat het conflict tussen Israël en Hezbollah zich op het gevaarlijkste punt in de afgelopen achttien jaar bevindt. Tijdens de kortstondige oorlog in de zomer van 2006 was het vliegveld een van de eerste doelwitten van Israëlische bombardementen.