Meneer, moet ik dit nu werkelijk bij mijn ontbijt lezen? Een lezer – ik zal proberen in deze rubriek de orale beeldspraak enigszins te beteugelen, maar goed – verslikte zich vorige week in een plastische passage in het verslag van het proces tegen de van verkrachting beschuldigde rapper en mediapersoonlijkheid Ali B (Ali B versus „Voice-viezerik”-beeld, 13/6). NRC schreef naar aanleiding van de belastende verklaring van de jonge vrouw Naomi: „Zij is de vrouw die in de uitzending van BOOS verklaarde dat hij vingers in haar vagina stak toen zij een andere artiest pijpte op een feest na het zogeheten Schrijverskamp in Heiloo. Dat was in augustus 2018. Eerder al zou hij met zijn hand in haar kruis hebben gegraaid en tot slot zou zij hem maar hebben gepijpt ‘om er vanaf te zijn’, zei ze [in het programma BOOS] tegen Hofman.”
De kritiek viel in twee delen uiteen: die op de gekozen bewoordingen (‘pijpen’, ‘vagina’) en op de detaillering van de scène. Eerst de woorden, die – zo bleek uit een kleine rondgang – deels een kwestie van smaak zijn. Daarbij moet aangetekend worden dat de ombudsman van dienst opgroeide in de jaren zeventig en tachtig in een subcultuur waarin het expliciet benoemen van lichaamsdelen en lichamelijke functies eerder als een uiting van bevrijding dan als een vorm van vulgariteit werd gezien. Dat geldt niet voor iedereen; ook een aantal collega’s had de voorkeur gegeven aan afstandelijker woorden.
Oraal bevredigen
Voor mediaredacteur Bart Hinke speelde mee dat de termen in de rechtszaal vrijelijk werden gebruikt. „Ik heb die overgenomen. Het had voor mij vreemd afstandelijk gevoeld om het te hebben over iets als ‘oraal bevredigen’. Ook stelde het Openbaar Ministerie dat Naomi geloofwaardig was door de details in haar verhaal.” Vanuit taalkundig perspectief is interessant dat de verdachte zich omfloerster uitdrukte. Bij een concrete vraag over een intieme situatie stelde Ali B dat er wel „memorabeler momenten” waren geweest. Alsof de taal de daden ontwijkt.
Hinkes woordkeuze was geen uitzondering. Zo schreven ook De Volkskrant en zelfs het traditioneel terughoudende Trouw over ‘pijpen’. Het AD hield het dan weer bij ‘oraal bevredigen’.
Schuttingtaal
De NRC Code schrijft „helder, concreet Nederlands” voor en voegt toe: „We gebruiken geen scheldwoorden, schuttingtaal of plat Nederlands om stoer te doen of, anderzijds, om bronnen neer te zetten als onontwikkeld.” En: „In citaten kan zulke taal wel voorkomen, met mate en afhankelijk van de relevantie voor het onderwerp/artikel.” Dat laat ruimte over voor „schuttingtaal” of „plat Nederlands” dat níét wordt gebruikt om iemand weg te zetten.
Intussen behoort ‘pijpen’ al langer tot de actieve woordenschat van NRC. In de rechtbankrubriek komt het met regelmaat voor en niet alleen in citaten, óók als feitelijke beschrijving van de zaak waarover wordt geoordeeld. Voor de krantenarcheologen: de oudste vermelding van ‘gepijpt’ die ik vond was van 14 december 1984, toen Bas Roodnat een in een (geïllustreerde) recensie van de destijds legendarische bundel ‘onfatsoenlijke’ tekeningen van Peter van Straaten, Aanstoot, schreef. „Met andere en in dit verband niet te vermijden woorden: er wordt geneukt en getrokken, gepijpt en gevingerd in de rechtszaal, tijdens feestjes, op straat als daar bij voorbeeld het volkslied wordt gespeeld, op bushaltes, in cafés, op de speelplaats en op het sportveld.” (Geplaatste) ingezonden brieven leverde de primeur niet op.
Grof geweld
Los van de woordkeuze was er bezwaar tegen het detail waarmee het incident met Ali B werd beschreven. Het verslag liet de lezer haast meekijken in de kamer waar de verkrachting plaatsgevonden zou hebben. Zo gaat NRC toch ook niet te werk als iemand met grof geweld wordt vermoord, luidde de klacht. Nu heb ik niet alle moordzaken erbij gepakt, maar daarbij wordt doorgaans terughoudendheid betracht (net als bij zedenzaken trouwens). Al zijn er uitzonderingen: bij het verslag van de rechtszaak tegen Mohammed B. schreef NRC dat deze Theo van Gogh „de keel doorsneed”. In een mediacultuur neemt de behoefte aan details toe naar mate een zaak prominenter is.
Bij de zaak tegen Ali B was er nog een argument: wie zich een oordeel wil vormen over waar hij van wordt beschuldigd, heeft het meest aan een nauwkeurige weergave. De details waren ook niet nieuw: bij BOOS (in een video die door miljoenen mensen is bekeken) deed Naomi haar verhaal met evenveel detail. Dat argument kan aan beide zijden wegen: de details lagen al op straat, dus ze kunnen best nog in de krant. Of: de details lagen al op straat, die hoeven niet ook nog in de krant.
Publicitaire orkaan
Hoe dan ook was de bijdrage van NRC aan de publicitaire orkaan rondom het proces proportioneel. Van de drie zittingsdagen werd verslag gedaan; voorafgegaan door een voorbeschouwend artikel over hoe Ali B de enige was bij wie de onthullingen over wangedrag bij The Voice of Holland tot strafrechtelijke vervolging had geleid. Uitgebreidere verslaggeving waar elders wel mee werd uitgepakt – zoals live twitteren vanuit de rechtszaal – is niet overwogen, zegt Hinke. De overdaad elders werd wel gesignaleerd in de tv-recensie: „In het showbiz-vlaggenschip van RTL, RTL Boulevard, werd de zaak een half uur lang van onder tot boven bekeken, om niet te zeggen betast.”
Lees ook
Is het ‘schakelbewijs’ in de zaak tegen rapper Ali B sterk genoeg?
Dat er ook intern de vraag werd opgeworpen of het niet wat minder kon wat de woordkeus betreft, miste zijn uitwerking niet, zegt Hinke. In zijn laatste rechtbankverslag kwamen de gebeurtenissen tussen Naomi en Ali B opnieuw ter sprake, maar net in andere woorden. Nu heette het dat Ronnie Flex „oraal bevredigd werd door Naomi toen Ali B haar met zijn vingers zou hebben gepenetreerd”.
Reacties: [email protected]
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.