Het Limburgse popfestival Pinkpop vréét hits. De intense, uit vele kelen meegezongen afreageerrocker ‘Amsterdam’ van Nothing But Thieves bijvoorbeeld. Het kippenvel en de stilte op het veld dat het bloedmooi gezongen ‘Lost’ van Anouk oproept. Of het diepgevoelde, tegen-die-nare-ex-brullen in ‘Fingers Crossed’ van de door Tiktok doorgebroken zangeres Lauren Spencer Smith.
Maar het is de Schotse dj en producer Calvin Harris, slotact van de festivalzaterdag, die er geen twijfel over laat bestaan dat hij meesterleverancier is van de populairste liedjes van dit moment. Het bewijs komt al in de opening, een ware hits-trits: ‘This Is What You Came For’, ‘One Kiss’ en ‘I Need Your Love’. Het is het begin van een eindeloze stroom. Van achter zijn metershoge strakke dj-booth serveert Harris een licht verteerbaar all-you-can-eat-dancepopbuffet met hapklare hits in meest gladde vorm, omgeven door opstomende rookpluimen, vuurballen op de maat en mozaïeken aan visuals op grote vlakken. Oja, deze!, denkt een volgepakt Pinkpopveld in Landgraaf en gooit de handen omhoog.
Vermakelijk, heus wel. De beat stampt door in een set vol herkenbaar sappig kanonvuur. En tegelijk voel je tussen de confetti en waaiers laserstralen… niks. Leegte. Een totaal saai aaneenrijgen van hits door Calvin Harris, die de partyset waarmee hij de wereld over reist, van Ibiza naar Vegas en Mexico, nu effies in Landgraaf aanzet. Flauw gezegd: druk op ‘play’ en de getimede highlights rollen eruit.
Lees ook
Pinkpop was magisch. Wat is er toch met dat festival gebeurd?
De kleurloze headliner was tekenend voor dit magere Pinkpop-jaar. De kritiek klonk alom, de boot met triple-A-artiesten was gemist, om allerlei redenen. Wat overbleef was een waterig, gezapig en radiovriendelijk programma van gezellige publiekspleasers. Pinkpop kwam dit jaar in pastelkleuren, met slechts een paar onverwachte uitschieters. Zoals de Italianen van Måneskin vrijdagavond, die met een ronkende rockshow toch niet de ondermaatse slotact bleken, maar een stel soepel-sappige én sexy rockers met een sterk doorontwikkelde set.
Sowieso verdampte zaterdag op het Pinkpopterrein alle chagrijn over het gebrek aan avontuur, aan messcherpe vernieuwing. Veel belangrijker dáár: de felle regen van de vrijdag was weg. De diepe modderpoelen waren opgevuld met houtsnippers. En als de gezinnen, vriendenclubjes in dezelfde shirts en piepjonge festivalaanwas de poorten van Megaland weer binnen komen gelopen, de biertjes gehaald zijn en de matjes gespreid op het veld, voel je: traditie, dat is ook Pinkpop.
Och, wat zou het, een minder jaar met bleke, minder slim gekozen namen zoals de tienerpoplieveling uit One Direction (Louis Tomlinson) die zelf ook een beetje schrikt van het hoofdpodium. Of de Brit Matt Maltese, een melancholieke schoolboy achter zijn houten pianootje, die bij zijn ‘happy song over het einde van de wereld’ de megatent steeds leger zag worden.
Bijtende metalpunk
Zie liever de groei van dat leuke Nederrockbandje Vices, een zelfverzekerde Froukje, de bijtende metalpunk van Ploegendienst. En hoe een van de weinige, internationale topbands op Pinkpop, Nothing But Thieves met zijn overtuigende frontman Conor Mason, imponeerde en eigenlijk een betere headliner had kunnen zijn dan de drive-in show van dj Calvin Harris. Hoogtepuntje: ballade ‘Impossible’ en de onverwachte versie van ‘Where is My Mind? van The Pixies.
En dan moest publiekslieveling Ed Sheeran nog komen.
En dan die ene snuiter op zaterdagochtend, een merkwaardig tijdstip, last-minute toegevoegd. De boodschap komt in het Engels: „They took something away from us. But this is not how it ends, I promise you that.” De inzet van Joost Klein was duidelijk: de negatieve aandacht rondom zijn diskwalificatie op het Eurovisie Songfestival ombuigen, de verwerking van het debacle, plus eerherstel.
Zijn show was een opvallende toevoeging: het superpopulaire muziekfenomeen had zich er nog weinig over mogen laten horen dat hij ruim een maand geleden uit de finale van het Eurovisie Songfestival was geknikkerd (vanwege een incident achter de schermen met een cameravrouw, de Zweedse justitie onderzoekt de zaak nog). Dat de pijn erover diep zat, was nu niet te missen.
Begon Klein in zijn blauwe Eurovisie-pak met ‘Europapa’ aanvankelijk herkenbaar energiek voor het al vroeg volgestroomde veld („What the fuck, ouwe!”), zijn optreden werd gaandeweg een emotionele noodkreet. Uit op chaos was hij als gewoonlijk, met halve liedjes en losse kreten, van hitsongs als ‘Antwoord’, ‘Fryslan Bop’, ‘Bird-song’ tot nieuwste aanwinst ‘Luchtballon’. Maar overduidelijk oververmoeid werd de Friese artiest steeds meer overmand door emoties. Huilend ineen gezonken op het hoofdpodium: „Pinkpop, ik weet ook niet wat er hier in de lucht hangt. Ik wilde gewoon een show geven.”
Omringd door zijn team (De Stuntkabouter op toetsen, Appie Mussa in het blauwe vogelpak, Gover Meit, zijn band en bevriende artiesten als S10) refereerde hij op het hoofdpodium veel aan zijn roemloze aftocht in Zweden. Monddood en verslagen voelde hij zich, wat ook Meit nog eens in een lange emotionele speech deelde. „Ik heb alles achtergelaten voor jullie daar in Malmö”, aldus Klein. Om iedereen dan toch weer te verbazen met een uitdagende hint naar volgend jaar: „Why the fuck not, 2025.”