De hoofdpersoon van Guillaume Apollinaires tamelijk uitzinnige pornografische roman Elfduizend roeden wordt aan het einde van zijn seksuele strooptochten tot pulp gegeseld met de instrumenten uit de titel. Dat wekte de nodige angstige verwachtingen voor de Nederlandse première van 11.000 Saiten van componist Georg Friedrich Haas, die zelf een bdsm-huwelijk heeft en van wie je zeker kunt zijn dat de titel een vette knipoog is. Maar Holland Festival-bezoekers konden het Amsterdamse Westergasterrein na afloop van een spectaculaire geluidservaring ongeschonden verlaten.
De elfduizend snaren uit de titel zaten, volgens Haas’ grove rekensom, in vijftig staande piano’s die rondom het publiek stonden opgesteld. De intendant van Klangforum Wien was tijdens een bezoek aan een piano-fabriek onder de indruk geraakt van de testruimte, waar tientallen nog ongestemde piano’s tegelijkertijd machinaal werden bespeeld. De kakofonie deed hem denken aan Haas, grootmeester van de betoverende klanksculptuur, en Haas vond het idee om voor vijftig piano’s te componeren krankzinnig genoeg om meteen ja te zeggen.
Haas liet de piano’s zuiver stemmen, maar allemaal nét met een andere grondtoon: elke volgende piano was 1/50ste van een halve toon hoger gestemd dan de vorige. Wanneer de pianisten allemaal tegelijk een chromatisch motief in het basregister speelden, klonk het alsof er een straaljager opsteeg. Haas zette zulke effecten meteen aan het begin van zijn stuk in en serveerde een uur lang inventieve variaties uit: fluisterzacht tinkelend, rondwervelend door de ruimte, een unheimliche kwintvalsequens die kriskras van de ene naar de andere stemming hinkelde. Pas aan het slot werd het echt een oorverdovende klankgeseling, toen de vijftig pianisten met hun onderarmen de klavieren te lijf gingen.
Tussen de vijftig conservatoriumstudenten aan de piano’s stonden ook 25 musici van Klangforum Wien opgesteld Die speelden machtige drones of mengden nieuwe tinten door de klankkleur, die zoals altijd bij Haas het eigenlijke onderwerp van de compositie was. Hoe spectaculair ook, na een kwartier wist je als luisteraar wel ongeveer hoe vijftig verstemde piano’s klonken – maar juist op dat moment zorgden de Klangforum-leden voor een verrassing met gigantische crescendo’s van trommel- en bekkenroffels. Zo hield Haas de aandacht met een uitgekiende dramaturgie ruim een uur lang moeiteloos vast.
Magisch priegelmuziekje
Het is niet vreemd dat 11.000 Saiten sinds de première een jaar geleden een internationaal succes is. Het is een unieke ervaring. Toch zorgde juist het grootse karakter van het werk ook voor een kleine kanttekening: hoe meesterlijk Haas zijn enorme instrumentarium ook bespeelde, 11.000 Saiten werd nadrukkelijk beheerst door macro-ideeën over geluid, waarbij het materiaal noodgedwongen wat dun was en je Haas’ fijnzinnige klanktoverij op detailniveau soms miste.
Of toch niet? Opeens kaatste er een lichtvoetig modernistisch priegelmuziekje heen en weer tussen een stuk of tien verstemde piano’s: en dat was toch wel weer magisch.