Niet alle Palestijnen in Gaza zijn blij met Hamas, maar bij wie kunnen ze anders terecht?

Als onderhandelaars over een staakt-het-vuren willen weten of Yahya Sinwar, Hamas’ leider in de Gazastrook, instemt met nieuwe voorstellen, verstrijken er doorgaans enige dagen. Hem even opbellen is er niet bij. Israël zou signalen kunnen onderscheppen en zo zijn locatie achterhalen. Het zou daarna waarschijnlijk proberen Sinwar, architect van de bloedige aanval op Zuid-Israël van 7 oktober, te doden. En dus zoeken boodschappers van Hamas via tal van geheime omwegen hun chef op in een onbekende schuilplaats.

De moeizame communicatie met Sinwar onderstreept de benarde situatie waarin Hamas verkeert. De Qassam-brigades, de militaire vleugel van Hamas, hebben zware klappen opgelopen en er zijn duizenden strijders omgekomen. Hamas-functionarissen zelf houden de tol op 6.000 tot 8.000 gesneuvelden, Israël zei al in maart 13.000 Hamasstrijders te hebben gedood. Daarnaast zijn bij Israëlische aanvallen tienduizenden burgers omgekomen en heeft Israël grotere verwoestingen aangericht in de Gazastrook dan ooit tevoren.

Maar heeft Israël Hamas na ruim acht maanden weten te verslaan? Nee, en ondanks zijn enorme militaire overwicht wijst weinig er op dat Hamas op instorten staat. Sterker nog: ook in gebieden die Israël inmiddels onder controle dacht te hebben, duiken geregeld opnieuw Hamasstrijders op. Tot tevredenheid van Hamas richt de internationale kritiek zich steeds meer op Israël. Hamas, dat anders dan Israël niet dagelijks persconferenties geeft, kan enigszins vanuit de schaduw blijven opereren.

„Hamas is een bijzonder flexibele organisatie die zich in hoge mate kan aanpassen”, schrijft Michael Milshtein, die is verbonden aan het Moshe Dayan Center voor Midden-Oosten studies van de universiteit van Tel Aviv, op vragen van NRC. „Op militair niveau hebben ze snel weten om te schakelen van een semi-conventionele oorlogsvoering naar guerrilla en terreur via kleine cellen.”

Begin dit jaar al zei Jeroen Gunning, hoogleraar Midden-Oosten politiek en conflictstudies aan het Londense King’s College, tegen NRC: „Het is een illusie te denken dat je Hamas militair kunt uitroeien. Hamas is niet alleen een militaire organisatie, het is ook een politieke partij, een enorme sociale beweging en een idee. Dat laat zich niet wegbombarderen. Integendeel: de geschiedenis leert dat het verzet tegen Israël door zulk geweld alleen maar groter wordt.”

Ook de Israëlische legerwoordvoerder, viceadmiraal Daniel Hagari, nam deze week voor de Israëlische televisie afstand van zijn eigen regering, die volhoudt dat Hamas kan worden vernietigd. Ze „strooit het publiek zand in de ogen”, stelde hij. „Hamas is een idee, Hamas is een partij. Die is in de harten van de mensen geworteld. Wie denkt dat we Hamas kunnen elimineren heeft ongelijk.”

Hamas is een idee. Wie denkt dat we het kunnen elimineren, heeft ongelijk

Daniel Hagari
viceadmiraal van het Israëlische leger

Net als andere guerrillaorganisaties heeft Hamas niet alleen het grote voordeel dat de groep het terrein beter kent dan zijn tegenstander maar belangrijker nog is dat het – ondanks of misschien juist wel door het Israëlische oorlogsgeweld – op een zekere mate van steun onder de bevolking kan rekenen. „Het is niet eens dat Hamas zo geliefd is onder de bevolking maar die is te murw gebeukt om de zaken zelf in handen te nemen”, meent Ahmed Fouad Alkhatib, een Palestijnse schrijver en analist die in 2005 uit de Gazastrook vluchtte en politiek asiel kreeg in de VS. „De Gazanen zien op het moment gewoon geen alternatief voor Hamas.” Israël heeft geen eigen civiel bestuur opgezet of geprobeerd een vredesregeling voor de Gazastrook met Arabische staten van de grond te krijgen.

Hoewel Hamas’ prioriteit bij de strijd tegen Israël ligt, resteert er nog altijd een rudimentair civiel bestuur uit de tijd voor 7 oktober, toen het de Gazastrook bestuurde. „Gemeentelijke autoriteiten zorgen bijvoorbeeld nog voor het ophalen van vuilnis en ze zien erop toe dat marktkooplui geen misbruik maken van de situatie door extreme prijzen voor hun producten te vragen”, zegt Khaled al-Hroub telefonisch vanuit Londen. De Hij is hoogleraar aan de Northwestern University in Qatar en publiceert regelmatig over Hamas. „De voorzieningen zijn natuurlijk een stuk minder dan voor de oorlog. Toch blijft Hamas in de ogen van de gemiddelde Gazaan het loket waartoe ze zich wenden als ze een probleem hebben.”

Ook de politie die Hamas had opgezet functioneert hier en daar nog enigszins en biedt burgers soms bescherming. Waar die bijvoorbeeld door Israël is weggebombardeerd, ontstaat een gevaarlijke anarchie, waardoor burgers vaak aan bendes en dieven zijn overgeleverd. Vooral in het noorden van de Gazastrook is dit een probleem.

Stenen tijdperk

In hoeverre de Gazanen Hamas nog steunen, is moeilijk te zeggen. Velen durven niet vrijuit te praten. Er zijn nog opiniepeilingen maar de waarde daarvan is twijfelachtig. Alkhatib, die zelf de afgelopen maanden 31 familieleden verloor: „Stel je die honderdduizenden ontheemden voor die de laatste maanden al vele malen hebben moeten verhuizen en nu in kokend hete tenten zitten zonder voldoende eten en drinken. Dan komt er iemand naar ze toe: ‘Wat vindt u van Hamas?’ Dat moet een agent van Israël of Hamas zijn, denken ze dan. Ze gaan heus niet zeggen: ‘Wow, 7 oktober was zo geweldig. Zij denken: wij zijn terug in het stenen tijdperk en druk bezig met overleven. Hamas interesseert ons nu even niet.”

Hamas wordt in het Westen dikwijls afgeschilderd als een totalitaire groep, die geen dissidente geluiden duldt. Volgens Hroub klopt dit maar ten dele. „Zo zwart-wit lagen de verhoudingen voor 7 oktober niet. Intellectuelen en journalisten konden zich best kritisch uiten over Hamas en soms waren er ook protesten. Relatief gesproken heerste er volgens mij meer vrijheid van meningsuiting onder Hamas in de Gazastrook dan op de Westelijke Jordaanoever [waar de Palestijnse Autoriteit het dagelijks bestuur in handen heeft, red].”

Er is volgens Alkhatib een groep die Hamas nog steeds ideologisch steunt maar er zijn ook mensen die altijd een afkeer van de beweging hebben gehad. „Zo zijn er ook mensen die wel het Palestijnse nationalisme van Hamas steunen maar bezwaar maken tegen de fundamentalistische islam die het wil opleggen. Anderen zijn niet gediend van de manier waarop Hamas zich in het sjiitische kamp van Iran laat trekken. En er zijn natuurlijk ook mensen die op baantjes uit zijn en denken: Hamas is de enige bij wie we daarvoor terecht kunnen.”

Waarom lopen ze niet naar de hel en verbergen zich daar?

Anonieme Gazaan
over Hamas, na Israëlisch bombardement

Het valt intussen op hoe weinig de leiders van Hamas zich bekommeren om het leed van de eigen Gazaanse burgers. Tijdens de veelvuldige Israëlische bombardementen heeft Hamas de honderden kilometers aan ondergrondse tunnels nooit geopend als schuilplaats voor burgers. „Deze tunnels zijn bedoeld om ons (Hamasstrijders) te beschermen tegen vliegtuigen”, verklaarde Mousa Abu Marzouk, een politburo-lid al op 23 oktober vorig jaar tegen Russia Today TV. „Wij vechten vanuit de tunnels. Iedereen weet dat 75 procent van de bevolking van de Gazastrook uit vluchtelingen bestaat en het is de verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties hen te beschermen.”

Militair leider Sinwar, de geharde leider die zelf 22 jaar doorbracht in Israëlische gevangenschap, vergeleek de Gaza-oorlog met de onafhankelijkheidsstrijd in Algerije (1954-1962), waarbij honderdduizenden Algerijnen om het leven kwamen. „Dit zijn noodzakelijke offers”, oordeelde de Hamasleider volgens boodschappen van hem die vorig weekend uitlekten. Aan politiek leider Ismail Haniyeh, die net drie zoons had verloren bij een Israëlische luchtaanval, schreef Sinwar dat hun dood en die van andere Palestijnen „leven zou blazen in de aderen van de natie, tot meerdere roem en eer daarvan.”

Professor Hroub meent dat zulke uitlatingen – als ze al zijn gedaan – niet representatief zijn voor de opvattingen van Hamas. „Marzouk heeft zich naderhand verontschuldigd voor zijn uitspraak en de Hamasleiders spannen zich wel degelijk in om ervoor te zorgen dat de hulpgoederen eerlijk worden verdeeld en de prijzen op de zwarte markt niet uit de hand lopen.”

Alkhatib is veel sceptischer over de opstelling van Hamas. „De Gazanen weten dat Hamas de belangen van de bevolking voortdurend opoffert om aan de macht te blijven. Hamas heeft deze oorlog, die heel goed viel te vermijden, bewust ontketend. En wat Sinwar zegt, stemt volledig overeen met hun gedachtengoed. Zij hamerden er altijd al op dat het zo mooi was om vechtend te sterven en dat dat de Palestijnse zaak zou helpen. Dat is het ethos van Hamas.”

Bijkomende schade

In het verlengde hiervan ligt een andere omstreden kwestie: de bereidheid van Hamas om zich onder de eigen burgers te verschuilen. Volgens Israël en andere critici doen Hamasstrijders dit met opzet, waardoor onschuldige burgers extra veel gevaar lopen als ‘bijkomende schade’ te worden gedood bij Israëlische aanvallen op Hamasstrijders. Voor zulke verdenkingen ontbreken tot dusverre harde bewijzen. „Nee”, zegt ook Hroub, „hoewel er zich enkele van zulke gevallen hebben voorgedaan, is dat geen beleid van Hamas. De strijders hebben immers hun tunnels, waarin ze zich kunnen verbergen.”

Opnieuw is Alkhatib kritischer. „Het is algemeen bekend dat Hamasstrijders zich onder burgers verbergen. Ze geven zichzelf carte blanche om elk deel van de Gazastrook dat ze voor hun gewapende strijd nodig denken te hebben voor hun verzet te gebruiken. Wanneer je tunnelschachten in scholen of kleuterscholen bouwt, weet je dat Israël die misschien zal aanvallen. Maar dat doen ze expres omdat ze denken dat Israël er een slechte pers mee krijgt.”

Westerse media meldden ook dat Hamas soms humanitaire hulpgoederen onderschept voor eigen gebruik, tot woede van Israël. Ook berichtten Financial Times en Le Monde onlangs dat Hamas voor tientallen miljoenen euro’s cash uit bankgebouwen in de Gazastrook had ontvreemd. Israël confisqueerde daarop, uit vrees dat Hamas het voor zijn bewapening zou gebruiken de resterende gelden, ter waarde van 27 miljoen dollar.

Soms verliezen Gazanen hun zelfbeheersing en vervloeken Hamas openlijk. „Waarom verschuilen ze zich tussen de mensen”, klaagde een man die na een bombardement onder het stof zat bij een ziekenhuis tegen een medewerker van televisiezender Al Jazeera. „Waarom lopen ze niet naar de hel en verbergen zich daar.” Zulke uitbarstingen nemen overigens niet weg dat de meesten Israël primair verantwoordelijk houden voor hun misère. Ook speelt mee dat de Gazastrook dichtbevolkt is. Een guerrilla-oorlog in een stedelijke omgeving maakt meestal meer slachtoffers dan op het platteland.

Sommigen, onder wie Alkhatib, zouden liever zien dat Hamas de gewapende strijd tegen Israël helemaal opgaf. „Die heeft ons Palestijnen allemaal niets opgeleverd. Stop die waanzin van het gewapende verzet en begin in plaats daarvan met het opbouwen van een eigen Palestijnse natie.”

Als Hamas had gewild, had het – net als Israël overigens – de wapens allang kunnen laten rusten door akkoord te gaan met een tijdelijk staakt-het-vuren. In dat geval zou de geteisterde burgerbevolking eindelijk enigszins op adem hebben kunnen komen. Hamas accepteert echter alleen een definitief bestand. Hroub heeft daar begrip voor. „Ook bij een tijdelijk bestand zouden ze althans een deel van hun gevangenen (Israël en Westerse landen duiden hen aan als ‘gijzelaars’, red) moeten vrijlaten en daarmee zouden ze hun laatste troef tegenover Israël uit handen geven.”

Een permanent staakt-het-vuren daarentegen zou Hamas kunnen presenteren als een grote overwinning op het machtige Israël. Paradoxaal genoeg is Hamas op dit moment de enige groepering die geloofwaardigheid onder een groot deel van de bevolking geniet, met name op de Westelijke Jordaanoever. De Palestijnse Autoriteit, de voornaamste rivaal die door de meeste Palestijnen wordt geminacht en gehaat wegens zijn samenwerking met Israël en zijn corruptie, komt daar niet bij in de buurt.

Tegelijkertijd is het onwaarschijnlijk dat de Israëliërs, daarin gesteund door de Amerikaanse president Biden, opnieuw een bestuur met Hamas in de Gazastrook zullen tolereren. Maar zelfs als Hamas vernietigd wordt, zoals premier Netanyahu nog steeds hoopt, zou dat niets oplossen, meent de historicus Yezid Sayigh. Hij werkt bij de denktank Carnegie Endowment in Beiroet. „De echte kwestie is de afwezigheid van een antwoord dat voldoet aan de rechten en eisen van het Palestijnse volk, dat in 1948 op de vlucht werd gejaagd en in 1967 onder militaire bezetting kwam en die sinds die tijd altijd onderworpen zijn geweest aan Israëlische controles in elk aspect van hun leven”, schrijft hij in antwoord op vragen van NRC. „Altijd zullen er mensen zijn die voor hun rechten vechten, of dat nu in overeenstemming met het internationaal recht gebeurt of niet.”


Lees ook

Hamas ‘totaal vernietigen’ – kan dat wel?

Een protest in Hebron op de Westelijke Jordaanoever na de moord op Hamas-kopstuk Saleh al-Arouri in Beiroet, 3 januari.