In Brussel is het traditioneel zo: sta je als regeringsleider op het punt te vertrekken, dan heb je allang niet meer de invloed die je ooit had. Maar, als men demissionair premier Mark Rutte ernaar vraagt bij aankomst bij een diner van regeringsleiders deze week, zegt hij: „Dat is in ieder geval niet mijn mentále positie.”
Jarenlang zat Rutte in Brussel in het centrum van de macht. Moest er in Europa een compromis gesmeed worden, dan was het Rutte die collega-leiders belde. Hij groeide uit tot een spilfiguur, in invloed vlakbij de echt grote spelers als de Duitse bondskanselier of Franse president. Het maakt zijn vertrek, zegt ook historicus van de Europese Raad Peter Ludlow, een „erg betekenisvol moment”. „Hij is gegroeid, was de afgelopen jaren een sturende én verstandige kracht.” Aangezien de leiders van Frankrijk en Duitsland druk zijn met interne problemen, voegt Ludlow toe, zal Rutte daarbij gemist worden.
Veel van de toegenomen Nederlandse EU-invloed hangt samen met Rutte. aanzien van Rutte
Nu gaat Rutte zijn laatste week in als premier, in aanloop naar zijn nieuwe baan als secretaris-generaal van de NAVO. Dat zijn vertrek consequenties heeft voor de Nederlandse positie in Brussel is evident. Veel van de toegenomen Nederlandse invloed in de EU hangt samen met het aanzien van Rutte – na de Hongaar Viktor Orbán de langstzittende premier. Al in 2019 waarschuwden diplomaten in een rapport van Clingendael dat de Nederlandse EU-diplomatie te zeer rustte op de persoon Rutte en bij diens vertrek schade zou oplopen.
Gaat Nederland dat effect nu zien? Zeker is in elk geval dat de Nederlandse wisseling van de wacht óók op een bijzonder ongelegen moment komt. Juist deze weken wordt er in Brussel driftig onderhandeld over de topposities in de EU, de nieuwe ploeg van Eurocommissarissen en de onderwerpen waarmee Europa de komende jaren aan de slag wil.
Ook komende week, als daarover knopen worden doorgehakt, is het nog een laatste keer Rutte die namens Nederland naar Brussel vertrekt. Maar voor wie of wat hij daar moet gaan lobbyen is onduidelijk. „Ik moet niet over mijn graf heen regeren”, antwoordde Rutte afgelopen week desgevraagd. En ook: „Je mag aannemen dat een nieuw kabinet ermee aan de slag gaat.”
Cruciale periode voor invloed
In Den Haag blijkt daar alleen nog weinig van. Terwijl deze periode in Brussel wordt gezien als een cruciale om invloed uit te oefenen op niet alleen de personen maar ook de koers van de EU, is de Nederlandse aandacht ervoor vooralsnog gering. En dat terwijl de nieuwe coalitie in het hoofdlijnenakkoord toch flink wat verwacht van Europa om hun plannen waar te maken – van uitzonderingen op migratie- en milieuregels, tot terughoudendheid bij nieuwe EU-fondsen en -uitbreiding.
Dat nu al concreet regelen is niet realistisch. Maar de afwezigheid van Nederland terwijl in Brussel over ‘grote onderwerpen’ wordt gepraat, valt wel op. Zelfs als Nederland niet meedingt naar een van de ‘topposities’, zou het volgens betrokkenen wel veel actiever aanwezig kunnen zijn. Want de steun van Nederland voor, bijvoorbeeld, een tweede termijn voor Commissievoorzitter Ursula von der Leyen hoeft niet gratis te zijn. En uiteindelijk is het Von der Leyen die – mits verkozen door het Europarlement – straks háár nieuwe Commissie samenstelt.
Zo lobbyde Nederland in 2014 expliciet voor een afgeslankte Commissie en snoeien in Europese regelgeving – iets dat later onderdeel werd van het Commissieprogramma én waar de nieuwe Nederlandse Eurocommissaris Frans Timmermans zich als vicevoorzitter mee ging bezighouden. Vijf jaar geleden behield Timmermans zijn rol als vicevoorzitter en kreeg hij weer een portefeuille die cruciaal zou worden: klimaat.
Of er binnen de nieuwe coalitie al afspraken zijn gemaakt over de nieuwe Eurocommissarissen blijft in Den Haag onduidelijk, niemand laat er iets over los. Bekend is wel dat de VVD graag zou willen en ook een bakje met namen klaar heeft staan. Maar zo’n naam en bijbehorend profiel moeten wel passen in de Europese puzzel van landen en partijen. Mogelijk biedt Von der Leyen Nederland juist een invloedrijke plek als ze zittend Eurocommissaris Wopke Hoekstra (Klimaat, CDA) opnieuw voordraagt – een vertrouwde naam én mede-christendemocraat.
De nieuwe politieke verhoudingen kunnen Nederland ook helpen. Dat radicaal-rechts meer invloed eist en de Europese agenda sowieso naar rechts verschuift, zal de nieuwe coalitie juist goed uitkomen. Volgens Rutte is de voordracht voor een nieuwe Nederlandse Eurocommissaris sowieso „pas veel later aan de orde” en ook over de invloed van die persoon zei hij geen zorgen te hebben. „Nederland is de vijfde economie van Europa, daarmee zitten we echt in de top. Nederland kan zich altijd sterk maken, en zal dat zonder twijfel ook doen, voor een zware Commissaris.”
Maar dan moet het dat wel doen. Dat de strijd om Eurocommissarissen pas op een later moment zou gaan spelen, wordt in Brussel door meerdere diplomaten als „onzin” afgedaan. Officieel misschien wel – maar informeel is het spel allang bezig.
Dat blijkt ook wel uit de namen en gewenste posities die de afgelopen dagen en weken al uit andere EU-landen naar voren kwamen. Zo zet Spanje al duidelijk in op de klimaatportefeuille voor zijn energieminister Teresa Ribera – hoewel zeer onzeker is of de christendemocraten die post willen loslaten na Hoekstra. Onder meer Letland, Finland en Slowakije kandideerden deze week al openlijk hun kandidaat-Eurocommissarissen, soms met de gewenste portefeuille er al bij.
Feller dan gebruikelijk
Het spel, zo zien betrokkenen, verloopt deze keer zelfs nog wat feller dan gebruikelijk, omdat er méér EU-landen en partijen zijn die meedingen naar serieuze posten. Zo eist bijvoorbeeld de Italiaanse premier Giorgia Meloni een zware, liefst economische portefeuille voor haar land, ook omdat haar radicaal-rechtse familie in het Europarlement inmiddels groter is dan de liberale waar de VVD van Rutte inzit.
Onder premier Donald Tusk maakt Polen weer aanspraak op een zware post. En nu de Roemeense president Klaus Iohannis zijn openlijke sollicitatie voor NAVO-baas deze week liet varen om plaats te maken voor Rutte, wordt ook hij naar verwachting beloond met een mooie plek.
Rutte zal zich komende week nog één keer in dat spel mengen. Luttele dagen voor zijn vertrek én mogelijk reeds officieel bevestigd als nieuwe NAVO-baas, zal zijn positie daar op z’n minst opmerkelijk zijn. Deze week leek Rutte daar nog niet veel moeite mee te hebben. Hij benadrukte eerst tegenover Nederlandse journalisten niets over de inzet van de nieuwe coalitie te kunnen zeggen, stelde de internationale pers minuten later juist gerust dat de nieuwe coalitie „helemaal niets” zou gaan veranderen aan de Europa- en Oekraïne-koers en legde niet veel later ook alvast uit hoe hij zich als nieuwe NAVO-baas zou opstellen. Zelfs voor Rutte was het van een zeldzame lenigheid.
EU-historicus Ludlow verwacht dat Rutte nog een laatste keer een aanzienlijke rol kan spelen in de onderhandelingen over de Europese topbanen, zelfs zonder duidelijk Nederlands mandaat. „Als onderhandelaar van de Europese liberalen zal hij zeker nog van groot belang zijn, zeker ook nu zijn nieuwe positie al vaststaat.”