Deze week buigt het Taiwanese parlement zich opnieuw over een controversieel wetsvoorstel, dat China volgens tegenstanders meer invloed kan geven. De wet vergroot de macht van het parlement, waarin de oppositie – die hechtere banden met Beijing wil dan de huidige regering – sinds januari een meerderheid heeft.
Het volgens critici „ongrondwettelijke” voorstel werd vorige maand zo snel en zonder discussie aangenomen dat dit leidde tot gevechten tussen parlementsleden – en tot grootschalige protesten buiten het parlementsgebouw in Taipei. President Lai Ching-te, die in januari de verkiezingen om het presidentschap won, maar wiens Democratisch-Progressieve Partij (DPP) de parlementaire meerderheid kwijtraakte, stuurde de wet terug naar het parlement vanwege „vage” termen en een „ondemocratisch” proces.
Politicoloog Fang-yu Chen, werkzaam aan de Soochow Universiteit in Taiwan, spreekt van een uitzonderlijke situatie. „Alle discussie over de wet werd afgehouden. Kritische vragen werden geparkeerd, en daarna ging het gelijk naar de stemming.” Terwijl de inhoud van de hervormingen juist veel vragen oproept. Onder de nieuwe wet kan het parlement onder andere onder ede informatie opeisen van militaire, private en andere actoren op straffe van vervolging, en krijgt het ook meer macht om ambtenaren te bevragen en bestraffen.
Volgens Chen is het in principe goed als het Taiwanese parlement meer mogelijkheden krijgt om zelf onderzoek te doen. „Hervormingen zijn nodig, want Taiwans systeem kent nu een vrij zwak parlement, maar dit gaat veel te ver. De parlementsleden zouden opeens aanklagers en rechters worden.”
Lees ook
dit artikel over de nieuwe president van Taiwan
Hechte banden met China
Een kopstuk van de Kuomintang (KMT), de nationalistische oppositiepartij, wordt gezien als de man achter de wet. Al in januari, voor hij aantrad in het nieuwe parlement, kondigde deze Fu Kun-chi aan dat parlementshervormingen zijn eerste prioriteit waren, en dat die als doel hadden om te zorgen dat de regeringspartij „geen bewindslieden zou kunnen vinden”, omdat die door de nieuwe parlementaire controle zouden worden afgeschrikt.
Fu, een zakenman met hechte banden met China, leidde in april nog een delegatie van KMT-parlementsleden op een reis naar Beijing. De KMT profileert zich zo als de partij die wél met China kan samenwerken, en daarmee Taiwan veilig houdt, terwijl regeringspartij DPP – waarmee Beijing niet wil praten – instabiliteit zou creëren door te veel op formele onafhankelijkheidsclaims te zinspelen.
Volgens de KMT waren de protesten tegen het wetsvoorstel het werk van de DPP, maar deelnemers aan de demonstraties zien dat anders. „Vaak zijn er bij protesten in Taiwan vooral mensen van één politieke kleur aanwezig, maar dit keer was de menigte opvallend divers en van alle leeftijden,” vertelt Tung Shupo (40), die deelnam aan de protesten tegen de parlementshervorming op 24 mei, toen meer dan honderdduizend mensen bij elkaar kwamen in het centrum van Taipei. „Ook als een deel van de menigte door de DPP was gemobiliseerd, gold dat voor veel mensen zeker niet. Zelf ga ik ook alleen maar de straat op als het me echt uitmaakt.” Het gebrek aan transparantie rond de wet had hem boos gemaakt, vertelt hij aan de telefoon: „Als je zoiets belangrijks wil hervormen, moet je het heel duidelijk en zorgvuldig formuleren, en uitgebreid bespreken.”
Ook maakt hij zich zorgen over de rol van China in de oppositiepolitiek van de KMT. „Het is vaak niet zo direct – in de tekst zelf zie je het niet – maar zelf denk ik wel dat je de sporen van China hierin ziet”, zegt de freelancer over het omstreden voorstel. China heeft volgens hem baat bij een verdeeld Taiwan, „en dat kunnen ze op allerlei manieren bereiken”.
Ook volgens ngo-medewerker Tzuwen Lee (48) speelt Taiwans relatie met China mee in deze parlementshervorming. „Om invloed te winnen in Taiwan hoeven we niet perse tot vechten te komen. Het kan op allerlei manieren. Of China deze hervormingen wilde weten we niet, maar duidelijk is dat de Taiwanese politici die dichterbij China staan denken dat het hen helpt.” Zo bestaat de angst dat het parlement met verplichte hoorzittingen over gevoelige zaken als Taiwans defensie de nationale veiligheid in gevaar zou kunnen brengen.
Nieuwe protesten
De verdeelde macht tussen kabinet en parlement zal de komende jaren Taiwans politiek bepalen, verwacht politicoloog Chen. „De oppositie zal alles willen blokkeren, en meer wetsvoorstellen doen die de macht van de centrale overheid inperken.” Zo is er al een wet in voorbereiding die de budgetverdeling tussen centrale en lokale overheden wil aanpassen.
Tegelijk ziet hij de verkiezingsuitslag, waarmee de regerende DPP haar meerderheid verloor, als een kans voor de DPP om haar bestuursstijl te verbeteren. „De laatste jaren stopten ze met communiceren. Ze waren toch aan de macht. Nu moeten ze opnieuw het gesprek aangaan met alle groepen in de samenleving en mensen aan boord krijgen voor hun beleid.”
Met een campagne tegen de huidige wetswijziging probeert de DPP dat nu te doen. De afgelopen week trok de partij samen met maatschappelijke organisaties het land in om de bevolking, in de woorden van president Lai, van „accurate informatie” over de impact van de wet te voorzien.
Toch zal de wet naar verwachting op vrijdag opnieuw worden aangenomen door het parlement, na twee dagen van discussie waarbij de premier de bezwaren van de regering-Lai zal toelichten. De regering heeft al aangekondigd in dat geval het constitutioneel hof te vragen om de wet te toetsen.
Ook zouden er meer protesten kunnen volgen, verwachten Tung en Lee. De demonstraties van eind mei waren de grootste in Taiwan sinds de Zonnebloemprotesten van 2014. Studenten bezetten toen 22 dagen het parlement waarna de toenmalige KMT-regering een omstreden handelsverdrag met China afblies. Hoewel de impact van de recente protesten minder duidelijk is, vond ngo-medewerker Lee ze ordelijk en goed georganiseerd. „Je zag de ervaring die ngo’s en activisten tien jaar geleden opdeden nog terug.” Bij nieuwe controverses zal die ervaring van pas komen, denkt ze. „We moeten laten zien dat ze niet zomaar alles kunnen maken in ons democratisch systeem.”