GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout is de nieuwe co-fractievoorzitter van de Europese Groenen, naast de Duitse Terry Reintke. Groene fractieleden stemden woensdag in met de twee voorgedragen voorzitters. De twee waren afgelopen campagne al de politiek aanvoerders van de Groenen. Ze volgen de Belg Philippe Lamberts op.
Nederlander Eickhout zit sinds 2009 in het Europarlement en was bij de afgelopen verkiezingen tevens lijsttrekker van de gezamenlijke kieslijst van GroenLinks-PvdA. In het nieuwe parlement zullen de Europarlementariërs van GroenLinks en PvdA zich wel weer opsplitsen in twee verschillende Europese fracties – die van de Groenen en de sociaal-democraten.
Van die eerste fractie wordt Eickhout nu dus mede-voorzitter, wat betekent dat hij in de plenaire zaal van het EP op belangrijke momenten het woord zal voeren namens de Groenen. In een verklaring toont Eickhout zich „dankbaar” voor het vertrouwen van zijn fractiegenoten en stelt hij ernaar „uit te kijken om de komende jaren de groene en progressieve agenda verder te brengen”.
Tijdens grondgevechten met Hezbollah zijn dinsdag en woensdag drie Israëlische militairen zwaargewond geraakt. Dat melden persbureaus op basis van het Israëlische leger. Hezbollah heeft woensdag ook met artillerie geschoten op Israëlische militairen in Libanese grensdorpjes. Daarmee zouden Israëlische eenheden zijn teruggedrongen, zeggen Hezbollah en een bron binnen de VN-vredesmissie in Zuid-Libanon tegen Al Jazeera.
De gevechten vonden dinsdag en woensdag plaats in onder meer de Zuidwest-Libanese steden Naqoura en Labbouneh, vlakbij de Israëlische noordgrens. In Maroun al-Ras, in Zuidoost-Libanon, zouden Israëlische troepen zijn verdreven nadat ze daar een Israëlische vlag hadden gehesen.
De Israëlische strijdkrachten willen niet zeggen hoeveel soldaten er op Libanees grondgebied zijn ingezet, maar wel dat er vier Israëlische divisies — in totaal duizenden soldaten — bij de grens opereren. Er zijn sinds deze week ook voor het eerst Israëlische reservisten in Libanon actief.
De Israëlische luchtmacht voerde woensdagochtend opnieuw bombardementen uit op de zuidelijke buitenwijken van Beiroet, van oudsher een bolwerk van Hezbollah. Daarbij zou Hezbollah-lid Suhail Hussein Husseini — verantwoordelijk voor logistiek en budgettering — zijn omgekomen.
Een dag eerder werden twee mogelijke opvolgers van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah gedood, aldus het Israëlische leger. Volgens de Libanese overheid kwamen dinsdag 36 mensen in Libanon om door Israëlisch geweld en raakten er 150 gewond. Sinds de escalatie in de strijd met Hezbollah heeft Israël al meer dan tweeduizend Libanezen gedood.
Een derde van de volwassen dak- en thuislozen in ons land is vrouw. Zij verblijven vaak met hun kind(eren) bij familie of vrienden, in een tijdelijke opvang, vakantiewoning of stacaravan. Dat is de uitkomst van een telling in 55 van de 342 gemeenten in verschillende delen van het land, uitgevoerd door de Hogeschool Utrecht en stichting Kansfonds. In totaal telden zij 6.063 daklozen.
De telling vond plaats in de regio’s Breda, Hart van Brabant, Holland Rijnland, Westelijke Mijnstreek, Gelderland-Zuid en West-Friesland. Aan het zogeheten ETHOS-onderzoek, waarbij ETHOS staat voor European Typology of Homelessness and Housing Exclusion, deden 377 organisaties mee, waaronder gemeentelijke diensten, maatschappelijke opvanginstanties, huisartsen en woningcorporaties.
De onderzoekers noemen het grote aantal vrouwen met kinderen een „opvallende bevinding”. Zij worden dak- of thuisloos na bijvoorbeeld een scheiding, of als ze wegvluchten uit een „gewelddadige” relatie. Daarnaast is liefst een vijfde van de getelde personen jonger dan 18 jaar. De meeste dak- of thuisloze kinderen (95 procent) verblijven in deze situatie met een of beide ouders.
Beperkt beeld bij instanties
Ongeveer een vijfde deel van de getelde volwassenen verblijft vanwege een gebrek aan passende huisvesting in niet-conventionele woonruimte. Denk daarbij aan een auto, schuur, tuinhuisje of een andere plek die niet geschikt is om in te wonen. Aangenomen wordt dat de werkelijke aantallen hoger liggen, omdat deze mensen beperkt in beeld zijn bij instanties.
Van hen die wel op straat leven, zo leert de telling, is 35 procent EU-burger met een niet-Nederlandse nationaliteit. Het overgrote deel van deze mensen is volgens betrokken professionals (voormalig) arbeidsmigrant, wat strookt met eerdere cijfers. Volgens de onderzoekers is het „bijzonder moeilijk” om zicht te krijgen op de groep dak- en thuisloze arbeidsmigranten in de laatstgenoemde leefsituaties.
De onderzoekers telden verder 1.189 mensen die al langer dan twee jaar dakloos zijn, ongeveer een kwart van de volwassen. Mannen zijn relatief vaker langdurig dakloos dan vrouwen: van de volwassenen die twee jaar dak- of thuisloos zijn, is driekwart man.
De cijfers werden bekendgemaakt voorafgaand aan Wereld Dakloze Mensen Dag, komende donderdag. De onderzoekers streven er naar ook de daklozen in andere regio’s te tellen. In 2025 volgt een volgende telronde met 57 gemeenten, waaronder Amsterdam, Den Haag en Eindhoven. Uit de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat Nederland begin 2023 in totaal ruim 30.000 daklozen telde.
Uitzendkrachten lopen een grotere kans op een bedrijfsongeval dan mensen in vaste dienst. Tussen 2015 en 2022 was bij 22 procent van alle ongevallen een uitzendkracht de gedupeerde, terwijl het aandeel uitzendkrachten onder de werkenden in Nederland slechts 5 procent bedraagt. Dit blijkt uit een conceptrapportage van de Nederlandse Arbeidsinspectie, ingezien door NRC.
De Arbeidsinspectie ziet verschillende oorzaken voor de „sterke oververtegenwoordiging” van uitzendkrachten. Zij doen vaker gevaarlijk werk dan werknemers in vaste dienst, onder meer in bouw, industrie en landbouw. Zo vallen uitzendkrachten in de bouw van een ladder, en kunnen ze in landbouw of industrie een hand of voet in een machine krijgen.
De Arbeidsinspectie schrijft dat het werkelijke aantal arbeidsongevallen met uitzendkrachten hoger ligt, omdat „een deel van de ongevallen” niet gemeld wordt. Dit komt doordat het uitzendbureau en de werkgever „zich niet verantwoordelijk” voelen voor de uitzendkracht. Bovendien zouden deze opdrachtgevers niet weten wie de melding bij een ongeval moet doen. Een werkgever is verplicht direct melding te maken van een ongeval.
Onder de uitzendkrachten bevinden zich veel arbeidsmigranten, Uit onderzoek van de Arbeidsinspectie bleek afgelopen augustus dat arbeidsmigranten 1,4 keer vaker betrokken zijn bij een ongeval dan mensen met een vast contract. Dat geldt ook voor ernstige ongelukken; arbeidsmigranten overlijden twee keer zo vaak na een ongeval.
Volgens de Arbeidsinspectie begrijpen de migranten door „taal- en cultuurverschillen in sommige gevallen instructies en waarschuwingen mogelijk niet goed”. Mogelijk klagen ze door hun afhankelijkheid – ze zijn voor woning én werk vaak afhankelijk van werkgever en uitzendbureau – minder snel over onveilige omstandigheden.
Vaak niet gemeld
De Algemene Rekenkamer stelde vorig jaar dat 50 tot 70 procent van „meldingsplichtige gevallen” niet aan de Arbeidsinspectie wordt doorgegeven. Volgens de Rekenkamer slagen Arbeidsinspectie en betrokken ministerie (Sociale Zaken) er niet de meldingsbereidheid onder werkgevers te verhogen. Met name uitzendkrachten en arbeidsmigranten „lopen het risico hier de dupe van te worden” schrijft de Rekenkamer. Bedrijven die in zeven jaar drie keer te laat een melding doen, riskeren 50.000 euro boete. Maar de Arbeidsinspectie legt dit bedrag „zelden” op, volgens de Rekenkamer.