In tweede seizoen ‘House of the Dragon’ woedt een zusterstrijd om de IJzeren Troon

Het duistere eerste seizoen van House of the Dragon modificeerde Game of Thrones-traditie voor de moderne tijd. Een succes: de serie vloerde de 450 miljoen dollar duurdere, grandioos ogende maar holle fantasy-rivaal The Rings op Power van Prime Video. Het tweede seizoen daarvan gaat nu wijselijk pas eind augustus in première.

The Rings of Power put uit J.R.R. Tolkiens sprookjeswereld, waar goed eeuwig strijdt met kwaad: een apocalyptische strijd die in de post-9/11-jaren waarin de Lord of the Rings-trilogie uitkwam een stuk urgenter leek dan nu.

House of the Dragon is juist zeer urgent. De serie put uit de ruim 4.000 pagina’s tellende fantasy-cyclus A Song of Ice and Fire van George R. R. Martin. Zijn epos speelt zich ook af in een quasi-feodale, van magie doordrenkte wereld met zombies en heksen. Maar magie zet Martin spaarzaam en rationeel in; draken zijn gewoon de luchtmacht, een afschrikkingswapen dat zwaar op het staatsbudget drukt vanwege de dagelijkse consumptie van schaapskuddes.

Ook bij Martin woedt een eindeloze machtsstrijd – om de IJzeren Troon van de Zeven Koninkrijken van continent Westeros. Maar hier zijn het complexe, shakespeareaanse, dynastieke intriges waarin het politieke altijd persoonlijk is en vice versa, helden gruweldaden begaan en schurken zich plots bekeren. Goed en kwaad zijn slechts de veranderlijke som van karakter en omstandigheden.

Het seksisme en terloopse racisme dat Game of Thrones werd verweten, vermijdt House of the Dragon. Het is patriarchaat versus matriarchaat, fallus versus yoni – ook een kernelement in de hedendaagse opkomst van populistisch rechts.

Drakenduel

De fundering van GoT is overeind gebleven. De eerste vier episodes van seizoen twee die HBO aan journalisten beschikbaar stelt, nemen hun tijd om uit de startblokken te geraken. Het is aanvankelijk vooral konkelen bij kaarslicht en lange messen in corridors. Maar aan de horizon rommelt de burgeroorlog, in oude vetes die opvlammen. En kijk ook niet op van een wervelend drakenduel waarbij in de beste GoT-traditie onmisbaar lijkende personages zomaar van het bord worden geveegd. Niemand is ooit veilig op Westeros.

We beginnen met de nukkige, puberale Aegon II die op de IJzeren Troon verveeld raakt door de wijze raad van zijn opa Otto Hightower. Terwijl Aegon zijn roes uitsliep in een – wellicht pedofiel – bordeel, beraamde Hightower een coup tegen de rechtmatige troonopvolger Rhaenyra Targaryen, Aegons halfzus. Rhaenyra liet zich desondanks tot koningin kronen. Zij werft in fort Dragonstone bondgenoten maar hoopt bloedvergieten nog te voorkomen; waar draken strijden, resteert slechts as. Het is lastig haar eigen mannelijke adviseurs in het gareel te houden, laat staan oom én echtgenoot Daemon – qua incest zijn de Habsburgers amateurs vergeleken met het huis Targaryen. In GoT-stijl worden haar sluwe plannen doorkruist door incidenten; de onthoofding van een kleuter ondergraaft Rhaenyra’s gekoesterde legitimiteit.

Frontaal mannelijk naakt

Wel is er dus iets grondig veranderd vergeleken met Game of Thrones. Niet zozeer qua gratuit onthoofden, martelen en bloedvergieten; ook nu glijdt de camera na een majestueus panoramashot wellustig naar een close-up van een kraai die het oog van een gehangene uitpikt. Maar het naakt is minder pornografisch, minder eenzijdig vrouwelijk, meer frontaal mannelijk.

In de eerste aflevering van GoT werd prinses Daenerys Targaryen in 2011 likkebaardend ontkleed door haar eigen broer, waarna ze op haar bruiloft eerst getuige was van topless ballet van woeste Dothraki-vrouwen om daarna op zijn hondjes te worden genomen door de bruut Khal Drogo. Plotpunten werden in GoT vaak naakt in bed of bad uiteengezet: sexposition, zoals dat heet. Dat ging zeker na de val van Harvey Weinstein en #MeToo al wringen, net als de geringe diversiteit van GoT. Op eiland Westeros was iedereen wit, terwijl continent Essos aan gene zijde van de Smalle Zee een speeltuin was van oriëntaalse clichés: slavernij, genderfluïde decadentie, eunuchlegers, joodse bankiers, woeste Mongolen. Men boog daar opgelucht voor de civiliserende invloed van hoogblonde drakenmoeder Daenerys.

Het is een huzarenstuk dat House of the Dragon dit allemaal oplost zonder veel mannelijk misbaar op sociale media. Diversiteit is uiteraard simpel: gewoon het zeevarende huis Velaryon van donkere huidskleur en witte rastavlechten voorzien. Het seksisme lukt ook, al onderstrepen een terloopse pijpscène in een bordeelorgie dat House of the Dragon zeker niet braaf is. Maar werd seksisme in GoT al gecompenseerd door ijzersterke vrouwenrollen – Daenerys, de sluwe koningin Cersei, butch ridder Brienne of Tarth – de opvolger is een matriarchen-oorlog waarin konkelende opa’s, prinsen in midlife-crisis en impulsieve jongens als stoorzenders fungeren.

Matriarch vs patriarch

In House of the Dragon verzamelt het matriarchaat zich in kamp Zwart, bij de trotse ‘koningin van één dag’ Rhaenys, die ooit moest afzien van de IJzeren Troon omdat de baronnen daar een man wensten. Dat lijkt bijna te staan voor de tweede feministische golf van de jaren zeventig, die veel veranderde en veel gelijk liet. Rhaenys raakt evenwel geïnspireerd door haar fiere nicht Rhaenyra, die als moderne vrouw wél haar recht op de troon opeist, ook al leidt dat tot een burgeroorlog.

Zij nemen het op tegen het patriarchale team Groen van hoogblonde prinsjes, gesteund door de handenwringende koningin-moeder Alicent Hightower, Rhaenyra’s oude vriendin. Als een soort Eva Vlaardingerbroek draagt zij een timide tradwife-filosofie uit. „Wij kunnen niet heersen, alleen mannen een richting suggereren”, meent zij. De oude Rhaenys bijt Alicent dan toe: „Je waant je vrij, maar je zwoegt in dienst van je vader, je man en je zoon. Je wilt geen vrijheid maar een raampje in je cel.”

Het eerste seizoen van House of the Dragon draaide minder om seks dan om bevallingen, zeg maar gerust geboortehorror. We zien hoe ze koningin Aemma bij een stuitligging open snijden: het gaat immers om een troonopvolger. Rhaenyra wankelde door de gangen van het kasteel met haar pasgeboren baby terwijl het vruchtwater langs haar dijen druipt. Dezelfde Rhaenyra perste er in de seizoenfinale razend over het verlies van haar zoon een misgeboorte uit.

De moeders laveren scherp door een zee van testosteron; zie ze als Walküren hun harnas omgorden en hun draak bestijgen om hun kinderen te beschermen. Ongetwijfeld bereiken ze het tegendeel in dit aanvankelijk bedaarde, daarna grandioos op stoom komende tweede seizoen van House of the Dragon. Op Westeros eindigt elke geschiedenis immers in tragische ironie.