Eppo Bruins, die maandagavond zijn lidmaatschap van de ChristenUnie opzegde en na zijn beëdiging op 2 juli de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap namens NSC is, vindt zichzelf „de juiste man op de juiste plek”. Dat zegt hij dinsdag zowel vóór zijn gesprek met formateur Richard van Zwol en beoogd minister-president Dick Schoof als daarna. Hij wil ook best vertellen waarom, en begint over zijn „lange historie in de wetenschap en innovatie” en ook over hoe „belangrijk” het is „dat grondrechten en vrijheden beschermd worden”. Bruins wordt korter van stof als hij vragen krijgt over de uitspraken van ánderen met wie hij straks het kabinet gaat vormen. Dan wil hij alleen nog zeggen dat er „een duidelijk hoofdlijnenakkoord” ligt en dat daarin staat dat de regering zich „binnen de grenzen van de rechtsstaat zal bewegen”. En weg is hij.
Het zijn teksten die deze dagen voortdurend klinken in het ‘formatiegebied’ van de Tweede Kamer, waar sinds maandag en tot en met woensdag alle kandidaat-ministers en -staatssecretarissen naar binnen lopen. Sommigen zijn ervaren, anderen staan voor het eerst voor zoveel camera’s. Wat ze delen zijn ontwijkende teksten als het gaat over het onderwerp dat de eindfase van de formatie domineert: de omstreden, soms racistische teksten die sommige kandidaat-bewindspersonen van de PVV in het verleden bezigden.
Daarover klinkt steeds weer: ,,We hebben duidelijke afspraken gemaakt.” „Ik heb er het volste vertrouwen in dat die worden nageleefd.” „Het is niet aan mij om hier op in te gaan.”
Het maakt ook de eindfase van deze ongewone formatie ongewoon: normaal staan de kandidaat-bewindspersonen te glimmen van trots als ze hun gesprek met de formateur achter de rug hebben. En ja, die trots is nu ook zichtbaar. Maar het ongemak misschien wel nog iets meer. Fleur Agema, kandidaat-vicepremier voor de PVV, probeert tijdens haar korte toelichting tegen de pers een vrolijke lach op haar gezicht te toveren, maar oogt en klinkt nerveus. „Ik heb het volste vertrouwen in mijn collega”, en beent na anderhalve minuut weg.
‘Niet onomstreden’
Controverse rond de bezetting van het aanstaande kabinet-Schoof is er genoeg. Sinds vorige week de portefeuilleverdeling en de personele bezetting bekend werd ontstond de nodige ophef over met name enkele PVV-kandidaten. Na het afvallen van beoogd vicepremier Gidi Markuszower, onder meer vanwege racistische en dehumaniserende bijdragen in de Tweede Kamer over asielzoekers, schoof partijleider Geert Wilders Tweede Kamerlid Marjolein Faber naar voren als minister van Asiel en Migratie. „Niet onomstreden”, was de eerste reactie van VVD-leider Dilan Yesilgöz vrijdagochtend. Faber noemde in haar tijd als senator de islam onder andere een „verwerpelijke ideologie” en verbond in de Eerste Kamer migratie aan ‘omvolking’ – een historisch beladen begrip dat vorige eeuw door de nazi’s werd gebruikt. Een spoedoverleg op vrijdagmiddag bij de formateur, tussen PVV, VVD, NSC en BBB, had als uitkomst dat Faber mocht blijven.
De gesprekken met de 28 kandidaat-bewindspersonen met Van Zwol en Schoof zijn formeel bedoeld voor een laatste geschiktheid- en integriteitstoets. „Zijn er nog dingen die ik van je moet weten?”, zal Schoof hen vragen. Hebben de nieuwe ministers en staatssecretarissen kwesties te vermelden die hen later in verlegenheid kunnen brengen? Een verleden met justitie, die bij de AIVD-screening van vorige week niet aan de oppervlakte is gekomen? Issues met de Belastingdienst? Zijn ze bereid hun zakelijke belangen op afstand te zetten en nevenfuncties op te geven? Zijn er gezondheidsproblemen die ze vooraf willen melden?
Lees ook
Van diplomaat tot Boer zoekt Vrouw-kandidaat: dit zijn de beoogde ministers van het kabinet-Schoof
De formele kennismaking met Schoof is voor de meeste kandidaten ook een eerste test in publieke communicatie. Als ze de beveiligde schuifdeur van het formatiegebied uitkomen, treffen ze de vaste haag van camera’s en microfoons van de parlementaire pers. De eerste vuurdoop met lastige vragen.
Dat de kandidaat-bewindspersonen zelf vooraf al nadenken over wat die vragen zouden kunnen zijn en daar van tevoren gevolgen aan verbinden, bleek dinsdagochtend. Dirk Beljaarts, beoogde minister van Economische Zaken en Klimaat, zei dat hij vrijdag zijn Hongaarse nationaliteit „had afgestaan”. Daarmee bedoelde hij, zei Beljaarts desgevraagd, dat hij vrijdag „het proces in werking had gesteld” om afstand te doen van zijn Hongaarse nationaliteit. De reden: „omdat het goed is de focus te houden op het werk dat aanstaande is”. En nee, zei de minister in spé, het was geen voorwaarde van Geert Wilders geweest. De PVV wilde tot voor kort het kiesrecht ontnemen van Nederlandse burgers met een dubbele nationaliteit. Bovendien zouden zij volgens de partij moeten worden uitgesloten van publieke functies, waaronder het ministerschap. In januari, in de beginfase van de formatie, trok Wilders een initiatiefwetsvoorstel dat tot zo’n verbod moest leiden in – dat had hij in 2019 samen met inmiddels Kamervoorzitter Martin Bosma ingediend.
Beljaarts, die als honorair consul werkte voor de Hongaarse ambassade, begon daar niet over. Hij zei dat hij „de conclusie zelf had getrokken”, dat leek hem wel „zo transparant en fair”.
Gesprekken en praktische zaken
De intakegesprekken met Van Zwol en Schoof duren voor iedere kandidaat een uur. Maar het duurt daarna nog ruim een uur, voor sommigen zelfs ruim twee, voor ze weer naar buiten lopen. Het tweede deel van de bijeenkomst is ingeruimd voor de zogenoemde ‘wasstraat’, een proces waarbij allerlei praktische zaken aan de orde komen.
Allereerst een fotoshoot voor een officieel portret dat straks op de site van het departement verschijnt. Een gesprek met de beveiliging van de Tweede Kamer, die tot de beëdiging voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Tekst en uitleg over de parlementaire hoorzittingen die vanaf donderdag gepland zijn. Een gesprek met een ambtenaar van de Rijksvoorlichtingsdienst over wat hen de komende weken nog te wachten staat. Zoals: hoe het constituerend beraad werkt, volgende week vrijdag op het ministerie van Algemene Zaken. Dat is de formele oprichtingsvergadering van de nieuwe regering waarin finale afspraken worden gemaakt over portefeuilleverdeling en eenheid van kabinetsbeleid – „De regering spreekt met één mond.” En instructies voor de beëdiging door de koning op paleis Huis ten Bosch en de daarop volgende bordesfoto – voor de mannen: „Huur een jacquet, als je dat niet hebt.” Die dag, horen de nieuwe bewindslieden, wordt afgesloten met een kennismakingsborrel met de parlementaire pers.
En voor die tijd, houden ze zich liever op de vlakte. „Tot 2 juli”, zei Femke Wiersma, de nieuwe BBB-minister van Landbouw, die dinsdagmiddag na haar gesprek met Van Zwol en Schoof niet veel zin had om nu al veel vragen te beantwoorden.