Extreme randfiguren en fanatici verstevigen greep op de politiek

Politiek In toonaangevende democratieën zoals de VS heeft een handvol extremisten en randfiguren het voor het zeggen, ziet Ian Buruma. Dat komt door een combinatie van te weinig en te veel ideologie.

Protest tegen de Israëlische premier Netanyahu in Tel Aviv.
Protest tegen de Israëlische premier Netanyahu in Tel Aviv.

Foto Reuters

In principe betekent democratie dat de meerderheid regeert. Als het goed is worden in een liberale democratie de rechten van minderheden daarentegen wel beschermd. Maar tegenwoordig bestaat er in enkele toonaangevende democratieën een nieuw probleem, namelijk de tirannie van minderheden.

In de Verenigde Staten, bijvoorbeeld, werd niet alleen een incapabele demagoog tot president gekozen, maar hij heeft een aantal extreme randfiguren opgehitst om de Republikeinse partij naar zijn hand te zetten. Die partij heeft nu een hele kleine meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. Om als voorzitter van het Huis te worden gekozen, heeft Kevin McCarthy zich onderworpen aan de eisen van de meest extreme afgevaardigden, die tot voor kort zouden zijn weggezet als gevaarlijke gekken.


Lees ook: In ruil voor steun aan Kevin McCarthy kregen conservatieve parlementsleden voorrechten.

In het Verenigd Koninkrijk werd de Conservatieve Partij steeds meer naar rechts gedreven door een groep fanatici die ‘Europa’ zien als een soort vijandelijke macht. En de nieuwe regering in Israël, onder leiding van Benjamin Netanyahu, kan niet functioneren zonder de steun van een aantal kleine extreme partijen van godsdienstfanaten en racisten.

Deze minderheden kijken anders tegen de wereld aan dan de meeste kiezers die meer neigen naar het midden. Niettemin wordt de politiek in deze landen nu voor een belangrijk deel door hen bepaald.

Achterhaalde kiessystemen hebben hieraan bijgedragen. Partijleiders en kandidaten in de VS en het VK worden gekozen door een klein aantal mensen die meer lawaai maken en vaak extremer zijn dan de meerderheid. Door het verouderde Electoral College in de VS hebben dun bevolkte rurale staten zo veel invloed dat een president kan worden gekozen zonder de meerderheid van de stemmen.

De grote partijen in landen zoals de VS en het VK functioneerden voorheen als een soort sponzen die extremisten konden absorberen en daarmee relatief onschadelijk maken. Dat is niet meer zo. De invloed van gematigde elites binnen de partijen is sterk afgenomen, net als de invloed van de serieuze media.

Israël heeft, net als Nederland, een ingewikkeld kiessysteem waardoor alleen coalities kunnen regeren. De noodzaak voor Netanyahu om zich te verbinden met extreme partijen is daar weer een gevolg van.

Leiders die nergens in geloven

Maar het probleem zit dieper dan electorale systemen. Het hangt samen met een paradoxale combinatie van te weinig en te veel ideologie. Radicale ideologen in de VS, Israël, en het VK zijn aan de macht gekomen door deals te sluiten met leiders die nergens echt in geloven. Neem Donald Trump zelf: een schadelijke narcist, dat zeker, die bovendien nooit een coherent idee heeft gehad, behalve dat hij president wilde worden.

Boris Johnson werd de Britse premier door Brexit-fanaten aan zich te binden, terwijl zijn eigen ideeën over de EU tot het laatste moment troebel bleven. Wat Kevin McCarthy werkelijk denkt is onduidelijk, maar hij wilde per se voorzitter van het Huis van Afgevaardigden worden en geen compromis om dat doel te bereiken ging hem te ver. En het premierschap was voor Netanyahu zo belangrijk dat hij bereid was om extremisten te benoemen op sleutelposten in zijn kabinet.

Ooit stonden politieke partijen voor duidelijke economische en politieke belangen. De zogenaamde progressieve partijen, vaak geleid door mensen uit de vakbonden, vertegenwoordigden de belangen van de arbeidersklasse. En de belangen van het zakenleven en de gevestigde middenklasse werden behartigd door liberale, behoudende partijen. De ene kant wilde meer inmenging van de staat, en de andere minder. Religie speelde met name in Nederland nog wel een rol, maar culturele vraagstukken over seksualiteit of ras waren ondergeschikt aan economische belangen.

Hier kwam na het einde van de Koude Oorlog verandering in. Er ontstond een soort consensus onder progressieve en liberale politici over de zegeningen van globalisering en de internationale vrije markt. Ideologische conflicten over economische belangen verdwenen in een paarse mist, en het ideologische vacuüm werd gevuld door de Kulturkampf over raciale, nationale en seksuele identiteit.

Politiek begon steeds vaker te appelleren aan emoties, met name over collectieve eigenheid: Brits (of Engels), Joods, joods-christelijk, Amerikaans, Nederlands, homo, trans, zwart, wit, etcetera. Wanneer die gevoelens zich toespitsen op existentiële angsten over het verlies van status aan immigranten, of etnische of religieuze minderheden, dan krijgen extremistische ideeën een breder draagvlak.

Daarom vond David Cameron, een premier zonder duidelijke ideeën, het nodig om toe te geven aan fanatieke eurosceptici die een referendum eisten. Daarom heeft Israël nu een minister van Binnenlandse Veiligheid die ooit is veroordeeld voor het verspreiden van rassenhaat, en daarom is de Republikeinse partij in de VS in de ban geraakt van een leider wiens volgelingen geloven in een internationale samenzwering van linkse pedofielen die de witte bevolking van Amerika willen vervangen door criminele immigranten.

Obsessie met identiteit

Hoe deze golf van extremisme kan worden getemperd is moeilijk te zeggen. De wijze waarop partijleiders en kandidaten in de verschillende landen worden gekozen is hard aan vernieuwing toe, maar dat zal voorlopig wel niet gebeuren. Meer concentratie in de politiek op economische belangen en minder Kulturkampf zou ook zeker helpen.

Helaas hebben de Republikeinen in de VS wat dit betreft weinig te bieden. Hun belangrijkste cultuurstrijd is tegen het ‘wokisme’, des te meer reden voor Democraten om hun eigen obsessies met culturele, seksuele en etnische identiteiten een beetje te laten varen. Het VK moet nog een paar jaar wachten op een mogelijke winst van de Labour-partij om de extremistische angel van de Tories te verwijderen. De existentiële razernij is in Israël nog lang niet uitgewoed, vandaar dat de gekken en dwazen daar nu de bovenhand hebben gekregen. Kortom, een oplossing is ver te zoeken.