N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Dirigent De Israëlische dirigent Lahav Shani (34), sinds 2018 chef van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, wordt chef-dirigent van de Münchner Philharmoniker.
De Israëlische dirigent Lahav Shani (34), sinds 2018 chef van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, wordt in september 2026 chef-dirigent van de Münchner Philharmoniker. Hij treedt daarmee in de voetsporen van dirigent Valery Gergiev, aan wiens internationale carrière sinds de inval in Oekraïne een einde kwam vanwege zijn nauwe banden met Vladimir Poetin. Ook in Rotterdam was Gergiev lange tijd chef-dirigent (1995-2008). Het Rotterdamse Gergiev Festival beleefde de laatste editie in 2021.
De benoeming van Lahav Shani bij de Münchner Philharmoniker wordt aanstaande woensdag door de gemeenteraad van München bekrachtigd en sluit dan naadloos aan op Shani’s in 2020 verlengde contract als chef in Rotterdam, dat afloopt na het seizoen ‘25/’26. Ook is Shani sinds 2020 chef-dirigent van het Israel Philharmonic Orchestra.
Dat de benoeming in München een einde maakt aan Shani’s Rotterdamse chefschap, wordt bevestigd door George Wiegel, algemeen directeur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Hij heeft Shani zaterdagochtend over zijn besluit gesproken. „Lahav Shani wil geen drie orkesten als chef-dirigent combineren. Hij kiest voor München en Israël. Wij zijn daar teleurgesteld over, maar we zijn ook blij dat onze relatie in goede harmonie verder gaat. Hij heeft toegezegd als gastdirigent terug te zullen komen.”
Het Rotterdams Philharmonisch Orkest gaat de komende maanden „de markt weer op” om zich te oriënteren op een nieuwe chef, aldus Wiegel.
Opnieuw spant ExxonMobil een arbitragezaak aan tegen de Nederlandse staat vanwege onenigheid over het beëindigen van de Groningse gaswinning. Het bedrijf is van oordeel dat de Nederlandse overheid contractuele afspraken over het sluiten van het gasveld niet nakomt en dient daarom een claim in. Pogingen om tot een schikking te komen hebben volgens ExxonMobil tot niks geleid, daarom moet een onafhankelijke partij het geschil beslechten.
De discussie tussen de staat en ExxonMobil draait om in 2018 gesloten afspraken over het Groningergasveld. Toen maakte het kabinet bekend om de gaskraan in 2030 dicht te draaien en sloot het een akkoord met ExxonMobil over de afwikkeling. Veel Groningers gingen echter gebukt onder de aardbevingsschade die de gaswinning veroorzaakte. Onder politieke en maatschappelijke druk haalde het kabinet de einddatum daarom naar voren.
Dat is volgens het Amerikaanse ExxonMobil niet in lijn met de contractuele afspraken die in 2018 werden gesloten. Gesprekken daarover met het vorige kabinet liepen op niets uit. ,,Het is onze mening dat de vorige regering niet de intentie had om tot een minnelijke schikking te komen”, schrijft het bedrijf in een verklaring. ,,Wij vragen de nieuwe regering om wél in dialoog te gaan om tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te komen.”
Lees ook
Arbitragezaak van Shell en Exxon tegen de staat kan miljarden kosten
Eerdere zaken
ExxonMobil heeft het arbitrageverzoek ingediend onder het zogeheten Energie Handvest Verdrag bij het het Internationale centrum voor Beslechting van Investeringsgeschillen (ICBI). Het is niet de eerste arbitragezaak van het bedrijf tegen de Nederlandse staat. In februari werd bekend dat ExxonMobil samen met Shell een soortgelijke zaak tegen de Nederlandse staat aanspande, alleen toen bij het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI).
Wel was de financiële afwikkeling van de sluiting van Groningse velden de aanleiding. ExxonMobil en Shell claimden dat zij miljarden zagen verdampen omdat het kabinet besloot de gaskraan eerder dan afgesproken dicht te draaien, volgens de bedrijven zat er nog ruim 450 miljard kuub gas in het Groninger gasveld.
Naast een financiële compensatie eisten Shell en ExxonMobil uitsluitsel over de vergoeding van de kosten die zij maakten voor de gasopslag in Norg. Ook de kosten die de NAM (eigendom van de staat, Shell en ExxonMobil) heeft gemaakt voor de schadeafhandeling en versteviging van de Groningse huizen, waren onderdeel van de arbitragezaak. Al die afspraken komen uit het akkoord dat in 2018 werd gesloten.
Sinds januari 2022 lopen er nog twee arbitragezaken over de (schade)afwikkeling van de Groningse gasafbouw. Hoe de financiële verantwoordelijkheden exact zijn vastgelegd van de partijen is nog steeds onduidelijk, temeer omdat de behandeling van dat soort zaken kan jaren duren en de procedure voornamelijk achter gesloten deuren plaatsvindt. Anders dan bij rechtszaken zijn arbitragezaken over het algemeen niet publiekelijk te volgen.
Het is al vaak gezegd en geschreven: 2024 is het jaar van de waarheid als het gaat om de invloed van kunstmatige intelligentie (AI) op verkiezingen. Meer dan honderd landen stemden of gaan nog stemmen dit jaar, waaronder de Verenigde Staten, India, Zuid-Afrika en Brazilië. Gevreesd werd voor een ‘AI-apocalyps’ waarbij met AI gemaakte of gemanipuleerde informatie de stembusgang kon gaan verstoren. Denk aan deepfakes: filmpjes waarin iemands stem en gezichtsbewegingen nagemaakt zijn. Zodat een politicus die iets zegt wat diegene nooit heeft gezegd – maar hem of haar wel stemmen kan kosten.
De impact van met AI gegenereerde beelden op verkiezingen valt vooralsnog mee, zeggen onderzoekers. Het misinformatie-aanbod is al verzadigd met zogeheten cheapfakes, beeldmateriaal dat met eenvoudige middelen is aangepast of uit de context getrokken. Deepfakes zien zij veel minder. Maar daarbij houden misinformatie-onderzoekers vaak de slag om de arm dat er vooral onderzoek is gedaan naar AI-fakes in westerse landen. „Er is minder data beschikbaar in andere landen, en we kunnen niet uitsluiten dat generatieve AI daar een groter negatief effect heeft”, schreven onderzoekers onlangs in de Harvard Misinformation Review bij hun conclusies dat AI-fakes in het westen nog geen grote invloed hebben.
Lees ook
Waarom de vloedgolf van AI-nepnieuws (vooralsnog) uitblijft: ‘Voor misleiden is AI niet nodig’
Nogal een dode hoek, want meer dan driekwart van de wereldbevolking woont niet in het Westen, maar in het mondiale Zuiden. En hoewel je Ecuador, Zuid-Afrika en Indonesië niet op één hoop kunt gooien, zijn er een paar overkoepelende factoren die onderzoekers doen vrezen voor de schade door AI-fakes in het mondiale Zuiden. Digitale- en mediawijsheid is er ongelijker verdeeld dan in het Westen en er zijn minder onafhankelijke media. Zo beredeneerd zou AI er in potentie sneller grote groepen mensen kunnen misleiden.
Stortvloed
In de aanloop naar de parlementsverkiezingen in India in april, werd dan ook gevreesd voor een stortvloed van AI-fakes. „India staat hoog op de lijstjes van landen die vatbaar zijn voor de negatieve invloed van misinformatie”, zegt de Indiase technologiejournalist Nilesh Christopher. Eerder hielden Facebook en Instagram met AI gemaakte advertenties die aanzetten tot geweld tegen moslims niet tegen. De advertenties waren bij wijze van stresstest ingediend door twee ngo’s. „Veel mensen hadden dus terecht zorgen over deze nieuwe vorm van synthetische inhoud die geïnjecteerd zou worden in het politieke discours.”
Toch stelde Christopher achteraf vast dat aan de meeste misinformatie rond de Indiase verkiezingen geen AI te pas was gekomen. „Het volume was veel kleiner dan dat van traditionele vormen van misinformatie.” Hij baseert zich mede op een rapport van de Indiase factcheckorganisatie Boom, dat voor de verkiezingen 258 factchecks uitvoerde. Daarvan ging het in minder dan 5 procent van de gevallen om deepfakes en andere AI-beelden, zoals een filmpje waarin de populaire acteur Aamir Khan premier Modi leek te bekritiseren. Veel vaker ging het niet om deepfakes, maar om oude beelden die in een misleidende context waren geplaatst. Zoals een foto waarop een Indiase politicus vlees zou eten op een feestdag waarop dat niet de bedoeling is. De foto was echt, maar het bijschrift verzonnen: het maal bestond uit onder andere geroosterde aubergine.
Ook toen Zuid-Afrika eind mei naar de stembus toog, gingen er deepfakes rond. Zoals een fragment waarin de beroemde Amerikaanse rapper Eminem Zuid-Afrikanen in een talkshow lijkt op te roepen om niet op regeringspartij ANC te stemmen, want „ANC fucked up”. Maar ook in Zuid-Afrika was de rol van AI in de misinformatiestroom beperkt. „Gezien alle media-aandacht en hype rond hyperrealistische AI, hadden we verwacht dat we een enorme toename zouden zien in misleidende AI-content. Dat is in grote lijnen niet uitgekomen”, vertelt Kirsten Cosser, factchecker in Johannesburg voor de ngo AfricaCheck. Ook niet in de landen waar AfricaCheck ook kantoren heeft: Senegal, Nigeria en Kenia.
„AI-gebruik is nog altijd erg beperkt vergeleken met traditionele misinformatie waarbij dingen uit de context worden getrokken. Waarom een deepfake maken wanneer je ook een bijschrift kunt veranderen?” De deepfakes die wel rondgingen, waren niet erg realistisch. Zo sprak de nep-Eminem robotachtig. Bij andere filmpjes stond het logo van de AI-software nog in beeld.
Positieve effecten
De grote aandacht in media en politiek voor deepfakes verraadt een denkfout, zegt Payal Arora, die zich als hoogleraar aan de Universiteit Utrecht verdiept in de invloed van AI in het mondiale Zuiden. „De veronderstelling is dat we voordat er AI was, konden geloven wat we zagen, omdat het authentiek was.” Maar zeker in landen waar (staats)propaganda en onbetrouwbare informatie meer de norm is dan onafhankelijke journalistiek, heeft die situatie nooit bestaan, zegt Arora. Wat dat betreft is AI niet zoveel nieuws onder de zon. „Ook met cheapfakes kun je een werkelijkheid creëren die niet echt is. Het is niet zo dat hoe geavanceerder technologie is, hoe ernstiger het probleem is.”
Sterker nog: generatieve AI heeft ook geeft burgers ook een bevrijdend wapen in handen. Zo verspreidden Iraanse activisten deepfakes van vrouwen zonder hijab, wat in het land verboden is. Dat is geen ‘nepnieuws’, maar appelleert volgens Arora juist „aan een diepere waarheid”. „Denk ook aan homoseksualiteit, wat in het grootste deel van de wereld verboden is. Als je dat audiovisueel wil normaliseren, kan synthetische inhoud daarbij helpen.”
AI leent zich ook voor politieke satire. Laat een autocraat in een deepfake een mal liedje zingen en opeens boezemt hij een stuk minder angst in. „In veel landen die we tot het mondiale Zuiden rekenen, zeker in onvrije regimes, is de populairste manier van je mening uiten om het expres vaag te houden, zodat het potentieel satire kan zijn. In het Westen zeggen mensen tijdens protesten op straat precies wat hun mening is. Elders kun je daarvoor in de gevangenis belanden.”
Satire is inderdaad „het gereedschap van de zwakkeren”, zegt Nilesh Christopher, de Indiase journalist, die ook stelt dat AI de politiek dichter bij burgers brengt. Zo kunnen Indiase politici met AI-stemklonen opeens lokale dialecten ‘spreken’ en zo meer kiezers bereiken. „Een ander verrassend geval uit Pakistan was dat van de gevangen gezette oppositieleider Imran Khan, die niet aan de verkiezingen mocht meedoen. Hij gaf handgeschreven briefjes aan zijn advocaten, waarna de tekst werd omgezet in AI-toespraken.”
Verbieden
Ondertussen proberen verschillende landen AI-nepbeelden in te dammen. Zuid-Korea verbood politieke deepfakes tijdelijk in aanloop naar de verkiezingen van april. Singapore overweegt hetzelfde te doen wanneer het volgend jaar een nieuw parlement kiest. De vraag is wat het motief is. Singapore voerde in 2019 al een wet in die ‘online valsheden’ verbood. Kabinetsleden kunnen sindsdien informatie laten corrigeren of verwijderen en hebben het daarbij vaak gemunt op boodschappen van oppositiepolitici. Ook in Nederland klinkt regelmatig de roep om een verbod op ‘nepnieuws’ en dan vooral deepfakes.
Zelfs als de intenties zuiver zijn, zijn dit soort verboden glad ijs, zegt Arora. „Menselijke communicatie is complex en je kunt maar tot op zekere hoogte zeggen of iets nep of echt is. Iets kan nep zijn, maar bewust, omdat het een grap is. Zinniger is inzicht geven: wie is de bron, wat is de context?”
Socialemediaplatforms als Facebook en TikTok proberen het te vermelden als iets AI is. Dat lukt lang niet altijd, wat mede samenhangt met culturele nuances. AI-detectiesoftware is vaak getraind met westerse inhoud, waardoor bijvoorbeeld met een accent gesproken Engels ten onrechte als AI kan worden aangemerkt. Zeker in India, met zijn honderden verschillende taten, een uitdaging, zegt Christopher. „Maar: in het afgelopen jaar zijn er enorme stappen gemaakt in het maken van detectiesoftware in lokale talen wereldwijd.”
Narratieven
Volgens Arora is het correct labelen van AI-inhoud niet zaligmakend. „Het is niet zo dat als mensen maar weten of iets echt is of niet, ze hun politieke voorkeuren gaan veranderen.” De mate waarin informatie overtuigt hangt sterk af van het vertrouwen in de afzender en diens intenties.
Dat fenomeen is universeel volgens Arora, en ze verwijst naar hoe de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump onlangs op televisie zei dat migranten honden en katten uit de tuinen van hun buren plukken en verorberen. Natuurlijk een onzinverhaal en binnen enkele uren waren de factchecks bij Amerikaanse media niet te tellen. „Maar Trump-aanhangers hadden zoiets van: ‘Daar heb je ze weer, ze nemen Trump letterlijk, terwijl het hem natuurlijk gaat om de bredere context van immigranten die een vreemde cultuur met zich meebrengen’. Dát is voor hen het punt. Of het verhaal over die honden en katten klopt of niet, is ze om het even.”
Nilesh Christopher doet na zijn onderzoek in India nu aan Harvard onderzoek naar politieke deepfakes in de VS. „De les die India de VS leert is dat de vorm die we dachten dat AI-misinformatie zou aannemen, namelijk die van een realistische deepfake van een politicus, niet het primaire format is.” Meer dan overtuigen, is het overbrengen van een gevoel of een associatie het doel, stelt hij. Hij noemt het plaatje van Kamala Harris als communist dat onlangs werd verspreid door de radicaalrechtse techmiljardair Elon Musk. Duidelijk nep. Maar dat beeld van Harris met rode baret getooid met hamer en sikkel beklijft wel, en is een trigger voor latino’s die voor het communisme zijn gevlucht.
Of neem Geert Wilders, die met AI zijn gedroomde Nederland tot leven wekt middels idyllische dorpsgezichten vol tulpen en blonde mensen. Christopher omschrijft het als de metaforische kracht van AI. „In het mondiale Zuiden hebben we gezien dat dat de kant is die AI-beïnvloeding opgaat.”
Waar ze in veel Europese landen werken aan een strenger migratiebeleid, komt Spanje met een uitzonderlijk plan: premier Pedro Sánchez wil het voor migranten makkelijker maken om naar Spanje te komen. Niet alleen omdat dat volgens hem humanitair is, maar vooral om economische en demografische redenen. „Spanje heeft immigranten nodig, anders stort over een aantal jaar de economie in”, zei hij woensdag in het parlement.
Sánchez presenteerde deze week een reeks aan hervormingen van het migratiebeleid, die hij in november wil doorvoeren. Het plan bestaat uit vijf actiepunten. Allereerst wil hij 35 miljoen euro extra investeren in autonome regio’s die migranten moeten opvangen om de druk op de Canarische eilanden te verlichten. Verder moet de procedure voor een legale verblijfsstatus worden versneld, moeten onnodige bureaucratische procedures verdwijnen en moet er een structurele organisatie worden gecreëerd rondom educatie en werkgelegenheid, zodat migranten direct aan de slag kunnen.
Daarnaast wil de socialistische premier een integratieplan opzetten om integratieproblemen, zoals die in andere landen spelen, te voorkomen. „Want migranten hebben niet alleen rechten, maar ook plichten zoals elke andere staatsburger. En dat houdt in dat ze onze wetten, normen en waarden dienen te respecteren”, aldus Sánchez.
Economische noodzaak
De premier begon zijn betoog met een verwijzing naar de bewoners van de Canarische eilanden, die tijdens het regime van dictator Francisco Franco in 1949 waren gevlucht naar Venezuela. Hij pakte er een Venezolaanse krant uit dat jaar bij waarin de migratiestroom uit Spanje werd beschreven. „Wij Spanjaarden zijn kinderen van immigranten en we zullen niet de generatie van vreemdelingenhaat worden. Laten we een immigratiebeleid creëren dat de toekomst van uw kleinkinderen garandeert”, riep hij op. Sánchez suggereerde dat Spanje en heel Europa, zouden bijdragen aan het ‘falen’ van de Europese samenleving door de grenzen te sluiten.
Volgens het ministerie van Economie heeft meer dan de helft van de Spaanse bedrijven problemen met het aantrekken van personeel. De vergrijzing maakt het alleen maar lastiger. De komende 25 jaar zullen er vier miljoen minder mensen werken en dat heeft gevolgen voor de pensioenen en de economische groei.
Om deze uitdaging het hoofd te bieden, nam de Spaanse overheid een aantal maatregelen die moesten helpen het geboortecijfer te verbeteren: verhoging van het minimumloon, uitgebreid vaderschapsverlof en investeringen in huisvesting. Toch zal dat niet genoeg zijn om de demografie een boost te geven. Daarom ziet de Spaanse regering in migratie een oplossing.
In augustus bezocht Sánchez Senegal, Gambia en Mauritanië om afspraken te maken over de economie en migratie. De landen gaan nauwer samenwerken om de illegale migratiestroom in te dammen. Eén van de overeenkomsten is dat Spanje deze Afrikaanse landen gaat helpen met het bouwen van de eigen economie, zodat er in eigen land banen worden gecreëerd waardoor jongeren niet gedwongen worden om de oversteek te maken. Daarnaast wil Spanje legale migratie bevorderen door met seizoenscontracten te werken.
Kritiek
Migratie is dit jaar een belangrijk thema geworden in Spanje door de verdubbeling van het aantal migranten dat naar de Canarische Eilanden reist. Dit jaar zijn er al ruim dertigduizend migranten die via de Atlantische Oceaan Spanje hebben bereikt. De opvangcentra op de eilanden zitten overvol. Daarom wil de landelijke regering een spreidingswet, zodat regionale overheden de druk kunnen helpen verlichten. Maar regio’s in handen van de rechtse Partido Popular liggen dwars. Deze partij wil juist strengere grensbewaking en hulp van de EU met de opvang van migranten.
De rechtse partijen Partido Popular en Vox worden steeds feller in het migratiedebat. PP-leider Alberto Núñez Feijóo noemt de plannen van de regering „een ramp”, hij vindt ze het tegenovergestelde van wat het land nodig heeft. „Dit migratiebeleid betekent meer gebrek aan bescherming van onze grenzen.”
De leider van Vox, Santiago Abascal, linkt migratie aan criminaliteit. Deze retoriek lijkt onder kiezers te werken. Volgens een recent onderzoek zei één derde van Spanjaarden dat migratie een probleem vormt voor de Spaanse samenleving. Hiermee is het thema migratie op de lijst van kiezerszorgen gestegen van de negende plaats naar de eerste plaats.
Ondanks de groeiende zorgen in Spanje steunt een meerderheid van het parlement de plannen van Sánchez. Daarmee bevindt Spanje zich op een unieke positie binnen Europa, waar veelal een ander politiek discours over migratie klinkt. Volgende maand moeten de plannen goedgekeurd worden door de ministerraad. Als onderdeel daarvan hoopt de regering-Sánchez op korte termijn de status van 500.000 ongedocumenteerde migranten, voornamelijk uit Latijns-Amerika, te legaliseren.