Journalist Jeroen van Bergeijk wint Brusseprijs met ‘doeltreffende’ undercoververhalen

Journalist Jeroen van Bergeijk heeft zaterdag de Brusseprijs gewonnen, de prijs voor het beste Nederlandstalige journalistieke boek, met Undercover aan het werk (2023). Van Bergeijk ging jarenlang undercover bij werkgevers om de lezer een inkijkje te geven in banen aan de onzichtbare kant van de economie. Zo ging hij aan de slag in een callcenter van Wehkamp, als koffersjouwer op Schiphol, bij Bol.com, Uber en aanmeldcentrum voor asielzoekers Ter Apel.

De jury prijst Van Bergeijk om zijn journalistieke „handen- en voetenwerk”. „Niemand ontkomt aan secundaire bronnen, maar journalistiek is ook: zelf naar de bron gaan en goed kijken en luisteren. Ook als dat moeilijk is”, aldus het juryrapport. De journalistieke methode van undercover gaan is niet onomstreden. Bij veel media, waaronder NRC, is deze methode in principe niet toegestaan, omdat journalisten hun bronnen met een open vizier tegemoet zouden moeten treden.

„Undercover gaan is een van de zwaarste wapens die een journalist in kan zetten. Van Bergeijk worstelt met de vraag of het voor zijn verhalen legitiem is. Wij vinden dat hij overtuigend heeft laten zien dat het moest”, aldus het juryrapport. Volgens de jury is Van Bergeijk er, door deze methode in te zetten, in geslaagd een economische en politieke macht bloot te leggen „die zich anders niet doeltreffend laten controleren.”

De Brusseprijs wordt jaarlijks uitgereikt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en is vernoemd naar journalist M.J. (Rie) Brusse (1873-1941). Brusse was een van de grondleggers van de undercoverjournalistiek in Nederland. Vorig jaar won Maurice Swirc de prijs met zijn boek De Indische Doofpot; waarom Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië nooit zijn vervolgd. Aan de prijs is een geldbedrag van 10.000 euro verbonden.