Pompen, slepen, kopen: water is voor de armsten in New Delhi een dagelijkse zorg

Zes uur ’s avonds: het felle licht wordt een tandje zachter, de scherpe schaduwen langer, de zon zakt weg. Bij het vallen van de avond is het alsof de Indiase hoofdstad New Delhi de hitte van de dag, opgeslagen in betonnen gebouwen, zelf uitademt. Dan klinkt tussen de ‘informele’ sloppen van Vivekanand Camp een sputterend geluid, gevolgd door een collectieve zucht van verlichting: de gezamenlijke waterpomp gaat aan.

Via leidingen die een paar jaar geleden onder de krotten in de centraal gelegen wijk Chanakyapuri werden gelegd, wordt water naar drie centrale punten gepompt. Vrouwen in lange, luchtige sari’s en mannen op slippers spoeden zich naar de kraan. Kinderen slepen emmers mee. Met het water dat hier uit de kraan komt, kunnen de bewoners zich wassen, de afwas doen, elkaar nat sproeien. Ze kunnen het water niet drinken. Daarvoor komt, als het goed is elke ochtend, een tankwagen naar de sloppenwijk gereden.

Foto Saumya Khandelwal

In New Delhi houdt al bijna een maand extreme hitte aan: temperaturen liggen elke dag rond 45 graden Celsius, met uitschieters naar boven. Meer dan twintig overheidsziekenhuizen zetten extra bedden in voor mensen met hittestress. De rivier de Yamuna, die de hoofdstad van zo’n 70 procent van het benodigde water voorziet, staat laag. De waterzuiveringsinstallaties leveren miljoenen liters water minder per dag, de lokale overheid waarschuwt tegen verspilling.

Door het tekort rijden de tankwagens tegenwoordig naar veel meer delen van de stad, niet alleen de krotten die niet als officiële wijken staan aangemerkt en waar toch al minder faciliteiten zijn.

In Vivekanand Camp kunnen de inwoners sowieso niet zomaar de kraan opendoen. ‘Water’ is een dagelijkse zorg. „Wie je ook bent, water is voor iedereen een prioriteit. Tekort of niet, je moet zorgen dat je het hebt”, zegt de 41-jarige loodgieter Shambhu.

Water met citroen

Toen op school het speelkwartier werd geschrapt om leerlingen binnen te houden, wist de 12-jarige Ashik Razar: het wordt vast weer heet. Dat was begin mei. Nu kan hij eigenlijk alleen ’s avonds buiten spelen. „Mijn vrienden en ik proberen de hele tijd in de schaduw te blijven, maar stilzitten is saai. Water met citroen drinken, dat helpt! Je moet wel echt opletten; één keer, toen ik jonger was en dat niet wist, moest ik overgeven vanwege de hitte.”

„Ik heb het gevoel dat wij worden overgeslagen”

De tankauto die drinkwater rondbrengt, heeft nu al een week hun huis niet bereikt. „Dat gebeurt wel vaker, eigenlijk elk jaar in een hittegolf.”

Als het te gortig wordt, neemt zijn vader de grootste flessen die ze in huis hebben met de scooter mee naar zijn werk. Daar mag hij ze vullen met drinkwater. Het is Razars taak om in de avond emmers en jerrycans naar de gemeenschappelijke kraan te brengen, om water voor ander verbruik te pompen. „Soms maken mensen ruzie bij de vrachtwagen, of bij de pomp. Dan zijn ze het niet eens over wie er eerst mag of hoeveel ze mogen meenemen.”


Ashik Razar kan door de hitte alleen ’s avonds buiten spelen.
Foto’s Saumya Khandelwal

Tuinman

„Geen probleem om de planten te sproeien. Maar mensen kunnen het water dat we daarvoor gebruiken niet zomaar drinken”, vertelt Dalip Kumar (34) over zijn werk als tuinman op oproepbasis bij rijke klanten en luxueuze wooncomplexen in de buurt. Hij draagt een kraakwit overhemd met korte mouwen, op het borstvakje is met blauwe letters ‘Kingdom of the Netherlands’ gestikt. Soms verzorgt hij de perkjes van de Nederlandse ambassade en de residentie van de ambassadeur.

„Voor mijn gezin houd ik onze voorraad in de gaten.” Zijn tweelingdochters van drie hebben kleine staartjes boven op hun hoofd, om zoveel mogelijk warm haar uit hun nek te houden. Kumar heeft nog een zesjarig zoontje. Hij wijst op de buitenmuren van de krotten, waar opgerolde tuinslangen hangen. „Als de tankwagen komt terwijl ik aan het werk ben, rolt mijn vader die van mij ook uit. Hij woont naast ons; zo komt mijn gezin dan toch ook aan drinkwater.”

Hergebruik

Sunil Kumaria (41) woont niet in de krottenwijk, maar huurt hier goedkoop een benauwde opslagruimte, als winkeltje. Vanuit Vivekanand Camp verhandelt hij tonnen en grote waterflessen voor de waterautomaten die zijn geïnstalleerd in de imposante ambassades en kantoren die verderop in het chique Chanakyapuri staan. Dat zijn Kumaria’s vaste klanten: „Italië, België, de kantoren die hier omheen liggen. Daar gaan mijn flessen naartoe.” De grote flessen worden één of twee keer per dag geleverd, vanuit fabrieken in de Indiase hoofdstad. Tijdens een hittegolf kun je niet vertrouwen op die regelmaat.

Sunil Kumaria verhandelt tonnen en grote waterflessen voor waterautomaten.
Foto Saumya Khandelwal

Lege tonnen die terugkomen, bewaart Kumaria voor hergebruik. Hij vult ze weer bij de centrale pomp in de wijk. Bewoners die op het moment dat de kraan opengaat niet in de gelegenheid zijn om zelf water te halen, kunnen dat dan nog bij hem inkopen. „Sommigen hier hebben een koelkast; die willen ook weleens iets anders dan alleen water. Ik verkoop ook frisdrank – dankzij de suikers blijf je ook op de been.”

Pijpleidingen

De 35-jarige Kastura (gebruikt geen familienaam) woont in een van de de slechtste krotten. Ze werkt als afvalverzamelaar en is de hele dag van huis, of zit buiten hopen afval te sorteren. Deze sloppen werden overgeslagen toen de pijpleidingen voor water werden aangelegd, vertelt ze. „Als de waterkraan opengaat, moet ik de hele wijk door om er te komen. Ik heb het gevoel dat wij worden overgeslagen; zelfs de watervrachtwagen komt hier niet voorgereden.”

Soms drinkt ze thuis daarom maar „zout” water, als ze een dag lang geen drinkwater kan vinden. Buiten de wijk, „in de mooiere delen van de stad”, staan distributiepunten waar voorbijgangers water kunnen drinken of hun fles vullen. Kastura komt daar langs, als ze de straten veegt en afval ophaalt. „Ik weet precies welke er op mijn route zijn – daar houd ik dan pauze. Ik hoop dat we van zulke publieke voorzieningen gebruik kunnen blijven maken, ook als de hitte aanhoudt.”

Foto Saumya Khandelwal