Opinie | Militair zonder mening bestaat niet

‘Een onbegrijpelijke, ongepaste foute opmerking”, haalde Geert Wilders onlangs uit naar de Commandant der Strijdkrachten. Als hij minister van Defensie was, had hij Onno Eichelsheim voor zijn uitspraken in Buitenhof tot de orde geroepen, stelde de PVV-voorman op X. Eichelsheim stelde in het tv-programma het geweld dat Israël recent gebruikte om vier gijzelaars vrij te krijgen „heel ingewikkeld” te vinden.

Hoeveel ongepaste, onbegrijpelijke en foute opmerkingen Wilders inmiddels op zijn conto heeft staan weet ik niet, maar duidelijk is dat hij niet op de mening van de Commandant der Strijdkrachten (CDS) zit te wachten. Er is nu eenmaal een onderscheid tussen politici die alle ruimte moeten hebben om alles te kunnen zeggen en militairen die geacht worden om het land te dienen.

Om te voorkomen dat hoge militairen de politiek niet durven te zeggen wat er aan de hand is, kent het militaire recht een artikel dat stelt dat officieren vanaf de rang van generaal weliswaar voor hun mening ontslagen kunnen worden, maar wel met volledig behoud van salaris. Dat artikel pleit de CDS niet vrij. Het creëert zelfs de mogelijkheid om, zoals Wilders graag ziet, hem op het matje te roepen.

De vraag is echter of de CDS met zijn „heel ingewikkeld”- antwoord buiten zijn boekje treedt. Is het inderdaad niet zijn positie om zich, zoals VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans stelt, uit te laten over de juridische term disproportioneel geweld?

Het korte antwoord is nee. Het geweldsmonopolie van onze staat is immers belegd bij defensie. Militairen worden gedurende hun hele carrière opgeleid in, en geconfronteerd met, het gebruik van geweld. Het gebruik daarvan is aan strikte voorwaarden gesteld. Elke keer dat zij geweld mogen of moeten gebruiken, leren ze om nog steeds zelf, dat is na Neurenberg ook zo besloten, een afweging te maken over de legitimiteit en proportionaliteit van dat geweld. Elke militair heeft een persoonlijke verantwoordelijkheid. Om het juiste te doen, worden ze getraind in ethische dilemma’s en bij inzet van het leger ook getoetst door een juridisch adviseur.

Daarnaast geldt dat het de taak is van officieren gevraagd en ongevraagd advies te geven over het gebruik van militaire middelen en de gevolgen daarvan, welke alternatieven er zijn, of het voldoende is om het gewenste effect te bereiken of juist niet.

Afwijkende mening

Op de vraag of het geweld van Israël nog wel te verantwoorden is, zag ik hoe zorgvuldig de CDS zijn woorden koos. „Als de schade daadwerkelijk zo groot is, dan kun je je afvragen of dat in verhouding staat. Ik vind het wel heel ingewikkeld.” „Ik denk”, sloot hij af, „in algemene zin dat Israël op dit moment disproportioneel geweld gebruikt voor het behalen van haar doelstellingen.”

Met de woorden: ‘als dan’, ‘kan’, ‘ik vind’ of ‘denk’, houdt hij duidelijk slagen om de arm. Niet voor hemzelf, gezien zijn functie beschikt hij hoogstwaarschijnlijk over veel meer en betere informatie over het conflict dan wij, maar om ruimte te houden voor de politiek.

Dat Wilders niet op de afwijkende mening van anderen zit te wachten, is geen verrassing. Het leiderschap binnen zijn eigen partij is immers ook zo ingericht dat er van tegenspraak geen sprake kan zijn. De manier waarop hij een gerespecteerd militair als Eichelsheim onderuit probeert te halen en aan de publieke schandpaal nagelt is veelzeggend. Het is, als het aan Wilders ligt, geen probleem dat militairen een mening hebben – zolang die maar de zijne is. Wijk je daarvan af, dan zet hij je zonder een proces weg als staatsgevaarlijk dissident.

Ik denk niet dat Wilders verwacht dat de minister de CDS op het matje roept, maar met zijn post op X is de trend gezet. Zijn doel is het scheppen van een stereotype beeld van de defensieorganisatie. Hij creëert, terwijl het juist defensie is dat de democratie beschermt, de randvoorwaarden voor burgers om deze te controleren en wantrouwen.

De onderliggende boodschap aan defensie als organisatie, is duidelijk. Theirs not to reason why. Theirs but to do and die.

Absolute loyaliteit

De opdracht uit Neurenberg, dat militairen de plicht hebben om na te denken over hun acties, de legitimiteit ervan altijd persoonlijk af te wegen en de verantwoordelijkheid voor het eigen handelen te nemen, wankelt. In plaats daarvan, wordt absolute loyaliteit van ze verwacht, blind uitvoeren wat de politiek je opdraagt.

‘Zo’n vaart zal het met onze democratie niet lopen’, hoor ik regelmatig om me heen. Dan kijk ik naar Italië, zie hoe de democratisch verkozen Meloni zich op vergelijkbare wijze uitlaat over de journalistiek in Italië. Hoe effectief ze het deel van de media dat kritisch is en op basis van feiten en deskundigheid verslag doet de mond snoert door ze openlijk verdacht te maken.

Hier en nu is het begonnen, denk ik. Een simpel berichtje op X, met een ondermijnende boodschap. Een democratie waar bepaalde politici het volk mennen, en andersdenkenden naar de achtergrond moeten verdwijnen uit angst voor de woede van dat volk.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’