Opinie | Het dagelijks leven in het leger is ongelooflijk banaal

Ik ben niet voor de oorlog geboren. Eigenlijk heb ik in deze oorlog nooit iemand ontmoet die er wel voor geboren is. In de compagnie waar ik mijn legerdienst begon zaten een lerares, een IT’er uit Ivano-Frankivsk en een mimespeler uit Kyiv. In het leger kwam ik tractorbestuurders en mensen uit de marketing tegen. Zakenlui en barmannen. Imkers en garagisten.

Misschien ligt het aan het feit dat ik te laat was om zelf het echte beroepsleger mee te maken dat ons voldoende tijd had gewonnen in 2022. Het had de verdediging van het front overeind gehouden terwijl iedereen die in de eerste dagen na de grootschalige invasie in de rekruteringscentra kwam opdagen in allerijl werd opgeleid. Daarna verschoven de verhoudingen tussen gemobiliseerde rekruten en beroepsmilitairen in die mate, dat onze krijgsmacht nu gerust een volksleger genoemd mag worden.

Geen blockbuster

Vijfentwintig maanden geleden was mijn voorstelling van de oorlog volledig op films en videospelletjes gebaseerd. Leer alsjeblief uit mijn fouten – de oorlog lijkt eigenlijk op geen van beide. We zijn niet van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat aan het schieten. We voeren niet de klok rond heldendaden uit. We zien er niet per se episch uit en we lijken al helemaal niet op jullie favoriete actiehelden. Wanneer er ooit een film over deze oorlog gemaakt wordt, zullen we niet eens als figuranten mogen komen opdraven.

En tv kijk ik al helemaal niet. Niet omdat er geen reportages over het leger te zien zijn, maar omdat het leger zelf in die reportages niet aan bod komt. De lui die verslag doen over de oorlog lopen namelijk telkens in dezelfde valkuil. In hun reportages halen supermensen allerlei krachttoeren uit: ze voeren dagelijks aanvallen uit in het struikgewas waar de vijand zich schuilhoudt, houden met drie man een hele compagnie op afstand, zetten heroïsche wapenfeiten neer en wreken hun strijdmakkers. Je kunt dan de helden van deze reportages wel bewonderen. Je kunt ze zelfs verafgoden. Maar je kunt jezelf onmogelijk met hen vergelijken.

Als ik dat soort reportages zou zien, dan zou het leger me ongelooflijk veel angst inboezemen. Elk verhaal lijkt op de ontknoping van een blockbuster. Elk personage lijkt wel een Griekse godheid. En na afloop van elk van die bijdragen zou ik een vreemde mix van begeestering en schaamte ervaren. Met een acuut gevoel dat ik niet kan tippen aan wat ik net gezien heb erbovenop. En ja, ik zou overtuigd zijn dat ik niet voor de oorlog ben geboren.

Glorificatievalkuil

In werkelijkheid bestaat het legerleven van de meeste eenheden uit 90 procent routine en 10 procent krachttoeren. En routine betekent in dit geval niet een korte adempauze in de loopgraven. Het zijn herstelwerkzaamheden aan de wagens en het onderhoud van het technisch materiaal. Het bijhouden van de inventaris en de boekhouding. De logistiek en de catering. Het gaat om een resem specialisaties waar handen en hersenen voor nodig zijn. Maar gewoonlijk komen de journalisten terug met verhalen over net die 10 procent krachttoeren die de kijker dan met piëteit en angst vervullen. Met als gevolg dat het leger in een soort glorificatievalkuil terechtkomt.

De media hebben in Oekraïne twee tegenstrijdige sentimenten doen ontstaan. Het eerste luidt: „het leger is een plek voor helden die krachttoeren uithalen”. Het tweede is dan: „ik lijk niet op hen, dit zal dus niets voor mij zijn”. Waardoor het leger wel de peilingen aanvoert wat het vertrouwen van de bevolking betreft en de straten met rekruteringsaffiches volhangen, maar de mensen tegelijkertijd op de loop gaan voor hun oproepingsbrief.

Al onze berichtgeving wekt de indruk dat het leger een plek voor halfgoden zou zijn

Zij die de heldenrol op zich wilden nemen, hebben dit al gedaan. Zij die van roem en carrièregroei droomden, zijn er op dit ogenblik al volop mee bezig. Het heeft geen zin om deze mensen te proberen bereiken, zij dragen ondertussen allemaal al een legeruniform. De heroïsering van de legerdienst is dus niet meer nodig. Wat nodig is, is de routinisering ervan.

Het leger is een werkgever die een – naar de normen van het land – hoog salaris betaalt. En het wordt niet alleen uitbetaald voor het verslaan van de mythische Nemeïsche leeuw of de Hydra van Lerna. Het leger betaalt evengoed de mensen die Heracles’ zwaard scherpen, die zijn kar oplappen en het logboek van zijn heldendaden bijhouden. Het betaalt een salaris aan de sergeant van de bevoorradingsdienst die het reglement volgt bij het uitdelen van de schoppen om de Augiasstallen te gaan uitmesten. Of aan de persoon die de paarden van Diomedes verzorgt. Alsook aan de verbindingstroepen die de walkietalkies voor Heracles afstemmen en de militaire Kropyva-software op zijn tablet installeren.

Heracles vecht niet alleen

Maar al deze mensen blijven onder de radar van de Oekraïense media. Al onze berichtgeving wekt de indruk dat Heracles in zijn eentje aan het vechten is. En dat de enige manier om aan zijn zijde te mogen staan een gelijkwaardige bijdrage zou vereisen. Dat het leger een plek voor halfgoden zou zijn die slechts op een afstand bewonderd mogen worden. Dat zorgt voor een vertekend beeld dat het concept van de mobilisatie ondermijnt.

In de mediawereld zijn emoties immers dé brandstof bij uitstek. Wie ze weet aan te boren, die wint de jackpot. Waardoor de media uit een breed spectrum aan legerverhalen alleen die eruit pikken, die verontwaardiging, bewondering of verdriet oproepen. Dat is een fantastische manier om clickbait te scoren, maar een absolute ramp als het gaat om het promoten van het leger als werkgever.

Het dagelijks leven van een legerkok is ongelooflijk banaal. Een bevoorradingsofficier voert niet bepaald een heldendaad uit wanneer hij het nodige materiaal in overeenstemming met zijn leverlijst overhandigt. Een legerklerk heeft weinig weg van superheld Tony Stark wanneer hij het logboek zit in te vullen. Dus halen journalisten gewoonlijk hun neus op voor hun verhalen.

Maar het ligt niet alleen aan de journalisten. Zo heeft cinema ons geleerd om in oorlog heldendaden en tragiek te zoeken, pathos en dood, de triomf van de wil en de grandeur van de zelfopoffering. Computergames hebben ons daarenboven wijsgemaakt dat het soldatenbestaan uit constante vuurgevechten bestaat. Als een soldaat niet slaapt, dan schiet hij. Als hij niet aan het schieten is, dan slaapt hij.

Afschrikwekkend

De veelbesproken Derde Aanvalsbrigade, met haar sterke aanwezigheid op sociale media en haar proactieve rekruteringscampagne, heeft deze valkuil onderkend, en dus nodigen haar reclamepanelen je uit om „te komen werken bij het leger”. Omdat het net dat is wat je bij het leger doet – werken. Niet Thanos komen verslaan. Geen gat in een meteoriet komen boren. Geen Death Star opblazen. Maar gewoon je verstand gebruiken, borsjtsj koken en dingen repareren. Het gevoel van erbij te horen, een reden voor zelfrespect, sociale kortingen, status – die krijg je er gratis bij.


Lees ook

Voor de Nederlandse fuseliers bij de D-Day-herdenking is oorlog met Rusland nooit ver weg

Voor de Nederlandse fuseliers bij de D-Day-herdenking is oorlog met Rusland nooit ver weg

En toch zitten we al meer dan twee jaar in een scheefgetrokken situatie. Hoe hoger we op een voetstuk worden geplaatst, hoe minder volk zich bij ons wil aansluiten. Hoe heroïscher ons legerbestaan wordt afgeschilderd, hoe minder graag andere mensen het met ons willen komen delen.

Dit stuk verscheen eerder in het tijdschrift Oekraïnska Pravda en werd voor NRC vertaald door Roman Nesterenco.