Het kabinet-Schoof is er bijna, maar op het allerlaatste moment is het alsnog crisis: over de mogelijke benoeming van Tweede Kamerlid Marjolein Faber als minister van Asiel en Migratie. De partijleiders van PVV, VVD, NSC en BBB kwamen vrijdagmiddag om vier uur bij elkaar voor een extra overleg in de Tweede Kamer, bij elkaar geroepen door formateur Richard van Zwol. Op de agenda staan in élk geval de zorgen die Dilan Yesilgöz op vrijdagochtend uitte: „Marjolein Faber”, zei ze, „is een niet onomstreden kandidaat.” Haar „zorgen” had ze, zei ze ook, overgebracht aan Wilders zelf en aan de formateur.
De vraag is nu of Geert Wilders bereid zal zijn om wéér een kandidaat die hij had voorgedragen terug te trekken. Op donderdagavond maakte hij bekend dat Tweede Kamerlid Gidi Markuszower niet de minister van Asiel wordt, en ook niet de vicepremier. Eerder al moest hij hetzelfde doen met de verkenner die hij na de verkiezingen naar voren had geschoven, Gom van Strien. En daarna nog een keer met zijn kandidaat-premier Ronald Plasterk. Zal hij buigen voor de wens van Yesilgöz?
Lees ook
Het Torentje is gevuld, de strijd om de ministeries kan beginnen
Machtsverhoudingen
Het crisisoverleg van vrijdag kan uitdraaien op het einde van deze formatie, op de valreep, als Wilders niet toegeeft en Yesilgöz bij haar bezwaren tegen Faber blijft. Zij gaat formeel niet over de kandidaten van andere partijen, maar zou wel kunnen beslissen dat de VVD eruit stapt. Als er toch een compromis wordt gevonden en het kabinet-Schoof komt er, kan de uitkomst van dit overleg wél beslissend zijn voor de machtsverhoudingen: heeft de VVD het voor het zeggen, of Wilders?
Bij de PVV is het idee dat ze al veel hebben toegegeven aan de andere drie. Er werden omstreden wetsvoorstellen teruggetrokken en Wilders werd zelf níét de premier. Onder VVD’ers is de afgelopen dagen onrust merkbaar: door de namen van de PVV’ers die in het kabinet komen, krijgen hun zorgen over de aankomende samenwerking met Wilders ineens gezichten. Met filmpjes erbij, en racistische uitspraken. Zo werd Marjolein Faber vooral bekend door wat ze zei na een steekpartij in Groningen, waarbij volgens haar de dader een „Noord-Afrikaans uiterlijk” had. Dat was niet waar, de dader was wit. Faber bleef er toch bij. Ze had het in de Eerste Kamer over ‘omvolking’, een theorie die, zei Mark Rutte daarna, „uit de nazi-ideologie” komt.
Puzzel afronden
Formateur Van Zwol vond het vrijdag dringend nodig dat de vier partijleiders bij elkaar kwamen. Hij zei vóór het overleg dat ook „het laatste onderdeel van de personele puzzel op een goede manier moet worden afgerond”. Dat konden ze volgens hem beter „gezamenlijk aan tafel doen”, dan dat ze aan het „zenden” waren „in de publiciteit”.
Met dat ‘zenden’ doelde Van Zwol op Wilders, die de kandidatuur van Faber op X had aangekondigd, en Yesilgöz die daarop had gereageerd, voor de camera’s, voordat ze de vergadering in ging van de wekelijkse ministerraad. Bij NSC en BBB bleef het stil.
Ik ga binnen naar mijn collega’s luisteren
Voor Dick Schoof, beoogd minister-president, is deze crisis zijn eerste test. Kan hij conflicten sussen tussen vier partijleiders die vanaf het begin al moeizaam met elkaar omgaan?
Wilders kwam als eerste binnen bij het overleg, om vier voor vier. „Ik ga binnen naar mijn collega’s luisteren”, was het enige wat hij zei. Caroline van der Plas zei daarna dat ze „niet via de media” ging „communiceren”. Yesilgöz zei niets. Pieter Omtzigt zei: „Ik denk dat het goed is als een aantal mensen achter gesloten deuren met elkaar gaan praten.” Het ging hém, zo leek het, niet aan.
Lees ook
Prestigieuze ministeries gaan naar VVD en NSC, maar de PVV kan zich straks uitstekend profileren