Niks bigbandswing – Rod Stewart springt in zijn met glitters overladen golden oldies-show van cover naar cover

Cover na cover, wie komt daar mee weg? De Britse softrocker Rod Stewart rustig, in zijn carrière van bijna zestig jaar naast zijn eigen hits leunend op minstens zo veel covers. Met grote vanzelfsprekendheid begint de 79-jarige zanger zijn uitverkochte show in de Ziggo Dome met ‘Addicted to Love’, de grote hit uit 1986 van Robert Palmer. Met een stoïcijnse blik wiegen de blonde zangeressen uit Stewarts band – net als in Palmers beroemde videoclip – met gitaren én keytar om. Ertussen trekt een uiterst energieke Stewart op de maat aan de panden van zijn tijgercolbertje, of hangt in een theatrale rockpose in de microfoonstandaard. Vrolijk nahijgend in zijn eigen rockcliché: „Deze show is twee uur lang mensen, geniet er maar van. Het leven is te kort.”

Optredens in Vegas-sfeer (bladgoud, discoballen, rode rozen-decor, grote band) met het pop- en rockrepertoire dat hem groot maakte in de jaren zeventig en tachtig; Stewart heeft al jaren patent op. Begin dit jaar kwam hij echter weer terug bij zijn tweede liefde: zijn al op vele albums lucratieve jazzflirt met het Great American Songbook. Witte smoking aan en hup: op het album Swing Fever met pianist en BBC-presentator Jools Holland en diens Rhythm and Blues Orchestra stikte Stewart weer van de bigbandkoorts.

Niks nieuws – just fun. En weken op 1 in Engeland.

Rod Stewart gaf een gesmeerde van rockkitsch omgeven show in de Ziggo Dome.
Foto Andreas Terlaak

Golden oldies-show

Wonderlijk genoeg kwam daar woensdagavond helemaal niets van. In de show die weliswaar is aangekondigd als zijn afscheid (One Last Time), maar vast het begin is van een afscheidstournee die nog jaaaaren kan duren, was Stewart gewoon terug bij zijn voor grote zalen opgepompte golden oldies-show.

In een immens videodecor – het mag wat kosten – met een flinke, witgekostumeerde band en zes zingende of vioolspelende danseressen zwierde een covercarrousel (zeventien stuks maar liefst) waaruit vooral zijn gevoel voor rock, pop, blues, folk en boogie sprak. Twistend en maaiend met zijn armen in Sam Cooke’s ‘Having a Party’ bijvoorbeeld ging het naar zijn coverhit van Bonnie Tylers ‘It’s a Heartache’. De sterke rocksfeer uit zijn Faces-tijd bracht hij in herinnering met ‘Stay With Me’. ‘Rollin’ and Tumblin’ was een lekkere bluesrock-ode aan zijn jeugdheld Muddy Waters.

Daarnaast waren er zijn eigen hits. Het leverde een massaal deinen op bij ‘Downtown Train’ en de jaren zeventig meezinger ‘Tonight’s the Night’, inclusief harpgetinkel in een decor van verlichte wensballonnen. Wat een heerlijk jarentachtigliedje toch, zijn eigen ‘Young Turks’.

Hoogtepunt

Een hoogtepunt werd het liedje dat hij misschien wel het meest in zijn carrière speelde, ‘Maggie May’ – „Toen ik nog geïnteresseerd was in seks”, was de gevleugelde grap. De drummer gaf nog net geen roffel.

Rod Stewart.
Foto Andreas Terlaak

Je moest het hem nageven: van mod, glamrocker tot crooner eiste Stewart, vader van acht kinderen (van vijf moeders), alle aandacht op als een u-vraagt-wij-draaien, niets aan levenslust ingeleverde entertainer. Zag hem eens huppelen over het podium in zijn zwarte skinny jeans, het ver openstaande panterbloesje, met het diamanten klokkie en armband nonchalant om de polsen goed in het zicht en windmachines op het geblondeerde gepiekte rockhaar. Wat een figuur.

En dan die stem. Zou je bij elke andere zanger vrezen voor een nu wel erg rasperig-hese stem, het fijnkorrelige schuren van Stewart kwam haast als een geruststelling. ‘Forever Young’ was niet voor niets een van de hoekstenen van zijn show, terwijl doedelzakspelers op het scherm aan zijn Schotse jeugd refereerden.

In de gesmeerde van rockkitsch omgeven show, slim opgeknipt in blokjes met pauzes (ademrust en weer een kledingwissel), schoot Rod Stewart alle kanten op. Dat kon een serieus blokje zijn met een ode aan Oekraïense soldaten (‘Rhythm of My Heart’) tegen de oorlog. Of werd hij toch weer belegen ‘ondeugend’, in onderonsjes met de zangeressen – al zijn ‘pikante’ oude nummers als ‘Hot Legs’ van de setlist. Gelikt evengoed: ‘Da Ya Think I’m Sexy?’, de feestelijke uitzwaaier van een kwieke rockroutinier.