Miljoenenboete en dwangsom voor Hongarije vanwege schenden Europese migratieregels

Hongarije houdt zich „doelbewust” niet aan Europese migratieregels en moet daarom een boete van 200 miljoen euro betalen. Daar komt nog een dwangsom van 1 miljoen euro per dag bovenop zolang de regering van de radicaal-rechtse premier Viktor Orbán haar beleid niet aanpast. Het Europees Hof van Justitie heeft dat donderdag in Luxemburg bekendgemaakt.

Ondanks dat het Hof het Hongaarse asielbeleid in 2020 al veroordeelde, blijft het land asielzoekers opsluiten. Ook mogen mensen van wie de asielaanvraag is afgewezen het hoger beroep niet in Hongarije zelf afwachten. Vluchtelingen en migranten die het land zonder papieren proberen te bereiken, worden aan de grenzen van de EU-lidstaat tegengehouden, vaak op gewelddadige wijze. In 2020 voerde Orbán een wet in die regelt dat asielzoekers zich eerst bij een Hongaarse ambassade moeten melden.

De rechter spreekt van een „ongekende en uiterst ernstige inbreuk” op de EU-regels. Hongarije „ondergraaft het beginsel van solidariteit en eerlijke verdeling van verantwoordelijkheid.” Volgens het Hof schuift Hongarije ook de financiële verantwoordelijkheid van het migratiebeleid op andere landen af. Premier Orbán fulmineert intussen op sociale media dat hij de miljoenenboete en dwangsom „schandalig en onacceptabel” vindt.

Het is niet voor het eerst dat het Hof een EU-lidstaat beboet, al komt zo’n hoog bedrag zelden voor. Drie jaar geleden kreeg Polen een dwangsom van een half miljoen euro. Het land, destijds geleid door de extreem-rechtse PiS-partij, weigerde te betalen. De Europese Commissie keerde daarop minder EU-subsidie aan het land uit.


Lees ook

Viktor Orbán is niet de enige in de EU die pleit voor grensmuren. Hoe het migratiedebat is verschoven

De controlekamer van de nieuwe camerasystemen in Nea Vyssa. Griekenland versterkt zijn bewakingscapaciteit om vluchtelingen- en migranten uit Turkije te weren.